LAATSTE FASE MIR
Datum: 21-03-2001
Gezamenlijk persbericht Ministeries van Economische Zaken en Binnenlandse Zaken
Het vluchtleidingscentrum van de MIR bij Moskou heeft besloten definitief met de gecontroleerde afremming van de MIR te beginnen op vrijdag 23 maart om 01.30 uur (NL-tijd). De MIR is op dat moment boven de Atlantische Oceaan voor de kust van West-Afrika en maakt dan een bocht boven zuidoost-Europa naar de Stille Oceaan, waar hij rond 07.00 uur (NL-tijd) in zee zal neerstorten ten oosten van Nieuw-Zeeland. Het grootste deel van de MIR zal verbranden maar honderden brokstukken, met een totaal gewicht van 20 tot 40 ton, zullen toch in zee vallen verspreid over een gebied van 3000 km lang en 200 km breed. De zwaarste brokken kunnen enkele honderden kilo's wegen en hebben dan een snelheid van 200 tot 400 km/u.
Aan boord van de MIR bevinden zich volgens de opgave van de Russen geen nucleaire, chemische of biologische materialen.
Als deze procedure mislukt dan zal binnen 24 uur nogmaals geprobeerd worden om een gecontroleerde afdaling mogelijk te maken.
Mocht tegen de verwachting in de afremprocedure niet geheel lukken dan
komt de MIR daarna op natuurlijke wijze naar beneden in een periode
van enkele uren tot 3 dagen. De plaats waar dit zal gebeuren is dan
maar een paar uur van tevoren te bepalen.
Als de afremming helemaal niet plaatsvindt zal de MIR langzaam zakken
en ergens tussen 25 en 31 maart neerkomen.
De kans dat bij een ongecontroleerde afdaling brokstukken op het
Europees vasteland inslaan is klein, maar niet volledig uit te
sluiten. De ESA heeft aangegeven dat het dan mogelijk is dat
onverbrande brokstukken ten zuiden van de lijn Birmingham - Amsterdam
- Hannover kunnen neerkomen.
De MIR komt per etmaal ongeveer 2 minuten boven het zuiden van
Nederland.
Op dinsdag 20 maart was dat om ongeveer 10.00 uur, op woensdag 21
maart is dat 20 minuten eerder om 9.40 uur en op donderdag 22 maart om
9.20 uur.
Uitgaande van een gecontroleerde afdaling geldt voor alle hulpdiensten
een normaal paraatheidsniveau, dat indien de situatie dat vereist
verhoogd kan worden.