Partij van de Arbeid

Den Haag, 5 april

BIJDRAGE VAN PVDA-FRACTIEVOORZITTER AD MELKERT AAN HET PLENAIRE DEBAT OVER DE BRIEF INZAKE DE VERLOVING EN HET VOORGENOMEN HUWELIJK (27 662)

30 maart was een mooie dag voor Nederland. De vele reacties op de verloving waren vaak uitbundig en breed gedeeld. Toch heeft de minister-president er goed aan gedaan ook stil te staan bij het hele andere gevoel dat een deel van Nederland in een wurggreep houdt. Nu vijf dagen later zijn nog weer meer boeren en hun gezinnen het slachtoffer van de gevolgen van de mond en klauwzeerepidemie. In deze bittere ervaringen mogen en zullen we hen niet alleen laten staan. Ook daarin moeten we eenheid tonen. Kamer en kabinet samen. Gisteren is er in dit huis opnieuw uitgebreid over gesproken.

Vandaag gaat het over het huwelijksvoornemen. Een huwelijksvoornemen als staatszaak. Dat blijft wringen in de moderne tijd. Toch is het het onvermijdelijk gevolg van de plaats die de monarchie inneemt in de Grondwet. Wat eerst telt is de wens van twee mensen om met elkaar verder willen. Ik heb mij vrijdag namens mijn fractie aangesloten bij de vele gelukwensen bij de verloving van kroonprins Willem-Alexander en mevrouw Máxima Zorreguieta. Ik wil die hier graag herhalen.

De beoordeling van het voornemen is echter niet in de eerste plaats bepaald door de persoonlijke aspecten. De rationele afweging van het staatsbelang staat voorop. Dat is een delicate aangelegenheid. Dat is ook gebleken in een tijd dat de massale mediabelangstelling voor de persoonlijke kanten bijdraagt aan een nerveus klimaat waarbij de scheidslijn tussen 'veelbelovende' en 'serieuze' relaties van de kroonprins maar moeilijk was te trekken.

Zowel het kabinet als de Kamer werden hierdoor op onderscheiden wijze voor de vraag gesteld wanneer hun moment zou aanbreken om verantwoordelijkheid te kunnen nemen.

De Kamer kon en mocht niet anticiperen op de spanning tussen de persoonlijke voorkeur en het openbaar belang van een mogelijke relatie met mevrouw Máxima Zorreguieta.

De minister-president moest bij het toenemen van de waarschijnlijkheid van een huwelijk in een tijdig stadium stappen ondernemen om op enig moment zijn verantwoordelijkheid namens de regering te kunnen dragen.

De Kamer moet nu de formele uitkomst beoordelen die bestaat uit drie elementen in een onlosmakelijke samenhang, nl.:


* het voornemen van de regering een Toestemmingswet in te dienen;
* de verklaring van Máxima Zorreguieta waarin zij afstand neemt van het bewind tijdens de juntaperiode in Argentinië en de beginselen van democratie en rechtsstaat onderstreept;

* en de verklaring van de heer Zorreguieta dat hij afziet van aanwezigheid bij het huwelijk.

Het gaat erom of de regering terecht het voornemen heeft een Toestemmingswet voor te bereiden met het uitzicht op voldoende draagvlak in de Staten-Generaal. Het debat hierover is nodig omdat het de legitimatie betreft van het toekomstig feit dat de echtgenote van de toekomstige koning een publieke rol zal vervullen. Daarom moeten we ons heen zetten over onze gewoonte een huwelijksvoornemen als privé-aangelegenheid te beschouwen.

Over de beoordeling van de hoofdzaak kan ik kort en duidelijk zeggen dat de Partij van de Arbeid volledig instemt met de beweegredenen van de regering in haar afweging, aanpak en afronding. Het openbaar belang heeft de doorslag gegeven en zo hoort het ook. Daaraan is een uiterst zorgvuldige procedure vooraf gegaan uitgaande van gepast respect voor de instituties en voor de betrokken personen. Mijn fractie heeft de grootst mogelijke waardering voor de wijze waarop minister-president Kok het standpunt van de regering heeft voorbereid en heeft gepresenteerd. De brede reactie van instemming in de samenleving bevestigt dat een goed evenwicht is gevonden in wat een moeilijke maar zeer noodzakelijke afweging was.

Over de noodzaak hiervan wil ik graag het volgende opmerken.

In mijn fractie en in mijn partij bestond van meet af aan de breed gedeelde opvatting dat niet voorbijgegaan kon en mocht worden aan de plaats van de heer Zorreguieta als medeverantwoordelijke voor de periode van militaire dictatuur in zijn land. In het voortreffelijke rapport van professor Baud is op genuanceerde wijze beschreven wat zijn vermoedelijke rol is geweest en is bovendien aandacht gegeven aan de situatie van anarchie die mede aanleiding vormde tot het ingrijpen van een ondernemerselite en de leiding van het leger. De gruwelperiode die daarmee intrad en die nog dagelijks een nachtmerrie is voor ouders op zoek naar hun kinderen en kinderen op zoek naar hun ouders was en is op geen enkele wijze te rechtvaardigen.

De geschiedenis leert dat - zeker achteraf - de verantwoordelijkheid voor vertrapping van democratie en mensenrechten weinig bazen en vele knechten kent.

De Sociedad Rural Argentina liet in 1980 als haar standpunt optekenen: "Het land is haar Strijdkrachten eeuwige dankbaarheid verschuldigd voor haar overwinning op de onvaderlandslievende subversie." (* Baud, p. 53)

Met zijn brief over de gebeurtenissen in die periode plaatst de heer Zorreguieta zich in een lange traditie van mensen die het niet wisten of niet wilden weten.

