Consumenten vinden zorgwachtlijsten onacceptabel
De wachttijden voor ziekenhuisbehandelingen zijn in de ogen van consumenten vaak langer dan ze volgens de officiële normen zouden moeten zijn. En zelfs die normen zijn te ruim opgesteld als het aan wachtenden ligt. Zo blijken consumenten gemiddeld tien weken te moeten wachten op een niet-spoedeisende behandeling bij een cardioloog; aanvaardbaar voor hen is een wachttijd van ruim vier weken.
Dit blijkt uit een onderzoek onder het Consumentenpanel Gezondheidszorg, een samenwerkingsverband van Nivel en de Consumentenbond, dat 29 maart wordt gepubliceerd in de Consumentengids.
Vorig jaar zijn in het zogeheten Treekoverleg door onder meer ziekenhuizen, huisartsen en medisch specialisten streefnormen voor wachttijden opgesteld voor niet spoedeisende hulp. Er zijn twee typen normen: de maximaal aanvaardbare wachttijd voor iedereen en de aanvaardbare wachttijd waarbinnen 80% van de patiënten toegang moet hebben gekregen. Deze Treeknormen moeten voor 1 januari 2003 worden gehaald. Op dit moment blijkt dat er nog een lange weg te gaan is, want ze worden nu volstrekt niet gehaald. Bovendien komen de normen niet overeen met wat consumenten aanvaardbaar vinden.
Volgens de Treeknormen mag een patiënt op een ziekenhuisopname niet langer wachten dan zeven weken en moet 80% zelfs binnen vijf weken geholpen worden. In de praktijk blijkt dat na vijf weken nog maar 64% is geholpen en na zeven weken wacht nog steeds 23% op opname. Slechts 6,5% van de mensen is bereid vijf weken of langer op opname te wachten.
De gemiddelde wachttijd voor een poliklinisch consult is 4,8 weken, voor niet spoedeisende gevallen 5,2 weken. Slechts 46% is binnen drie weken geholpen, terwijl de normen voorschrijven dat dit 80% van de patiënten moet zijn. 33% van de respondenten in het onderzoek moesten langer dan vier weken wachten, terwijl volgens de Treeknorm iedereen binnen vier weken moet zijn geholpen.
Uitgesplitst naar specialismen laat het onderzoek zien dat de hartspecialist gemiddeld de langste wachttijd heeft, tien weken, gevolgd door de internist (7,5 weken), de neuroloog (6,2 weken) en de maag-darm specialist (6,2 weken). De algemeen chirurg blijkt gemiddeld een relatief korte wachttijd te hebben, namelijk 2,6 weken.
De Consumentenbond vindt dergelijke wachttijden onaanvaardbaar. Het gevolg kan zijn dat de kwaal verergert, dat een consument langer pijn heeft en in onzekerheid zit, of langer medicijnen moet gebruiken.