Langs de Leidse lat
'Gemeente moet één gezicht tonen'
BESTUURSDIENST - Hij moest helemaal uit Emmen komen, maar daar is hij
dan: de nieuwe gemeentesecretaris. Paul van den Wijngaart (49) nam
begin maart zijn intrek in zijn monumentale kamer in het Leidse
stadhuis. De Stadskrant legt de hoogste ambtenaar 'langs de Leidse
lat'. Wat weet hij eigenlijk van zijn nieuwe stad en wat zijn zijn
plannen? Maar eerst even zijn stoel
Het ging als een lopend vuurtje door het stadhuis: de nieuwe
gemeentesecretaris heeft een waterstoel!
'Twee zelfs, meegenomen uit Emmen. Eentje achter mijn bureau, en één
aan de vergadertafel. En als ik naar het College ga, neem ik mijn
eigen stoel mee. Je moet je voorstellen dat je in dit werk veel zit.
Raadsvergaderingen, commissievergaderingen, besprekingen hier op mijn
kantoor. Allemaal zitten, zitten, zitten. Om klachten te voorkomen,
heb ik een stoel, waarbij ik al zittende toch een beetje in beweging
blijf.'
Gemeentesecretaris? De rechterhand van de burgemeester?
'Nou, niet alleen. De gemeentesecretaris is de hoogste ambtenaar in
een gemeente, die de raad en het college van burgemeester en
wethouders ondersteunt. Ik ben ervoor verantwoordelijk dat het
ambtelijk apparaat goed functioneert.'
Wat heeft u met de sleutelstad?
'Veel. Ik ben sowieso gek op oude steden. Ik ben geboren en getogen in
Utrecht. Na mijn studies economie en rechten in Rotterdam ging ik
werken bij de gemeente Den Haag. We woonden in die tijd weliswaar in
Zoetermeer, maar Leiden trok altijd al. Bezoekjes aan musea, de
schouwburg, maar ook aan de stad zelf.'
De uitdaging van Leiden?
'Er was hier een jaar lang een interim-secretaris, waardoor een aantal
belangrijke zaken zijn blijven liggen. Ik zie het als mijn taak om
zeven verschillende diensten met in totaal zo'n zestienhonderd
ambtenaren allemaal volgens dezelfde aanpak te laten werken. Eén
gezicht tonen als gemeente. Ik wil zoveel mogelijk naar de diensten
toegaan. Maar ook naar bijvoorbeeld inspraakbijeenkomsten. Gewoon als
toehoorder, om te weten wat er leeft in de stad. In deze functie loop
je het gevaar nogal intern gericht te zijn. Maar de hele dag in deze
kamer, dat wil ik niet! Ik moet weten wat er speelt, anders kan ik
niet functioneren.'
Een eerste indruk?
'Leiden barst volgens mij als stad uit z'n voegen. Ik vind dat een
stad ook landschap moet hebben, natuur. In tegenstelling tot Emmen, is
Leiden heel eenzijdig op stedelijke ontwikkeling gericht.'
Leidse humor?
'Lekker direct. Niet zeuren, maar doen. Ik hecht ook aan de uitspraak:
"een dag niet gelachen, is een dag niet geleefd." Het is belangrijk
dat ik kan relativeren, anders red ik het niet. De spanning moet eraf.
Het kan voorkomen dat ik tijdens een vergadering ineens opstap. Ik
maak een grap of ik loop weg. Daar moeten mensen niet van schrikken.'
Wat weet u al van onze stad?
'De universiteit. Een groot Academisch Ziekenhuis. De vele musea.
Promoties in het Academiegebouw aan het Rapenburg. Muziekuitvoeringen
in de Pieterskerk. Leuk winkelen.'
De hofjes, de singels en Leidens Ontzet?
'Ik ben al in vijf hofjes geweest en herinner me vooral die in de
Doezastraat. Heel mooi. De singels weet ik niet zo goed. Wel
bijvoorbeeld de Oude Rijn en de Nieuwe Rijn. Grachten trekken mij
meer. En ja, drie oktober. Ik kende het natuurlijk al, maar daar ging
je als buitenstaander niet naar toe, vond ik. Het is het feest van de
Leidenaar. Ik hoop binnenkort ook van ons.'
Paul van den Wijngaart: 'Ik wil ook naar inspraakbijeenkomsten
toegaan. Gewoon als toehoorder, om te weten wat er leeft in de stad.'
Foto: Daniel de Groot.
Meten met Leidse maten
In vroeger tijden hanteerde de gemeente Leiden zijn eigen 'maten'. Bij
de 'roepstoel' aan de Breestraatzijde van het stadhuis is hier nog
iets van terug te vinden. In de muur tussen de ijzeren knoppen is een
maatstok gekerfd, die de lengte aangeeft van de Rijnlandse roede. De
ijzeren staaf rechtsboven de roede is de Rijnlandse voet. De maten
waren aan de muren van het stadhuis aangebracht om te voorkomen dat er
met de afmetingen van het laken werd geknoeid. 'Langs de Leidse lat'
is een rubriek in de Stadskrant waarin we nieuwe gezichten bij de
gemeente voorstellen aan het Leidse publiek. Vandaag de eerste
aflevering: Paul van den Wijngaart.