Advies financieringsstructuur huisartsenzorg
Dit persbericht is uitgegeven onder verantwoordelijkheid van de
Commissie Toekomstige Financieringsstructuur Huisartsenzorg.
Donderdag 5 april 2001 heeft de Commissie Toekomstige
Financieringsstructuur Huisartsenzorg haar rapport aangeboden aan
minister Borst van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze
onafhankelijke commissie is eind 2000 door het kabinet ingesteld.
De opdracht van de commissie was om een advies uit te brengen over
een toekomstbestendige systematiek voor de financiering van de
huisartsenzorg.
De commissie heeft geconstateerd dat de huidige financieringswijze
de noodzakelijke modernisering van de huisartsenzorg belemmert. Om
de huisartsenzorg ook in de toekomst te kunnen laten functioneren
als spil van de gezondheidszorg, acht de commissie een ingrijpende
herziening en vereenvoudiging van de financieringswijze
noodzakelijk. Ze adviseert daarom een eenduidige
financieringssystematiek, die is opgebouwd uit twee boxen,
namelijk één box voor de praktijkkosten en één voor het inkomen
van de huisarts. Hierdoor worden deze financieringsstromen
gescheiden.
De systematiek geldt voor alle soorten huisartsenvoorzieningen.
Geen enkele organisatievorm wordt uitgesloten. Tevens adviseert de
commissie om prikkels voor onder andere samenwerking in te brengen
in het model. Over de samenstelling en hoogte van de bedragen die
via de boxen worden gefinancierd, vinden zowel op landelijk als
lokaal niveau onderhandelingen plaats tussen de zorgverzekeraars
en de zorgaanbieders. Op deze wijze kan flexibel worden ingespeeld
op onderlinge verschillen tussen huisartsvoorzieningen in
Nederland.
Betrokken partijen dragen hierdoor meer eigen verantwoordelijkheid
en van hen wordt een proactieve rol verwacht. De reële
zorgbehoefte van de patiënt dient het aanbod te bepalen, in plaats
van andersom. Zorgverzekeraars (zowel ziekenfondsen als
particulier), met zorg- en acceptatieplicht, zijn verantwoordelijk
voor het aanbod van huisartsenzorg. De huisartsen houden zich zo
veel mogelijk bezig met patiëntenzorg en ze voldoen aan
kwaliteitsnormen. Huisartsen en zorgverzekeraars dienen afspraken
met elkaar te maken over het zorgaanbod. Niet alleen
zorgverzekeraars en huisartsvoorzieningen, maar ook de
patiëntenorganisaties spelen daarbij een belangrijke rol.
Met deze voorstellen wordt het aanvaarde streven naar vraagsturing
binnen de huisartsenzorg vormgegeven. De consequentie hiervan voor
het inkomensbeleid en de kostenbeheersing door de overheid is dat
zij als instrumentarium overhoudt: het bepalen van de inhoud van
het totale basisverzekeringspakket en de procentuele
premiestelling.