Staatssecretaris De Vries: waardering voor Calidad, vraagteken bij
FIPA
Een persbericht bij het onderwerp Nederlands beleid
29 maart 2001
Tijdens de behandeling van de begroting voor Koninkrijksrelaties
in de Eerste Kamer heeft staatssecretaris Gijs de Vries waardering
geuit voor de voortgang van het Calidadprogramma op Aruba. Hij
hechtte in het bijzonder belang aan de wetgeving over politieke
partijen. Hij sprak de hoop uit dat de Staten deze spoedig zouden
vaststellen, en dat de komende tijd ook de nodige wetgeving zou
worden ingediend om giften aan politieke partijen openbaar te
maken. De Vries ziet dergelijke wetgeving als een belangrijke
bijdrage aan de kwaliteit van het openbaar bestuur en de
democratie.
Gevraagd naar de stand van de overheidsfinanciën op Aruba citeerde
de staatssecretaris de rapportage van de Arubaanse Centrale Bank,
die becijferde dat het begrotingstekort in de eerste drie
kwartalen van 2000 meer dan 100 miljoen florin bedroeg. Hij
herinnerde aan de afspraak, dat Nederland bereid is bij te dragen
aan de sanering van Arubaanse schulden, mits Aruba in 2001
begrotingsevenwicht tot stand brengt.
Sprekend over de mogelijke oprichting van een fonds (FIPA),
waardoor de Arubaanse regering een groter bedrag aan investeringen
zou kunnen uitgeven dan in de landsbegroting is voorzien, wees
staatssecretaris De Vries op de open brief van de
werkgeversorganisatie ATIA, waarin ernstige bedenkingen tegen een
dergelijke stap worden geuit. Tevens maakte hij melding van de
zorgen in politieke kring, dat langs deze weg het toezicht van de
Staten op het gebruik van publieke fondsen door middel van de
Rekenkamer zou kunnen worden ingeperkt, evenals het budgetrecht
van de Staten. Hij herinnerde eraan dat artikel 29 van het Statuut
van het Koninkrijk voorschrijft dat de Antillen en Aruba voor het
aangaan van buitenlandse leningen de instemming moeten hebben van
de Rijksministerraad. De staatssecretaris sprak de hoop uit de
Tweede en Eerste Kamer op afzienbare termijn te kunnen informeren
over de verenigbaarheid van de eventuele FIPA met het Statuut.