Centraal Bureau voor de Statistiek

CBS

CBS: Consumentenvertrouwen verder gedaald

Het consumentenvertrouwen is in maart voor de derde achtereen-volgende maand gedaald. Het is nu net zo laag als eind 1998, tijdens het dieptepunt van de Aziëcrisis. De daling hangt geheel samen met een minder gunstig oordeel over het economische klimaat. De koopbereidheid is in de loop van de eerste maanden van 2001 stabiel, maar ligt lager dan in 2000. De nieuwe CBS-cijfers van het Consumenten Conjunctuur Onderzoek laten geen duidelijk positief effect zien van het nieuwe belastingstelsel op de financiële positie van huishoudens.

Oordeel economisch klimaat somber
De daling van het consumentenvertrouwen in maart is geheel toe te schrijven aan een minder gunstig oordeel over het economisch klimaat. Vooral over de toekomstige economische ontwikkelingen is de consument somberder geworden. Het percentage consumenten dat een verslechtering verwacht is gestegen van 31 procent in februari tot 41 procent in maart. Het aantal optimisten is juist gedaald van 13 procent naar 9 procent. Per saldo verwacht 32 procent dat het de komende maanden economisch slechter gaat.

Koopbereidheid stabiel
Ondanks de minder positieve mening over het economisch klimaat is de koopbereidheid in maart even groot als in februari. De koopbereidheid is in de eerste drie maanden van 2001 stabiel, maar ligt wel op een lager niveau dan in 2000.
Het aantal huishoudens dat de tijd gunstig acht voor het doen van grote aankopen is in maart licht gestegen. Daar staat tegenover dat de consument iets minder positief is geworden over zijn eigen financiële situatie.

Consument minder optimistisch over eigen financiën Het minder positieve oordeel over de eigen financiën hangt vooral samen met minder optimistische verwachtingen voor de komende twaalf maanden. In februari en maart is het aantal consumenten dat een verbetering van de eigen financiën verwacht kleiner dan in de voorafgaande maanden. De groep die een verslechtering voorziet is daarentegen groter geworden.
De uitkomsten van het Consumenten Conjunctuur Onderzoek laten dus geen duidelijk positief effect zien van de herziening van het belastingstelsel. Dit kan voor een deel samenhangen met de opgelopen inflatieverwachting. In de eerste maanden van 2001 verwacht circa 40 procent van de huishoudens dat de prijzen de komende tijd harder zullen stijgen dan totnogtoe. Midden vorig jaar was dat nog ongeveer 20 procent.

Technische toelichting
De index van het consumentenvertrouwen geeft aan in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch gezien beter of slechter gaat. Het consumentenvertrouwen wordt bepaald op basis van de mening van huishoudens over het algemene economische klimaat en over de eigen koopbereidheid. Maandelijks worden hierover in het Consumenten Conjunctuuronderzoek vijf vragen gesteld aan ongeveer duizend personen.
De ondervraagden kunnen vinden dat het beter gaat (de 'optimisten'), dat het slechter gaat (de 'pessimisten')of dat de situatie gelijk blijft. Als er evenveel optimistische als pessimistische consumenten zijn, heeft de index de waarde nul. Een waarde van tien betekent dat de optimisten een meerderheid van tien procent hebben ten opzichte van de pessimisten.
Twee van de vragen gaan over de economische situatie in het algemeen. Het CBS berekent uit de antwoorden hierop de indicator van het economisch klimaat. De overige drie vragen gaan over de financiële situatie van het eigen huishouden. Daaronder is ook de vraag of de tijd gunstig is voor aankopen van duurzame goederen. De antwoorden op deze drie vragen worden samengevat in de indicator van de koopbereidheid.
Het Consumenten Conjunctuur Onderzoek wordt vanaf mei 2000 medegefinancierd door de Europese Gemeenschap.