Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Actualiteit

Conjunctuurmeting bouwnijverheid februari 2001



Nog steeds verwachten veel bouwbedrijven prijsstijgingen Eind 2000 meldden veel bouwbedrijven te verwachten, dat hun afzetprijzen zouden stijgen. In extreme mate gold dit voor de bedrijven in de b&u; in november 2000 verwachtte 90 % van de b&u bedrijven prijsstijging. Uit figuur 1 blijkt, dat er ieder jaar tegen het eind van het jaar een stijging valt waar te nemen van het aantal bedrijven, dat prijsstijging verwacht. Normaal daalt dit percentage na december sterk. Echter in februari 2001 verwacht nog steeds twee derde van de b&u bedrijven een prijsstijging. Dit aandeel is nog steeds hoger dan de piek in voorgaande jaren.

In de grond-, water- en wegenbouw is de ontwikkeling van het percentage bedrijven, die prijsstijging verwachten in de periode eind 2000, begin 2001 geheel afwijkend van voorgaande jaren. In deze sector stijgt het percentage vanaf december 2000 en komt eind februari uit op 44 procent (zie figuur 2). Hierbij valt op dat het vooral de wegenbouwbedrijven zijn die prijsstijging verwachten.

Het voorgaande blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van februari 2001 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking. In het onderstaande wordt kort aandacht besteed aan de overige uitkomsten van de conjunctuurmeting, die in de bijgaande tabellen zijn verwerkt.

Ondanks het feit, dat een kwart van de gww bedrijven stagnatie in de voortgang van de werkzaamheden ondervond als gevolg van de weersomstandigheden was in februari 2001 het aandeel gww bedrijven, dat een stijging van de bedrijvigheid meldde hoger dan het aandeelbedrijven met een daling in de voortgang. De gww bedrijven zijn over het algemeen ook positief over de nabije toekomst. Zowel het positieve oordeel over het onderhanden werk als over de verwachte personeelsontwikkeling wijzen hierop.

In de b&u zijn de verwachtingen ook positief zij het wat de personeelsontwikkeling betreft gematigder dan in de gww. In de b&u is personeelsgebrek de belangrijkste stagnatieoorzaak. Eén op de vier b&u bedrijven meldt deze stagnatieoorzaak. In de woningbouw meldt zelfs 28 procent personeelsgebrek als belangrijkste bron van stagnatie.

Tabel 1 februari 2001

bouwnij-

b. en u.

gww

verheid

Bedrijvigheid


+ *)

17

15

25

=

71

74

59


-

12

11

15

Onderhanden werk


+

23

22

28

=

69

72

59


-

8

6

13

Onderhanden werk in mnd productie

7,7

8,5

4,7

Voortgang onderhanden werk


- geen stagnatie

52

52

50


- stagnatie als gevolg van

. onvoldoende orders

3

2

4

. weersomstandigheden

15

12

23

. personeelsvoorziening

21

25

8

. materiaalvoorziening


1



2



1


. onderaannemers


2


2

0

. overige oorzaken

7

5

14

Verwachte personeelsbezetting


+

25

19

46

=

68

73

53


-

7

8


1


Verwachte prijsontwikkeling


+

62

67

44

=

38

33

56


-


1



1


0


*) + toename

= blijft gelijk


- afname

bron: EIB

Tabel 2 februari 2001

woning-

utiliteits-

wegen-

grond- en

bouw

bouw

bouw

waterbouw

Bedrijvigheid


+ *)

19

11

36

17

=

69

79

50

67


-

12

10

15

16

Onderhanden werk


+

18

26

37

20

=

75

68

50

67


-

7

6

13

13

Onderhanden werk in mnd productie

8,8

8,3

4,8

4,7

Voortgang onderhanden werk


- geen stagnatie

48

56

50

50


- stagnatie als gevolg van

. onvoldoende orders


2



2


4


3


. weersomstandigheden

13

12

27

20

. personeelsvoorziening

28

21


1


13

. materiaalvoorziening


1



2



3


0

. onderaannemers

3


2


0

0

. overige oorzaken


4



5


15

13

Verwachte personeelsbezetting


+

19

19

50

43

=

72

73

50

55


-

8

8

0


2

Verwachte prijsontwikkeling


+

66

68

54

36

=

33

32

46

63


-


1


0

0


1



*) + toename

= blijft gelijk


- afname

bron: EIB

omhoog
omhoog