Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Onderzoek naar inactiviteit etnische minderheden
Een persbericht bij het onderwerp Arbeidsmarktbeleid etnische minderheden

5 april 2001

Het Nederlands Economisch Instituut (NEI) heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een onderzoek uitgevoerd naar de aard en oorzaken van de inactiviteit bij etnische minderheden.
De werkloosheid onder etnische minderheden is in de periode 1994-1999 afgenomen van 26 naar 14 procent. Hoewel de werkloosheid onder etnische minderheden in verhouding tot autochtonen niet is afgenomen, is de arbeidsmarktsituatie onder etnische minderheden in de afgelopen periode desalniettemin aanzienlijk - en sterker dan onder autochtonen - verbeterd. Onder Molukkers is het werkloosheidspercentage inmiddels al gelijk aan dat van autochtonen.
Uit de gegevens van het onderzoek komt een beeld naar voren dat in grote lijnen in overeenstemming is met de recent verschenen CBS-gegevens. Het blijkt dat het aantal niet-werkenden onder etnische minderheden - met name onder Turken en Marokkanen - in verhouding groter is dan onder autochtonen. Etnische minderheden zijn dientengevolge in een grotere mate van een uitkering afhankelijk dan autochtonen. Uit het rapport blijkt overigens wel dat de uitkeringsafhankelijkheid onder etnische minderheden sneller afneemt dan onder autochtonen.
In het NEI-onderzoek worden alle inactieven betrokken, dat wil zeggen personen mét en zonder uitkering. Naast de vier grootste groepen etnische minderheden (Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen) zijn tevens de overige doelgroepen van het integratiebeleid én autochtonen in het onderzoek betrokken. Het rapport verschaft daarmee een dieper inzicht in de achtergronden, vormen en kenmerken van de inactiviteit van etnische minderheden en autochtonen en de verschillen tussen afzonderlijke deelgroepen.