Centraal Bureau voor de Statistiek

Conjunctuurbericht maart 2001
Afsluitdatum gegevens: 27 maart 2001

* Algemeen: beleggers onzeker, consumenten- en producentvertrouwen daalt

* Aandelenbeurzen: in mineur

* Producentenvertrouwen: afname van orders uit het buitenland
* Landbouw: mond- en klauwzeer in Nederland
* Consumentenprijzen: hoogste inflatie sinds eind 1991
* Consumentenvertrouwen: in maart verder gedaald
* Bevolking: Nederland telt 16 miljoen inwoners
* Internationaal: België

Algemeen: beleggers onzeker, consumenten-en poducentenvertrouwen daalt

Het conjunctuurbeeld in Nederland wordt in maart beheerst door een grote onzekerheid bij beleggers en een afnemend vertrouwen bij producenten en consumenten. De economische groeiprognoses van onder andere het Centraal Planbureau en De Nederlandsche Bank voor 2001 als geheel zijn naar beneden bijgesteld, mede naar aanleiding van de afnemende groeicijfers in de Verenigde Staten. Er zijn echter geen duidelijke signalen die wijzen op een forse daling van de economische groei over de eerste maanden van 2001 in ons land. Zo is bijvoorbeeld de werkloosheid in januari stabiel op een laag niveau. De inflatie is in ons land in februari met 4,5% uitgekomen op het hoogste niveau sinds eind 1991. Binnen de Europese Unie is Nederland het land met de hoogste prijsstijging. Na een daling in december en januari zijn aardolie en de dollar weer in prijs gestegen. Vanaf het laagste punt eind vorig jaar is de prijs van aardolie in guldens op 23 maart alweer 12% duurder. Op 21 maart is in Nederland mond- en klauwzeer uitgebroken. Een mogelijk grote uitbraak van deze besmettelijke veeziekte kan leiden tot een negatief effect op de economische groei in de komende maanden.

Aandelenbeurzen: in mineur
Door een grote onzekerheid over de groei van de economie in de Verenigde Staten (VS) en de landen van de Europese Unie en de vele winstwaarschuwingen van grote bedrijven zijn de koersen op de aandelenbeurzen sterk gedaald. De graadmeter van de aandelenbeurs in New York (de Dow Jones index) is op 23 maart ten opzichte van de top in september vorig jaar met 15% gedaald. In het voetspoor van Amerika zijn ook de aandelen op de Amsterdamse beurs ingezakt. De CBS-herbeleggingsindex noteerde over bovenstaande periode een daling van 23%. Volgens De Nederlandse Bank vertoont de prijsvorming van de aandelenmarkt in ons land opvallend hoge correlaties met zowel Angelsaksische als Europese markten. Dit geeft een indicatie dat de Nederlandse aandelenmarkt relatief gevoelig is voor internationale ontwikkelingen. Volgens een schatting van De Bank kan bij een wereldwijde daling van de aandelenkoersen van 40%, de volumegroei van het BBP in ons land gedurende drie jaar grofweg een half procent lager uitvallen. De totale waarde van de Nederlandse aandelen op de Amsterdamse beurs is in de periode 4 september vorig jaar tot en met 23 maart dit jaar met 170 miljard euro (375 miljard gulden) afgenomen.

..

Producentenvertrouwen: afname van orders uit het buitenland De stemmingsindicator van de ondernemers in de industrie heeft in februari 2001 de laagste waarde bereikt sinds de zomer van 1999, vooral doordat er minder buitenlandse orders binnenkwamen. Daarmee hebben de internationale ontwikkelingen dus een direct effect op de Nederlandse economie. Het producentenvertrouwen is in februari uitgekomen op 2,0, tegen 3,5 in januari. Dit betekent de vijfde daling op rij. In september 2000 bereikte het vertrouwen van de ondernemers nog een recordhoogte van 8,4. De orderportefeuille is in februari geslonken. De werkvoorraad in februari bevindt zich daarmee op het laagste niveau sinds mei vorig jaar. De orderontvangsten zijn in februari niet toegenomen. Een lichte toename van de binnenlandse orderontvangst wordt volgens de ondernemers tenietgedaan door een afname van de vraag vanuit het buitenland. De ondernemers beoordelen hun orderontvangsten en orderpositie dan ook als ongunstig. Ook het vertouwen van consumenten is dit jaar gedaald en ligt in maart op het laagste niveau sinds eind 1998.

..

