Persberichten
Amsterdam Airport Schiphol verscherpt beleid tegen lawaaiige
vliegtuigen
Amsterdam Airport Schiphol zal met ingang van 25 maart 2001 haar
beleid tegen lawaaiige vliegtuigen verder verscherpen. Een aantal
restricties dat al gold voor de zogenaamde Hoofdstuk 2-toestellen
(meest lawaaiige vliegtuigen) wordt nu ook van kracht voor de
lawaaiigste vliegtuigen van de stillere Hoofdstuk 3 categorie. Deze
vliegtuigen worden ook wel de "onderkant Hoofdstuk 3-toestellen"
genoemd. De verdere aanscherping komt voort uit de wens om de
geluidsbelasting rond Schiphol te beperken en zo het aanbod van
vliegverkeer binnen de wettelijke geluidszones te kunnen blijven
verwerken.
Omloopverhouding
Vliegtuigen die tot de onderkant van Hoofdstuk 3 behoren zijn vaak
Hoofdstuk 2-toestellen die door enkele aanpassingen net in Hoofdstuk 3
vallen. Deze aanpassingen zijn bijvoorbeeld een motormodificatie of
een hushkit (geluiddemper). Vliegtuigen die tot deze categorie behoren
zijn bijvoorbeeld de DC 9, Boeing 737-200 en de Tupolev 154. Deze
hebben een zogenaamde omloopverhouding van minder dan 3. Dat betekent
dat er minder dan drie delen lucht om de motor heengaan dan er in de
motor worden verbrand. Hoe hoger deze omloopverhouding des te minder
geluid een vliegtuigmotor maakt. Restricties voor onderkant Hoofdstuk
3-toestellen
Met ingang van 25 maart 2001 krijgen nieuwe luchtvaartmaatschappijen
geen toestemming om diensten op Schiphol te openen met vliegtuigen die
behoren tot de onderkant van Hoofdstuk 3 met een omloopverhouding van
minder dan 3. Maatschappijen die al verbindingen met Schiphol
onderhouden, mogen geen nieuwe diensten openen met deze categorie
vliegtuigen of de frequenties op bestaande routes met deze toestellen
uitbreiden.
Verder gaat voor vliegtuigen met een omloopverhouding van minder dan 3
een start- en landingsverbod gelden tussen 18.00 uur en 08.00 uur.
Voor vliegtuigen, behorende tot de onderkant Hoofdstuk 3- toestellen,
met een omloopverhouding groter dan drie geldt momenteel al een
startverbod tussen 23.00 uur en 06.00 uur. Tot deze laatste categorie
behoren o.a. de Boeing 747-200/300 en de DC-10.
Succesvol beleid Hoofdstuk 2-toestellen
Amsterdam Airport Schiphol voert sinds november 1995 een beleid om het
gebruik van de Hoofdstuk 2- toestellen op de luchthaven te
ontmoedigen. In 1995 was nog 18,1% van alle straalvliegtuigen op
Schiphol een Hoofdstuk 2-toestel. In 2000 was dit aandeel nog maar
0,2%. Schiphol is op dit gebied koploper onder de grote internationale
luchthavens van Europa. Hogere landingsgelden
Behalve het nachtelijke start- en landingsverbod en de maatregel dat
er geen nieuwe diensten gestart mogen worden met de meest lawaaiige
Hoofdstuk 3-toestellen, zijn de landingsgelden voor deze
vliegtuigtypen hoger. Deze toeslag gaat - afhankelijk van toestemming
van de minister van Verkeer en Waterstaat - dit jaar omhoog van 15%
naar 20%. De stilste Hoofdstuk 3-toestellen krijgen daarentegen een
korting. Deze is op dit moment 5% maar wordt verhoogd naar 10%.