Reparatie van de opgelopen salarisachterstanden voor gekwalificeerd en hoger opgeleid personeel in de collectieve sector is absolute voorwaarde voor de CMHF om mee te kunnen werken aan andere belangrijke agendapunten in het kader van kwaliteitsverbetering van de collectieve sector. Genoemde voorwaarde vooraf geldt in het bijzonder ook voor de aangekondigde en in voorbereiding zijnde modernisering van de pensioenvoorziening voor medewerkers bij overheid en onderwijs.
Dit zegt de CMHF vandaag in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken en aan de vaste kamercommissies van Binnenlandse Zaken en Financiën. De CMHFreageert hiermee op het rapport van de commissie-Van Rijn. Morgen starten inhet kabinet besprekingen in het kader van de Voorjaarsnota en de nieuwebegroting.
Het ligt voor de hand dat het rapport-Van Rijn aanbevelingen doet om de
maatregelen die moeten leiden tot een daadkrachtige, aantrekkelijke en
productieve sector, via de CAO's van de verschillende sectoren te
implementeren. De CMHF is ten volle bereid die uitdaging op sectorniveau aan
te gaan. Gelet op de extra financiële ruimte die daarvoor nodig is, richt de
CMHF zich nu in eerste instantie op realisatie van deze voorwaarde door het
kabinet.
Zonder diepte-investeringen en structurele verbetering van de positie van
gekwalificeerd en hoger opgeleid personeel, zowel op het gebied van
arbeidsvoorwaarden als op het gebied van humanresource-management (HRM),
zullen de omvangrijke en urgente problemen in het onderwijs en de zorg zich
elders bij de overheid ook steeds sterker gaan manifesteren.
Verder vindt de CMHF dat een zware rol voor de coördinerend minister moet
zijn weggelegd, om de noodzakelijke kwaliteitsverbetering van de gehele
collectieve sector te monitoren en te waarborgen. Met de opdracht aan de
commissie-Van Rijn heeft het kabinet terecht zijn verantwoordelijkheid
genomen voor een noodzakelijke heroriëntatie op het Human Resource
Management-beleid van de overheid als geheel, maar zij zal die
verantwoordelijkheid naar de toekomst toe blijvend moeten waarmaken. De
werkgeversverantwoordelijkheid van de overheid, in eerste instantie bij de
coördinerend minister van BZK, moet beter worden ingevuld dan in de
afgelopen twintig jaar. Dat kan door de negatieve consequenties van het
falende beleid zo snel mogelijk te repareren. Uit tal van incidenten blijkt
dat het overheidsapparaat niet altijd op het niveau functioneert waarop een
moderne samenleving moet kunnen vertrouwen. Alleen al daarom dient
uitvoering van de aanbevelingen uit het rapport de hoogste prioriteit te
hebben.
Oplossing van de bestaande problemen zal om budgettaire en
arbeidsmarkttechnische redenen enige tijd vergen. Als het op keuzes aankomt,
beklemtoont de CMHF dat reparatie van de opgelopen achterstanden vooraf moet
gaan aan wijzigingen die om andere redenen reeds op de agenda staan, c.q.
daarop geplaatst zouden kunnen worden. Doordat de beloningsachterstanden
naar inkomenscategorieën en beroepsgroepen uiteenlopen en er bovendien
verschillen per sector bestaan moeten de aanpassingen ook per groep
verschillend kunnen zijn. Daarbinnen dienen ze echter wel structureel en
collectief van karakter te zijn.
Meer informatie:
Ellen Vloedbeld, pr en voorlichting: 070-419 19 47
Cees Michielse, hoofd beleidszaken: 070-419 19 27, of 06-55 89 39 47