Landbouw: mond- en klauwzeer in Nederland
Precies een maand na de uitbraak van mond- en klauwzeer in het Verenigd Koninkrijk is op 21 maart deze besmettelijke veeziekte ook in Nederland ontdekt. Dit kan belangrijke economische gevolgen inhouden voor de veehouderij en de zuivel- en vleesindustrie. De toegevoegde waarde die in de veehouderij en de zuivel- en vleesindustrie wordt gevormd is bijna 2% van het bruto binnenlands product (BBP). Vorig jaar is voor 24,5 miljard gulden aan veehouderijproducten (zoals levend vee, zuivelproducten, slachtvlees en vleeswaren) uit Nederland geëxporteerd en dat is ruim 4% van de totale uitvoer. De in het buitenland afgezette veehouderijproducten gaan voor 19% naar landen buiten de Europese Unie. Daarvan gaat weer een groot deel naar landen buiten Europa. De Nederlandse exportschade naar deze landen zal zwaar wegen, gezien hun eis dat het exporterende land minstens een jaar vrij dient te zijn van mond- en klauwzeer.

..

De mogelijke schade door het ruimen van vee wordt in het systeem van de Nationale rekeningen geboekt als een verlies in het productievolume bij de veehouderij en komt zodoende tot uitdrukking in de groeicijfers op basis van een waardering in marktprijzen, de maatstaf voor economische groei. Indien het productieverlies met overheidssubsidies volledig gecompenseerd zou worden, dan blijven de inkomens in de landbouw op peil. Behalve de productieverliezen zijn er kosten die samenhangen met de uitvoering van de bestrijding van de mond- en klauwzeer, zoals veterinaire diensten, vervoer, destructie, opslag, politie en dergelijke.

..

Vier jaar geleden brak in Nederland de varkenspest uit. Het directe productieverlies door het ruimen van 11 miljoen varkens kwam toen uit op 2,4 miljard gulden, wat een neerwaarts direct effect op de groei van het BBP tegen marktprijzen veroorzaakte van 0,3%-punt. De kosten die samenhingen met de bestrijding van de varkenspest lagen toen op 0,6 miljard gulden. Overigens was de werkelijke schade voor de economie groter, omdat in bovenstaand totaalbedrag van 3 miljard gulden de uitstralingseffecten naar andere branches (slachterijen, transporteurs, veevoederproducenten) niet zijn inbegrepen. Ook vervolgschade door structureel omzetverlies als gevolg van beleidsmaatregelen (leegstand, productiebeperkingen) is niet meegenomen.

..

Consumentenprijzen: hoogste inflatie sinds eind 1991 De inflatie is in februari dit jaar uitgekomen op 4,5%. In januari werd nog 4,2% gemeten. De nieuwste uitkomst is de hoogste sinds december 1991. Een groeiend aantal consumenten houdt er inmiddels rekening mee dat de inflatie nog verder zal oplopen. De opbouw van de inflatie is de afgelopen maanden drastisch gewijzigd. Gedurende het jaar 2000 werd de inflatie in belangrijke mate veroorzaakt door de ontwikkeling van de prijzen van energieproducten. De laatste maanden dragen andere factoren steeds meer bij aan het hoge inflatiecijfer.

De stijging van het algemene BTW-tarief van 17,5 naar 19% veroorzaakte per januari 2001 een prijsstijging van ruim 0,5%. De gevolgen van deze BTW-stijging zullen tot en met december in het inflatiecijfer tot uitdrukking komen. De artikelen die onder dit tarief vallen, uitgezonderd energieproducten, zijn in februari gemiddeld 3,9% duurder dan een jaar eerder. In januari was dat nog 3,3 %.

Het lage BTW-tarief van 6% is in januari niet veranderd. Desondanks stijgen artikelen die onder het lage BTW-tarief vallen de laatste maanden sterk in prijs. In februari zijn deze artikelen gemiddeld 4,8% duurder dan een jaar eerder. Het gaat hierbij vooral om voedingsmiddelen. De directe invloed op het inflatiecijfer van de prijsstijging van autobrandstoffen is grotendeels uitgewerkt. De prijsstijgingen van gas en elektriciteit dragen nog wel onverminderd bij aan de inflatie. Omdat deze tarieven vertraagd worden aangepast aan de prijsontwikkelingen op de wereldmarkt, heeft de prijsdaling van ruwe olie vanaf het najaar van 2000 hierop nog geen effect gehad.

