Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid

Persbericht

De bouwarbeidsmarkt in het najaar van 2000



Steeds meer bouwplaatspersoneel heeft vakopleiding Het aandeel werkenden op de bouwplaats met een vakopleiding stijgt nog steeds. De afgelopen 10 jaar nam dat aandeel toe van een derde naar bijna de helft. Met name bouwplaatspersoneel met een niet bouwgerichte dagopleiding, vaak mavo, volgt in toenemende mate een primaire en secundaire vakopleiding. Opvallend is dat het aandeel timmerlieden met een vakopleiding de afgelopen 10 jaar nauwelijks is gegroeid maar bij de metselaars sterk is toegenomen. Dit zijn enkele uitkomsten uit het jaarlijkse arbeidsmarktonderzoek onder bouwplaatspersoneel van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Eind 2000 is voor de twee en twintigste keer aan duizend werknemers op de bouwplaats (exclusief uitvoerders) mondeling een groot aantal vragen gesteld over hun arbeidsmarktpositie en hun arbeidsomstandigheden. De resultaten zijn vermeld in het rapport De bouwarbeidsmarkt in het najaar van 2000. Andere resultaten van het onderzoek zijn:
De gemiddelde bedrijfsbinding van bouwplaatspersoneel is bijna 10 jaar en de gemiddelde bedrijfstakbinding bijna 18 jaar. Bijna de helft van het bouwplaatspersoneel is al meer dan 20 jaar in de bedrijfstak werkzaam. De gemiddelde leeftijd van het bouwplaatspersoneel stijgt. Tien jaar geleden was die 35 jaar en nu ruim 38 jaar. Dit jaar is de kans op werkloosheid weer verder afgenomen. In 1990 was nog 10 procent van het bouwplaatspersoneel korter of langer werkloos geweest. Dit jaar was dat percentage nog maar 3. Het betreft veelal winterwerkloosheid in de gww-sector. In toenemende mate krijgt het bouwplaatspersoneel een toeslag op het cao-loon. In 1990 gold dat voor ruim de helft en nu heeft ruim twee derde een toeslag. De hoogte van die toeslag bleef gedurende de afgelopen 10 jaar 12 à 13 procent maar steeg dit jaar tot ruim 15. Volgens eigen opgave van het bouwplaatspersoneel steeg hun netto-loon in 2000 gemiddeld met ruim 2,5 procent. Een kwart van het bouwplaatspersoneel werkte in het najaar van 2000 over. Ze deden dat gemiddeld 5 uur per week. Met name in de gww komt overwerk van oudsher relatief vaak voor. In die sector werkte 40 procent over en wel gemiddeld 8 uur per week. Gemiddeld legt het bouwplaatspersoneel dagelijks 35 kilometer af van huis naar werk. Ze doen daar ruim een half uur over. Een derde van het bouwplaatspersoneel zegt langdurig te pendelen. Degenen die dat zeggen leggen per dag gemiddeld 75 kilometer af en hebben daar ruim een uur voor nodig. Met name onder bouwplaatspersoneel uit de regio Oost neemt de langdurige pendel toe. Voorheen was dat aandeel in de regio Zuid relatief het hoogst. Het overgrote deel van het bouwplaatspersoneel ervaart zijn werk wat betreft beloning, werkzekerheid en arbeidsomstandigheden als goed.