ONDERDAK VOOR UITGEPROCEDEERDE ASIELZOEKERS DIE DOOR EUROPESE BUREAUCRATISCHE REGELGEVING NIET UITZETBAAR ZIJN
Wethouder Hans Spekman van Sociale Zaken en Maatschappelijke Opvang vindt dat uitgeprocedeerde asielzoekers die door belemmeringen bij de overheid niet uitzetbaar zijn, onderdak moeten krijgen. Een belangrijke belemmering vormt de Europese bureaucratische regelgeving waardoor asielzoekers worden terugverwezen naar het eerste opvangland.
Volgens de wethouder zou deze groep, de zogenaamde Dublinclaimanten, in ieder geval voor onderdak in aanmerking moeten komen. Daarnaast zouden ook de asielzoekers met een vervolgasielverzoek onderdak moeten krijgen. Het Rijk zou dat onderdak moeten organiseren in samenwerking met de gemeenten.
In de eerste week van de inwerkingtreding van de nieuwe Vreemdelingenwet heeft wethouder Spekman, samen met vertegenwoordigers van de gemeenten Dordrecht, Groningen, Nijmegen, Den Haag en Eindhoven en de Commissarissen van de Koningin Alders en Houben, overleg gevoerd met staatssecretaris Kalsbeek van Justitie. Gespreksonderwerp was de problematiek rond de beëindiging van de voorzieningen voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Hoewel het overleg open en informatief was, heeft het niet geleid tot een begin van structurele oplossingen voor de mensen die door bureaucratische rompslomp de dupe worden van het nieuwe terugkeerbeleid.
Wethouder Spekman is van mening dat de landelijke overheid de consequenties van de nieuwe Vreemdelingenwet niet alleen op het bordje van de gemeenten mag leggen. Met de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling en Volksgezondheid die op 17 april bijeenkomt, wil de wethouder bespreken wat de stad zelf zou moeten doen als het Rijk zijn verplichtingen niet nakomt.
Daarnaast zal de gemeente Utrecht blijven deelnemen aan vervolggesprekken met de staatssecretaris van Justitie omdat daar de oplossing ligt.