Een deel van de toegenomen inflatie is echter niet aan de hiervoor genoemde factoren toe te rekenen. Een mogelijke oorzaak is een naijleffect van de BTW-verhoging. Dit kan optreden wanneer winkeliers hun prijzen in januari nog niet aan het nieuwe BTW-tarief hadden aangepast, maar dat in februari alsnog hebben gedaan. Een andere mogelijke oorzaak is, dat de in het afgelopen jaar sterk gestegen energiekosten door bedrijven met vertraging in de prijs van consumentenproducten worden doorgegeven.

Binnen de vijftien landen van Europese Unie (EU) is Nederland in februari het land met het hoogste inflatiecijfer. De geharmoniseerde consumentenprijsindex ligt in ons land 4,9% hoger dan een jaar eerder. Het inflatiecijfer voor de EU als totaal bedraagt 2,3%.

..

Consumentenvertrouwen: in maart verder gedaald
Het consumentenvertrouwen is in maart voor de derde achtereenvolgende maand gedaald. Het is nu net zo laag als eind 1998, tijdens het dieptepunt van de Aziëcrisis. De daling is geheel toe te schrijven aan een minder gunstig oordeel over het economisch klimaat. Vooral over de toekomstige economische ontwikkelingen is de consument somberder geworden. Het percentage consumenten dat een verslechtering verwacht is gestegen van 31% in februari tot 41% in maart. Het aantal optimisten is juist gedaald van 13% naar 9%. Per saldo verwacht dus 32% dat het de komende maanden economisch slechter gaat.

De koopbereidheid is in 2001 stabiel, maar ligt wel op een lager niveau dan in 2000. Het aantal huishoudens dat de tijd gunstig acht voor het doen van grote aankopen is in maart licht gestegen. Daar staat tegenover dat de consument iets minder optimistisch is geworden over zijn eigen financiële situatie in de komende twaalf maanden. In februari en maart is het aantal consumenten dat een verbetering van de eigen financiën verwacht kleiner dan in de voorafgaande maanden. De groep die een verslechtering voorziet is daarentegen groter geworden. Er is dus geen duidelijk positief effect van de herziening van het belastingstelsel te zien. Dit kan voor een deel samenhangen met de opgelopen inflatieverwachting. In de eerste maanden van 2001 verwacht circa 40% van de huishoudens dat de prijzen de komende tijd harder zullen stijgen dan tot nog toe. Midden vorig jaar was dat nog ongeveer 20%.

Bevolking: Nederland telt 16 miljoen inwoners
Op 7 maart bereikte Nederland het aantal van 16 miljoen inwoners. In ongeveer tien jaar is de bevolking van ons land toegenomen met één miljoen inwoners. Hiervan is 0,6 miljoen het gevolg van natuurlijke groei (geboorte minus sterfte), de overige 0,4 miljoen komt voort uit het migratiesaldo. Ook voor het komende decennium wordt een bevolkingstoename verwacht met een miljoen. Na 2011 zal het groeitempo van de bevolking echter teruglopen, vooral als gevolg van de afname van de natuurlijke groei door de vergrijzing. Volgens de huidige prognoses zal het aantal van 18 miljoen inwoners dan ook pas na 2030 worden bereikt.

..

Internationaal: België
De Belgische economie was vorig jaar met een groei van 4,0% in erg goede doen. Het is het hoogste groeicijfer van de afgelopen tien jaar en zowat een half procent hoger dan economische groei in het eurogebied. In de eerste helft van 2000 lag de volumetoename van het bruto binnenlands product (BBP) zelfs om en nabij de 5%. In de tweede helft is de economie echter naar een evenwichtiger groeipad van iets boven de 3% teruggevallen. De buitenlandse handel was de belangrijkste drijvende kracht achter de economische groei. Gestimuleerd door de dynamische ontwikkeling van de wereldhandel, de binnenlandse kostenbeheersing en de koersdaling van de euro, nam de uitvoer vanaf het midden van 1999 snel toe. In het eerste kwartaal van 2000 bereikte de export een hoogtepunt met een volumestijging van 19%. Daarna is de groei van de uitvoer gestaag teruggelopen, maar over heel 2000 toch nog op ruim 10% uitgekomen. Driekwart van de goederen die België uitvoert gaat naar de landen van Europese Unie. De buurlanden Frankrijk, Duitsland en Nederland nemen tezamen al de helft van de export uit België voor hun rekening.

