Centraal Bureau voor de Statistiek

CBS

CBS: INDEX: ICT en de economie

Vandaag verschijnt het derde nummer van dit jaar van het blad INDEX. Centraal staat het thema ICT en de economie. Voor dit nummer is bij wijze van voorpublicatie geput uit de nieuwe themapublicatie De digitale economie 2001 die binnenkort verschijnt. De volgende onderwerpen komen in deze INDEX aan bod:

Het nut van het net
De verwachtingen over de effecten van het gebruik van informatie-technologie op de economie en de maatschappij zijn hooggespannen: lagere transactiekosten, efficiëntere productieprocessen, veranderingen in arbeidsverhoudingen en consumentengedrag en zelfs permanent hogere economische groei. De ICT-sector die de noodzakelijke goederen en diensten produceert voor de digitale economie is de laatste jaren enorm gegroeid.

De opkomst van netwerken
Al voor de komst van internet bestonden er elektronische netwerken van bedrijven. Dit waren branchegebonden gesloten netwerken van enkele bedrijven. Deze netwerken hadden een specifiek doel, zoals gezamenlijk bestellen bij toeleveranciers. Met de introductie van internet zijn deze netwerken niet verdwenen. Een en ander betekent dat negen van de tien bedrijven inmiddels beschikken over een toegang tot een elektronisch netwerk.

Harde en zachte innovatie
Bedrijven vernieuwen hun producten of productieprocessen om de concurrentie het hoofd te bieden. Het enkel realiseren van technologische vernieuwingen is echter meestal niet voldoende. De invloed van niet-technologische vernieuwingen (de zogenaamde zachte innovaties) blijkt minstens zo belangrijk voor de concurrentiepositie.

Profiel van de e-shopper
Het aantal mensen dat in het huishouden toegang heeft tot internet is tussen januari 1998 en juni 2000 toegenomen van 2,3 miljoen tot bijna 6,5 miljoen. Zij gebruiken het internet vooral om te e-mailen en te surfen. In nog maar weinig huishoudens wordt het internet ook gebruikt om elektronisch te winkelen. De weinigen die dat wel doen, vallen op als hoogopgeleide, alleenstaande mannen tussen 25 tot 34 jaar oud met een behoorlijk inkomen.

Klein en innovatief
Vernieuwing van producten en van productieprocessen vindt in grote en kleine bedrijven plaats. De wijze waarop en de frequentie waarmee dit gebeurt, verschilt met de omvang van het bedrijf. In de periode 1996-1998 heeft dertig procent van de bedrijven met een tot tien werknemers (technologisch) vernieuwende activiteiten ontplooid. Voor de grote bedrijven (tien werknemers of meer) is dit percentage innoverende bedrijven veertig.

Ambitieuze kenniseconomieën
De Nederlandse kenniseconomie staat er binnen de Europese Unie redelijk tot goed voor. Het percentage Nederlandse bedrijven dat innoveert ligt in de buurt van het EU-gemiddelde. Deze innovatiegraad ligt voor de Nederlandse industrie op 62 procent (1994-1996). Dat is aanzienlijk hoger dan het Europese gemiddelde van 51 procent. Nederland staat daarmee op de vijfde plaats van de vijftien EU-landen. De achterstand tot met name de Verenigde Staten is echter nog groot.

RSI-klachten
Stijfheid, tintelingen en pijn in de nek, schouders, armen, polsen en handen zijn klachten die onder de noemer RSI vallen. Eén op de vijf werkenden heeft zulke klachten en hun aantal neemt toe. RSI komt relatief veel voor bij werkenden in de bouwnijverheid en industrie en bij mensen met een lager beroepsniveau.

Zijn internetters eenzaam?
Medio 2000 hebben zeven van de tien personen een computer thuis. Vier van de tien hebben een aansluiting op het internet. De intrede van de nieuwe technologie blijkt - vooralsnog - weinig gevolgen te hebben voor de leefsituatie van de internetgebruikers. Hun persoonlijke contacten komen door al het e-mailen, surfen, downloaden en elektronisch winkelen niet in het gedrang. Al deze activiteiten sorteren geen effect op het ervaren geluk van de gebruikers van het internet.

Conjunctuurbericht
In het blad is verder het Conjunctuurbericht opgenomen met daarin de meest recente cijfers over de Nederlandse economie.