BedrijfsautoRAI

23-3-01

DaimlerChrysler AG brengt s werelds eerste bussen met brandstofcel op de markt

In april van vorig jaar werd de inzet aangekondigd van zon dertig door brandstofceltechnologie aangedreven bussen. Op 20 maart j.l. is dit demonstratieproject officieel van start gegaan met de deelnamebevestiging door vertegenwoordigers van de betrokken Europese busvervoermaatschappijen. Zij ondertekenden de koopcontracten voor elk drie stadsbussen van het type Mercedes-Benz Citaro met brandstofcelaandrijving. De contractafsluiting had plaats in Amsterdam, een stad die zeer nauw betrokken is bij dit geavanceerde project. Eind volgend jaar en in de loop van 2003 worden de bussen met de milieuvriendelijke en stille brandstofceltechnologie afgeleverd, onder meer aan het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam (GVB). Het gaat hierbij om een wereldprimeur: de eerste in kleine serie gebouwde voertuigen met brandstofcel die op de markt worden gebracht.

Behalve in Amsterdam zullen de Citaro-brandstofcelbussen ook worden ingezet in Barcelona, Hamburg, Londen, Luxemburg, Porto, Stockholm, Stuttgart en Reykjavik. Het zijn steden die geografisch en klimatologisch een waardevolle mix van onderzoeksresultaten kunnen opleveren bijvoorbeeld Porto en Stuttgart door het geaccidenteerde karakter, Reykjavik door de extreme koude. Amsterdam en Londen geven een goed gemiddelde.
De verwachting luidt dat EvoBus GmbH, een volle dochter van DaimlerChrysler AG die verantwoordelijk is voor de Europese busactiviteiten, op korte termijn onderhandelingen afsluit met nog meer in het project geïnteresseerde steden.

De verkoop van rond dertig brandstofcelbussen betekent een succesvolle intrede in de markt voor nieuwe technologie en bewijst de aantrekkelijkheid van het brandstofcelprincipe als milieuverantwoorde en doelmatige aandrijving van de toekomst, ook voor openbaar stadsvervoer, zegt Wolfgang Diez, directeur van Mercedes-Benz/Setra bussen, een divisie van DaimlerChrysler AG. Wij zijn zeer verheugd dat we onze klanten als eerste automobielfabrikant ter wereld deze baanbrekende technologie kunnen aanbieden voor de milieubelaste stadsgebieden. De deelnemende vervoerbedrijven zullen door dit project een voortrekkersrol vervullen. Zij grijpen de kans aan om met deze innovatieve techniek vroegtijdig ervaring op te doen op het gebied van zowel de voertuigen zelf als de infrastructuur, aldus Diez. Prof. Dr. Ferdinand Panik, verantwoordelijk voor alle brandstofcelprojecten bij Daimler Chrysler AG, voegt hieraan toe: Wij hebben met deze technologie al heel veel succesvol getest. Nu gaat het om de dagelijkse praktijk, de evaluatie door de klant.

Amsterdam als bakermat
André Testa, algemeen directeur van het Gemeentevervoerbedrijf Amsterdam, verklaart waarom hij heeft besloten te participeren in het brandstofcelproject: Onze onderneming wil graag bijdragen aan duurzame technologische ontwikkelingen in het openbaar stadsvervoer. Daarom hebben wij verschillende initiatieven genomen op het gebied van voertuigtechnologie. Bij de recente vernieuwing van onze vloot bussen en trams hebben wij al gestreefd naar gebruik van toepasbare innovaties en ontwikkelingen die het milieu ontlasten, minder geluid produceren en kostenbesparend zijn. Daarom is het logisch dat wij ook betrokken zijn bij dit project met de geavanceerde brandstofceltechnologie. Deze is immers gebaseerd op de toepassing van waterstof als belangrijke energiebron voor de toekomst. Zulke bussen verbruiken geen dieselolie en hebben geen emissies anders dan pure waterdamp. Wij hebben hoge verwachtingen van het aanstaande experiment. Op deze wijze levert onze onderneming een belangrijke bijdrage aan het nationale milieubeleid.

Ing. Henk Waling, technisch directeur van het GVB, werd aan de vooravond van de contractondertekening gekozen tot voorzitter van het Tien-stedenproject, dat gaandeweg de besprekingen tot de Fuel Cell Bus Club werd gedoopt. Waling: Dit project staat los van ons dagelijkse bedrijf. Het milieugat tussen onze schone-dieselbussen en Nul-emissie is al heel klein. Hoewel er van de dieseltechnologie nog verdere verfijningen worden verwacht, doen we nu een volgende stap. En dat is de 0-emissie door middel van brandstofcelaandrijving, een in ontwikkeling zijnde technologie die toekomst heeft. Alle participerende steden hebben een werkpakket. De deelnemende partijen in Amsterdam zullen onderzoeken welke uitwerking stadsspecifieke omstandigheden hebben. Ook wordt in Amsterdam een haalbaarheidsstudie gedaan naar de duurzame productie van waterstof, een belangrijk element in het gehele project. Ingenieur Waling: Het GVB werkt hierin samen met de Milieudienst Amsterdam (MDA), de Gemeentelijke Dienst Afvalverwerking, Shell Hydrogen en Nuon. Laatstgenoemde drie partijen zullen met name de milieuverantwoorde productie en verspreiding van waterstof ontwikkelen. Daarbij richt de MDA zich vooral op veiligheid en regelgeving.