De gezinsconsumptie is in België goed voor 54% van het BBP. Gesteund door een in de loop van 2000 sterk verbeterd consumentenvertrouwen steeg verleden jaar het volume van de gezinsconsumptie met bijna 3%. Vanaf het midden van de jaren negentig hebben in België de bedrijfsinvesteringen een sterke expansie vertoond. In de periode 1995-1999 lag gemiddelde groei van de bedrijfsinvesteringen op bijna 6%. Verleden jaar was de stijging 4% en komt het relatieve aandeel van de bedrijfsinvesteringen in het BBP op 15%, wat vergelijkbaar is met de piekwaarde van 1990.

Als gevolg van de forse olieprijsstijging en de duurdere dollar is ook in België de inflatie aanzienlijk opgelopen. De geharmoniseerde consumentenprijsindex lag verleden jaar 2,7% hoger dan in 1999 en kende in september 2000 een top met een stijging van 3,9%. Daarmee behoorde België verleden jaar tot de landen met de hoogste inflatiecijfers binnen het eurogebied, terwijl de prijsstijging in België voorheen juist onder het Europese gemiddelde lag. Deze achteruitgang is uitsluitend toe te schrijven aan het feit dat stookolie en motorbrandstoffen in België een relatief groot aandeel in het totale consumptiepakket hebben. Het indexcijfer ongerekend energieproducten geeft dan ook een inflatiebeeld te zien dat veel dichter bij het Europese gemiddelde licht.

Sedert 1997 vertoont het groeitempo van de werkgelegenheid bij onze zuiderburen een opgaande trend. In 2000 zijn naar verwachting 68 000 arbeidsplaatsen gecreëerd, wat een groei betekent van 1,8%. Dit is sinds lange tijd het beste resultaat wat is opgetekend en men moet tot eind 1988 teruggaan om vergelijkbare groeicijfers van de werkgelegenheid te vinden. De werkloosheid daalde verleden jaar met 33 duizend naar 474 duizend personen. In 2000 kwam in België de geharmoniseerde werkloosheidsgraad gemiddeld uit op 8,5% van de beroepsbevolking, wat 0,6%-punt lager is dan in 1999. De positieve cijfers over de arbeidsmarkt kunnen aan een aantal factoren worden toegeschreven. In de eerste plaats heeft natuurlijk de gunstige economische ontwikkeling een rol gespeeld. Op de tweede plaats heeft zich een accentverschuiving voorgedaan naar een actiever arbeidsmarktbeleid. En ten derde hebben de beheerste loonontwikkeling en de verlaging van de indirecte arbeidskosten de afgelopen jaren de substitutie van arbeid door kapitaal afgeremd, wat de arbeidsintensiteit van de groei ten goede is gekomen.

Na een halve eeuw van onafgebroken begrotingstekorten, waren de inkomsten en de uitgaven van de Belgische overheid in 2000 globaal weer in evenwicht. Dit betekent een verbetering van het tekort met 0,7%-punt BBP ten opzicht van 1999. De staatsschuld kwam vorig jaar boven de 11 000 miljard franc uit en bedraagt 112% van het BBP. Voor het zevende jaar op rij is de schuldquote van de overheid gedaald. In 1993 lag deze quote nog op een top van bijna 140% BBP.

In 2000 zijn de groeipercentages van een opvallend groot aantal indicatoren (zoals BBP, export, investeringen en werkgelegenheid) van België en Nederland vrijwel aan elkaar gelijk. Belangrijke verschillen tussen beide landen zijn er met betrekking tot het niveau van de werkloosheid en de staatsschuld. Het geharmoniseerde werkloosheidspercentage kwam in 2000 in Nederland uit op 2,8% van de beroepsbevolking tegen 8,5% in België, terwijl de staatsschuld uitgedrukt als percentage van het BBP in België bijna het dubbele was van die in Nederland (België 112% en Nederland 60% BBP). Daar is begin dit jaar een fors verschil in inflatie bijgekomen. In februari is de Belgische geharmoniseerde consumentenprijsindex 2,5% hoger dan een jaar eerder en de Nederlandse 4,9%.
(Bron: Economisch tijdschrift feb. 2001, Nationale Bank van België)

Het Conjunctuurbericht is een uitgave van de divisie Macro-economische Statistieken en Publicaties, sector Prijzen, Conjunctuur en Programmazaken, e-mail: infoservice@cbs.nl. Laatst gewijzigd: 29 maart 2001

© Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, 2001 Bronvermelding is verplicht.
Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan.

..

Laatst gewijzigd: 29 maart 2001