Antwoorden op kamervragen van Arib over alphahulpen (2000107600)
Vraag 1.
Hebt u kennis genomen van het bericht "Alphahulpen betalen te veel belasting"?
Antwoord
Ja, met dank overigens voor het toezenden van de door u geciteerde nieuwsbron.
Vraag 2.
Klopt het dat de alphahulpen er, na invoering van het nieuwe belastingstelsel en ondanks de
bijzondere heffingskorting netto op achteruit gaan? Zo ja, waar wordt deze achteruitgang
door veroorzaakt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Nee, het bericht klopt niet, het bevat verkeerde informatie. Voor de goede informatie verwijs
ik u naar de eerdere correspondentie op dit punt met de Kamer en naar de brochure die hier-over
in november 2000 is uitgebracht ten behoeve van de voorlichting aan het veld (zie bijla-ge).
De aanleiding voor de berichtgeving is het persbericht dat de FNV begin februari jl. heeft ver-spreid
naar aanleiding van een actie "meldlijn loonstrookjes". Daar kwam uit naar voren dat
sommige alphahulpen een té lage voorlopige teruggaaf krijgen (i.e. een maandelijks uitbetaling
door de Belastingdienst als teruggaaf van inkomstenbelasting op basis van een daartoe inge-diende
aanvraag). Dat blijkt dan te wijten te zijn aan het feit dat zij het VT-formulier (= het
formulier voorlopige teruggaaf, daarmee kan die maandelijkse teruggaaf worden verkregen)
onjuist hebben ingevuld. Hun inkomsten als alphahulp gaven zij dan namelijk niet aan als "in-komsten
uit overige werkzaamheden" maar als "inkomen uit loondienst". Daardoor wordt bij
hun recht op voorlopige teruggaaf niet de tijdelijke verhoging van de algemene heffingskorting
toegerekend waardoor hun voorschot op een te laag bedrag uitkomt en zij dus op dit moment
meer belasting betalen dan noodzakelijk is.
De berichtgeving over dit punt werd nog eens verwarrender omdat de Telegraaf het persbe-richt
van de FNV op een onjuiste manier tot een krantenbericht heeft verwerkt. De Telegraaf
kwalificeerde de manier waarop het VT-formulier nu juist wél ingevuld had moeten worden als
de onjuiste en andersom.
In de brochure van VWS, opgesteld in samenwerking met Financiën en de Landelijke Vereni-ging
voor Thuiszorg, staat de juiste informatie. Op basis daarvan kan een alphahulp een juist
ingevuld VT-formulier bij de Belastingdienst inleveren. Wanneer eerder een onjuist ingevuld
VT-formulier is ingeleverd, kan het alsnog inleveren van een juist ingevuld VT-formulier be-werkstelligen
dat de maandelijkse voorlopige teruggaaf wordt gecorrigeerd naar het juiste be-drag.
Publieksvoorlichting van VWS, waar veel naartoe gebeld is over de gewijzigde positie
van de alphahulpen, heeft de bellers naar aanleiding van het krantenbericht van de juiste in-formatie
voorzien.
Om misverstanden in de toekomst te voorkomen zal het VT-fomulier op dit punt duidelijker
worden gemaakt.
Vraag 3.
Wat hield de voorlichtingscampagne precies in, die begin dit jaar is gevoerd? Zijn alle al-phahulpen
met deze campagne bereikt?
2
Antwoord
Vorig jaar zomer heb ik een brief geschreven naar alle alphahulpen waarin ik heb gereageerd
op signalen van onrust onder alphahulpen. Daarin heb ik gemeld dat het voor de alphahulpen
per 1 januari 2001 (ondanks het vervallen van de invorderingsvrijstelling) nog steeds lonend
blijft om als alphahulp te werken omdat het Kabinet compenserende maatregelen heeft geno-men.
Ik heb daarin ook een uitgebreide brochure aangekondigd waarin alle relevante informa-tie
staat over de effecten van het nieuwe belastingstelsel op de beloning voor de alphahulpen.
Die brochure is eind november 2000 verschenen, vervolgens op de internetsite van VWS ge-zet,
ook nog eens verspreid via de betrokken koepelorganisaties (met een begeleidend schrij-ven
van de staatssecretaris van VWS) en via een persbericht onder de aandacht gebracht van
de overige media. Vlak vóór Kerstmis is ook nog eens een excerpt van die brochure verspreid
via een advertentie in de huis-aan-huisbladen. Daarin is tevens gewezen op het bestaan van
de brochure en de verkrijgbaarheid ervan via de koepels, de thuiszorginstellingen, de website
van VWS etc. In een postbus-51-uitzending op radio 5 is de materie over de beloning van de
alphahulpen in het kader van het nieuwe belastingstelsel ook nog eens uitvoerig aan de orde
geweest.
VWS en van Financiën hebben op dit onderwerp gezamenlijk geopereerd waardoor beide de-partementen
op de juiste wijze konden voorlichten. Op de eenheden van de Belastingdienst
zijn exemplaren van de brochure beschikbaar.
Verder hebben de verschillende koepelorganisaties en instellingen, ieder op hun eigen manier
en onder hun eigen verantwoordelijkheid, ook gericht informatie verstrekt over deze materie.
Bovendien zijn talloze telefonische en schriftelijke reacties door zowel publieksvoorlichting als
door beleidsambtenaren afgehandeld.
Vraag 4.
Acht u op zeer korte termijn nog een herhaalde campagne wenselijk om alphahulpen er nog-maals
op te wijzen dat ze recht hebben op een aanvullende korting? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, op welke wijze en op welke termijn?
Antwoord
Nee, tot nu toe bestaat de indruk (zie boven) dat er voldoende voorlichting is verstrekt. We
blijven dit overigens wel volgen.
Aangezien er geen financiële en fiscale reden is om te stoppen met het werk als alphahulp,
zou het mogelijk moeten zijn om degenen die zijn gestopt alsnog te overtuigen dat ze best
weer kunnen beginnen met hun werk. Die actie kan het beste op instellingsniveau plaatsvin-den
omdat men daar het overzicht heeft over de afhakers en er daar ook rechtstreeks contact
mee had. Van diverse instellingen is vernomen dat zij zulks daadwerkelijk van plan zijn.
Vraag 5.
Deelt u de mening dat het gevaar van negatieve beeldvorming als gevolg van deze berichtge-ving
zeer groot is? Zo ja, bent u bereid acties te ondernemen om deze beeldvorming te corri-geren?
Zo ja, welke zijn dit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het is erg moeilijk om de beeldvorming te bepalen. Ik acht de thuiszorginstellingen er uitste-kend
toe in staat om adequate informatie aan alphahulpen te verschaffen. Ik verwacht dan
ook dat de instroom van alphahulpen geleidelijk wel weer zal terugkeren naar het oorspronke-lijke
niveau.
3
Ik zal aan het eind van dit jaar bezien of de thuiszorginstellingen er in zijn geslaagd de dip aan
het begin van dit jaar weer ten goede te keren. Als dan blijkt dat die verwachting niet gereali-seerd
wordt, zal ik in overleg met het veld bekijken welke actie wenselijk is.