Titel: Financiële tegemoetkoming aan asbestslachtoffers
Financiële tegemoetkoming aan asbestslachtoffers
Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, domein
belastingen op arbeid en vermogen
Besluit van 26 maart 2001, nr. CPP2001/597M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
Dit Besluit is opnieuw uitgebracht voor de toepassing van de Wet
inkomstenbelasting 2001 (hierna te noemen: Wet IB 2001). Hiermee is
geen inhoudelijke wijziging beoogd ten opzichte van de regeling die
gold voor de toepassing van de Wet op de inkomstenbelasting 1964,
besluit van 31 januari 2000, nr. DB2000/00195M.
Inleiding
Met ingang van 26 januari 2000 zijn twee financiële maatregelen
ingegaan ten behoeve van asbestslachtoffers. Op basis van deze
maatregelen kunnen werknemers die door langdurige blootstelling aan
asbest lijden aan ernstige ziekten (zoals maligne mesothelioom),
aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming in de schade. In een
aantal situaties kunnen ook de nabestaanden van asbestslachtoffers
aanspraak maken op een financiële tegemoetkoming. Dit Besluit
beschrijft de fiscale gevolgen hiervan.
Daartoe wordt in onderdeel 2 van dit Besluit eerst een korte algemene
toelichting gegeven op de bedoelde maatregelen voor
asbestslachtoffers. In onderdeel 3 komen de gevolgen voor het
schenkings- en successierecht aan de orde. Onderdeel 4 gaat in op de
gevolgen voor de loon- en inkomstenbelasting.
Toelichting financiële maatregelen asbestslachtoffers
Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers
De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de
Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers getroffen (hierna te
noemen: de regeling). De regeling voorziet in een eenmalige uitkering
van f 35.000. De uitkering strekt tot tegemoetkoming in immateriële
schade en is bestemd voor hen die langs burgerrechtelijke weg geen
schadevergoeding kunnen krijgen omdat een aansprakelijke werkgever
ontbreekt. Deze is onvindbaar of failliet of niet meer aansprakelijk
te stellen omdat de verjaringstermijn verstreken was voordat het
slachtoffer bekend kon zijn met de schade.
De Regeling tegemoetkoming asbestslachtoffers wordt uitgevoerd door de
Sociale Verzekeringsbank en is in werking getreden met ingang van
26 januari 2000.
Instituut Asbestslachtoffers
De bij de asbestproblematiek betrokken instellingen en organisaties
hebben een convenant gesloten ter oprichting van het Instituut
Asbestslachtoffers (hierna te noemen: het instituut). Ter voorkoming
van langdurige juridische procedures kunnen werknemers met een
verhaalbare vordering gebruik maken van de bemiddeling van het
instituut. Het instituut bemiddelt tussen asbestslachtoffers en hun
werkgevers/verzekeraars op basis van een volmacht, gericht op het
treffen van een schikking. Bij gegrondheid van de claim bedraagt de
eenmalige uitkering voor immateriële schade f 90.000. Voor materiële
schade wordt uitgegaan van een forfaitair bedrag van f 10.000. De door
bemiddeling van het instituut uit te keren bedragen worden vanaf
1 januari 2000 geïndexeerd.
Het Instituut Asbestslachtoffers is operationeel geworden op
26 januari 2000.
Schenkings- en successierecht
Over de hiervoor genoemde bedragen is geen schenkingsrecht
verschuldigd. Over de eenmalige uitkering aan de nabestaande(n) van
het asbestslachtoffer is evenmin successierecht verschuldigd. Een
andere situatie doet zich voor als de uitkering ten tijde van het
overlijden al toegekend was. De uitkering heeft dan deel uitgemaakt
van het vermogen van de overledene, waardoor ze wordt betrokken in het
successierecht dat over de nalatenschap kan zijn verschuldigd.
Loon- en inkomstenbelasting
Tegemoetkoming in immateriële schade
De in de onderdelen 2.1 en 2.2 genoemde uitkeringen van f 35.000 en
f 90.000 worden toegekend aan werknemers, die bij de uitoefening van
hun werkzaamheden langdurig aan asbest zijn blootgesteld en bij wie
maligne mesothelioom is vastgesteld. Deze uitkeringen zijn geheel toe
te rekenen aan de geleden immateriële schade en vinden naar mijn
oordeel niet zozeer hun grond in de dienstbetrekking dat zij als loon
uit dienstbetrekking zijn aan te merken. Verder is niet gebleken van
bijzondere omstandigheden, zoals bepaalde afspraken in de
arbeidsovereenkomst. Ook overigens behoort de eenmalige uitkering niet
tot het inkomen uit werk en woning.
Tegemoetkoming in materiële schade
De in onderdeel 2.1 genoemde Regeling tegemoetkoming
asbestslachtoffers voorziet niet in een vergoeding van materiële
schade.
In de in onderdeel 2.2 beschreven situaties wordt bij bemiddeling van
het Instituut Asbestslachtoffers wel een vergoeding voor materiële
schade uitgekeerd. Werknemers met een verhaalbare vordering ontvangen
voor materiële schade in beginsel een vast bedrag van f 10.000.
Blijkens het convenant tot oprichting van het Instituut
Asbestslachtoffers gaat het daarbij voor de helft om een
tegemoetkoming in de kosten die een derde ten behoeve van het
slachtoffer heeft gemaakt (artikel 6:107 BW). De andere helft ziet op
de begrafeniskosten en op de schade die bepaalde personen lijden in de
situatie dat de overledene bijdroeg aan hun levensonderhoud (artikel
6:108 BW). Alle omstandigheden in aanmerking genomen keur ik mede uit
praktische overwegingen voor zoveel nodig goed dat deze forfaitaire
vergoedingen niet van invloed zijn op de bestaande aftrekmogelijkheden
in de sfeer van de persoonsgebonden aftrekposten. Deze goedkeuring
geldt niet als een hogere vergoeding wordt betaald dan het genoemde
bedrag, bijvoorbeeld in de situatie dat de belanghebbende jegens het
instituut hogere kosten aannemelijk heeft gemaakt.
Inwerkingtreding
Dit Besluit treedt in werking met ingang van het belastingjaar 2001.