Regionale opsplitsing vennootschapsbelasting aanslagjaar 1998: Vlaamse
dynamiek bestendigd (30/03/01)
Naar jaarlijkse gewoonte bevroeg VU-kamerlid Geert Bourgeois de
Minister van Financiën omtrent de regionale opsplitsing van het aantal
vennootschappen, hun gemiddelde belastbare basis en de opbrengst van
de vennootschapsbelasting. In zijn antwoord reikte de minister cijfers
aan voor het aanslagjaar (aj.) 1998 (toestand eind mei 2000).
Uit deze vrij volledige cijfers kan worden afgeleid dat het Vlaamse
aandeel in de vennootschapsbelasting de jongste jaren gestaag toenam:
het bedroeg voor aanslagjaar 1998 ongeveer 51,9 % van de totale
opbrengst (tegenover ongeveer 48,2 % voor het aanslagjaar 1995). Het
aandeel van de twee andere gewesten stagneerde. Op het grondgebied van
het Waalse gewest wordt slechts 12,2 % van de vennootschapsbelasting
geïnd. Het Brusselse aandeel in de opbrengst van de
vennootschapsbelasting zou stagneren rond de 35,7 %.
Het antwoord van minister Reynders liet maarliefst 10 maanden op zich
wachten, niettegenstaande de administratie zich baseerde op cijfers
van mei 2000. Vermoedelijk betreft het hier dus een vergetelheid van
de minister.
Uit deze cijfers over de evolutie van de regionale verdeling van de
opbrengst van de vennootschapsbelasting kan het volgende afgeleid
worden:
Het aandeel van het Vlaams Gewest in de Venn.B is de jongste jaren
sterk toegenomen. Het bedroeg in het aanslagjaar 1993 nog 50,9 %. In
aj. 1994 volgde een relatief forse daling van 3,4 %. Deze relatieve
achteruitgang werd in de periode aj. 1995- aj. 1997 gestaag ingelopen
(49,4 % in aj 1997). De cijfers voor het aanslagjaar 1998 bevestigen
deze opwaartse trend: bijna 52 % van de opbrengst situeert zich in het
Vlaamse Gewest. In het aj. 1995 (laatste definitieve cijfers) werd in
het Vlaamse Gewest ongeveer 111,5 miljard frank geïnd. Op basis van
bijna volledige cijfers voor aj. 1998 bedraagt de opbrengst van de
Venn.B in het Vlaamse Gewest reeds 146,2 miljard frank. Een stijging
met 34,7 miljard frank (+ 31,2 %) in 3 jaar tijd.
Het relatief aandeel van het Waals Gewest in de Venn.B daalde vrij fors de jongste jaren. In het aj. 1995 bedroeg het nog 16,6 %. De volgende twee jaar volgde een vrij forse daling. De vrij volledige cijfers voor het aj. 1998 doen een stabilisatie van dit relatieve aandeel vermoeden rond 12,2 %. In het aj. 1995 droegen de vennootschappen in het Waalse Gewest 38,4 miljard frank bij aan de staatsinkomsten. De teller voor het aj. 1998 stond in mei 2000 op 34,5 miljard frank. Dit impliceert een nominale daling van 3,9 miljard frank op 3 jaar (- 10.1 %). Hierbij werd dus nog niet eens gecorrigeerd voor de inflatie-evolutie. Merk ook op dat de toename van de vennootschapsbelasting in het Vlaamse gewest in de periode aj. 1995-aj. 1998 ( + 34,7 miljard frank) de totale opbrengst van de Venn.B in het Waals Gewest in aj. 1998 (34,5 miljard frank) overtreft.
In 1993 bedroeg het relatieve aandeel van Brussel in de opbrengst
van de vennootschapsbelasting 33,1 %. Dit aandeel zou in het aj. 1998
zijn opgelopen tot 35,7 %. In de periode aj. 1995- aj. 1998 nam de
opbrengst van de vennootschapsbelasting in Brussel ook sterk toe, van
81,3 miljard tot 100,4 miljard. Een toename met 19,1 miljard frank (+
23,4 %).
Op basis van deze cijfers kunnen we dus besluiten dat de opbrengst van
de vennootschapsbelasting de jongste jaren boomde in het Vlaamse
Gewest en, in iets mindere mate, in Brussel. Het relatieve aandeel van
Vlaanderen in de opbrengst van de vennootschapsbelasting nam de
jongste jaren gestaag toe. Uit deze cijfers valt ook af te leiden dat
de economische dynamiek in het Waals Gewest ontoereikend blijft.
Een andere graadmeter die enig licht werpt op de economische dynamiek
in de verschillende regios is de evolutie van het aantal
vennootschappen.
Van de 278.619 Belgische vennootschappen die een aangifte indienden
in het aanslagjaar 1998, zijn er 163.480 gedomicilieerd in het Vlaamse
Gewest. Dat zijn er 9.955 meer dan in het aanslagjaar 1995 (+ 6,4 %).
In aj. 1995 bedroeg het Vlaamse aandeel in het totaal aantal
vennootschappen 56,6 %. In het aanslagjaar 1998 is dit aandeel
opgelopen tot 58,6 %.
In het aj. 1998 telde het Waals Gewest 66.998 vennootschappen. Dat
zijn er 25 minder dan in het aanslagjaar 1995. Het Waalse aandeel in
het totaal aantal vennootschappen bedroeg in het aj. 1998 24 %. In het
aj. 1995 lag dit aandeel iets hoger (24,7 %).
Het aantal vennootschappen in Brussel is de jongste jaren bestendig
afgenomen. In het aanslagjaar 1998 telde Brussel 48.141 inwonende
vennootschappen. Dat zijn er 2.107 ( - 4,1 %) minder dan in het aj.
1995, hetgeen zich dan ook uit in een inkrimpend relatief aandeel
(18,5 % in aj. 1995 tegenover 17,2 % in aj. 1998).
Deze vaststellingen leiden ons tot de volgende conclusies. De opbrengst van de vennootschapsbelasting in Brussel nam de jongste jaren sterk toe, maar het aantal vennootschappen nam tot het aanslagjaar 1998 af. Dit impliceert uiteraard dat de belastbare basis van de in Brussel gevestigde ondernemingen recent sterk toenam. Dit blijkt ook uit de cijfers: de gemiddelde Brusselse belastbare basis (waarop de vennootschapsbelasting berekend wordt) boomde in de periode aj. 1995 aj. 1998 van 8,3 miljoen frank tot 12,2 miljoen frank.
De forse toename van het aantal vennootschappen in het Vlaamse Gewest is hoopgevend. Deze (jonge) ondernemingen zijn gemiddeld echter kleiner en dus minder winstgevend dan de Brusselse ondernemingen. Dit uit zich dan ook in een lagere gemiddelde belastbare basis (ongeveer 4,3 miljoen frank tegenover 3,4 miljoen frank in het aj. 1995).
De gemiddelde belastbare basis van de vennootschappen gelegen in het
Waalse gewest is in de periode aj. 1995 aj. 1999 ongeveer gelijk
gebleven (2,7 miljoen frank. Wallonië heeft dus met zijn
toekomstcontract nog veel werk voor de boeg.
Auteur:
Kamerfractie
Geert Bourgeos, VU-kamerlid
Meer informatie:
Contactpersoon: Ben Weyts, woordvoerder
Telefoon: 02/219.49.30
Fax: 02/217.35.10
E-post: ben.weyts@vu.be
Url: www.vu.be