EvoBus GmbH zal de stadsbussen met lage vloer van het type Mercedes-Benz Citaro, voorzien van brandstofcelaandrijving, produceren. De prijs voor de uitvoering met links stuur bedraagt 1,25 miljoen Euro per stuk. Inbegrepen is een omvangrijk servicepakket voor twee jaar. Gedurende deze periode zullen alle betrokkenen bij het project gezamenlijk ervaringen en technische gegevens verzamelen en evalueren met betrekking tot de praktische inzet van de bussen en de waterstofinfrastructuur. Deze informatie wordt gebruikt voor de verdere ontwikkeling van de brandstofcelaandrijving en de infrastructuur, met het oog op de serieproductie.

Voor de brandstofvoorziening van de bussen bouwen de vervoerbedrijven op de thuisbases speciale tankstations voor waterstof in gasvorm. BP Amoco en een aantal andere brandstofproducenten, zoals Shell en Nuon voor Amsterdam, zijn partners in de opbouw van de waterstofinfrastructuur. Een aantal van hen zal zich vervolgens ook bezighouden met de bedrijfsvoering van de tankstations, om zelf ervaring op te doen met dit aspect van alternatieve brandstoffen. Uiteraard gaat aan de inzet van de bussen een uitgebreide scholing en training van alle betrokkenen vooraf, van de chauffeurs tot en met de serviceploeg, zegt ingenieur Waling.

De deelnemende Europese vervoerbedrijven worden bij de financiering van het project ondersteund door de Europese Commissie, in het kader van het 5e programma voor onderzoek en technologie. De kosten voor het Amsterdamse experiment worden geraamd op ruim dertien miljoen gulden voor de gehele proefperiode van vijf jaar. Zon vijftig procent hiervan zal worden gedekt door subsidies van de Europese overheid en door rijksoverheidsbijdragen. Het GVB en de gemeente Amsterdam zullen ruim eenderde van de kosten voor hun rekening nemen. Het restant, ongeveer vijftien procent, wordt opgebracht door de industriële partners.

Toepassing van herwinbare energie
Waterstof en methanol zijn geschikte brandstoffen voor brandstofcelvoertuigen. Beide brandstoffen kunnen op regeneratieve basis, ofwel uit herwinbare bronnen, worden geproduceerd. Daarom biedt de brandstofcel de reële mogelijkheid om op de lange termijn een duurzaam complement te worden van de aardolie-monocultuur.

De productie van brandstoffen voor stadsvervoer is momenteel voor 95 procent gebaseerd op aardolie. De rest bestaat uit kolen, kernenergie en aardgas. De Citaro brandstofcelbussen rijden op waterstof. Voor deze bussen wordt de waterstof voor 40 procent geproduceerd uit herwinbare energiebronnen, zoals windkracht, zonne-energie en waterkracht. Aardgas, dat tegenwoordig in verschillende werelddelen nog in grote hoeveelheden beschikbaar is, vertegenwoordigt nog eens 40 procent, en de resterende 20 procent is nog afkomstig van aardolie.

De brandstofcelbussen zijn uit oogpunt van milieu en duurzaamheid uiterst waardevol, zegt Wolfgang Diez van Mercedes-Benz/Setra bussen. In de eerste plaats rijden de bussen emissieloos en in de tweede plaats wordt de brandstof op lange termijn grotendeels geproduceerd uit herwinbare energie.

Mercedes-Benz Citaro met brandstofcelaandrijving De twaalf meter lange Mercedes-Benz Citaro met lage vloer en brandstofcelaandrijving heeft afhankelijk van het toepassingsgebied een actieradius van 200 tot 250 kilometer. De bus heeft al naar gelang de gekozen uitvoering - een vervoerscapaciteit van circa zeventig passagiers. Drie deuren waarborgen vlot in- en uitstappen. De topsnelheid bedraagt rond 80 km/h. De brandstofcel-unit met meer dan 200 kW (uitgangs)vermogen, die wordt ontwikkeld en gebouwd door DaimlerChrysler-dochter Xcellsis, en de gasflessen waarin de waterstof wordt gecomprimeerd tot een druk van 350 bar, zijn op het dak gemonteerd. De aandrijfunit bestaande uit de elektromotor, de versnellingsbak en de aandrijfassen bevinden zich onder het achterste gedeelte van de bus.

Na de succesvolle introductie in 1997 van de Mercedes-Benz Citaro met lage vloer heeft dit programma lijnbussen een goede positie in de markt verworven. Deze serie omvat stads- en streekbussen. De Mercedes-Benz Citaro is beschikbaar als 12 meter-uitvoering, als drie-asser van 15 m lengte en als gelede bus met lage vloer van 18 m. Het technische concept van de Citaro leent zich uitstekend voor de toepassing van brandstofceltechnologie.