Het debat gaat vandaag niet over de inhoud van deze brief. Maar wij hebben ons als volksvertegenwoordigers te uiten over onze motieven, normen en waarden - onze maatstaven - die ons leiden in meningen en besluiten.

De drijfveer voor de fractie van de Partij van de Arbeid en de kern van waar het om gaat in deze situatie liggen in deze simpele overtuiging, in dit ideaal: als we echt de toekomst willen veranderen en humaniteit boven alles willen stellen is het nodig dat ieder individu zich onder alle omstandigheden rekenschap geeft van zijn of haar opdracht om hiernaar te leven en te handelen.

Mijn fractie heeft het zeer gewaardeerd dat de Koningin sprak over "begrijpelijke aarzelingen" in de samenleving. Hieruit spreekt de erkenning dat niet alleen de persoon van de aanstaande echtgenote maar ook haar achtergrond voor de wetgever een relevante beoordelingsfactor is en moet zijn.

Ik wil graag vaststellen dat de door deze achtergrond veroorzaakte zorgen in onze kring deel uitmaken van een veel bredere beweging. Juist in de afgelopen jaren leidt deze tot een meer actieve veroordeling van dictatoriale machtsuitoefening en schendingen van mensenrechten. In de zaak-Pinochet is niet de vergelijking met de dictator relevant, maar wel de ruimte die daardoor is ontstaan om in Chili verantwoordelijkheden en verantwoordelijken voor de wandaden van de militaire dictatuur aan te spreken en aansprakelijk te stellen. In Argentinië is juist dezer dagen niet alleen de herdenking van de staatsgreep van vijfentwintig jaar geleden aan de orde, maar ook de hernieuwde poging om het recht te laten spreken en hopelijk te doen zegevieren. "Nunca más", het indrukwekkende rapport dat de misdaden van het militair bewind blootlegde, was zeventien jaar geleden een voorbeeld voor vele waarheidscommissies die nadien in verschillende landen hebben geprobeerd de onderste steen boven te krijgen.

Mede om deze reden was het verzoek aan Max van der Stoel om zijn staat van dienst in te zetten in het vinden van een uitweg bijzonder opportuun. Het zou goed zijn van de minister-president toegelicht te krijgen hoe de inzichten van de regering, het rapport van professor Baud en de missie-Van der Stoel elkaar hebben aangevuld. Het ging uiteraard om de opheldering van de rol van de heer Zorreguieta in dienst van het militair regime en over de consequenties hiervan. De inzet was kennelijk gericht op een uitkomst waarbij hij op eigen initiatief afwezig zou zijn. Deze benadering hebben wij ervaren als begrijpelijk en wijs. Iedere andere uitkomst zou op minder draagvlak in de samenleving hebben mogen rekenen.

Hiermee is wat de Partij van de Arbeid betreft tevens aangegeven dat de gang van zaken naar aanleiding van het huwelijksvoornemen van de kroonprins geen vanzelfsprekende was. De kroonprins is zijn eigen weg gegaan in zijn partnerkeuze en heeft terecht verklaard dat het de regering is die besluit om een Toestemmingswet in te dienen. Dat is allemaal zoals het behoort te gaan - binnen de ruimte die de Grondwet biedt - met uitzondering van de uitlating in New York die toen en ook achteraf als een directe interventie in het voor de regering relevante proces moet worden gezien. Al het nodige is daarover reeds gezegd.

Bij de beoordeling van dit huwelijksvoornemen heeft voor ons steeds als uitgangspunt gegolden dat een dochter niet mag worden aangesproken op verantwoordelijkheden van haar vader. Tegelijk waren wij ervan overtuigd dat voor het uitsluiten van diens aanwezigheid bij verloving en huwelijk geen goed alternatief denkbaar was. Omdat hieraan hoe dan ook een pijnlijke persoonlijke kant zit hebben wij met des te meer respect en instemming de verklaring van mevrouw Maxima Zorreguieta gehoord, waaruit haar verbondenheid met rechtstaat en democratie helder is gebleken. Deze was daarom zo indrukwekkend omdat voluit de situatie die aanleiding had gegeven tot verontrusting van velen aan de orde werd gesteld en daarvan bovendien ondubbelzinnig afstand werd genomen, zonder zuiverheid in de persoonlijke relatie met haar vader prijs te geven. Deze evenwichtige opstelling wekt veel vertrouwen over haar taakopvatting in de toekomst.

We mogen er bij de bijzondere aanleiding van het huwelijksvoornemen niet aan voorbijgaan dat de nu besproken kwestie zich ook in de nabije tijd in voorkomende gevallen als vraagstuk kan opdringen.

Vanuit de nu geschapen situatie mag ervan worden uitgegaan dat de overwegingen die nu van toepassing zijn dezelfde blijven in het geval van toekomstige officiële of anderszins relevante gelegenheden. Het zal daarbij
- net als nu - steeds moeten gaan om de toetsing aan het criterium van het openbaar belang, dat in voorkomende gevallen doorslaggevend dient te zijn.

De Partij van de Arbeid gaat ervan uit dat het vertrouwenwekkend optreden van de regering van nu maatgevend zal zijn voor de toekomst.

Het is ook onze verwachting dat - gegeven het kader van de ministeriële verantwoordelijkheid - leden van het Koninklijk Huis zich hierin met gepaste terughoudendheid zullen opstellen. Ik nodig de minister-president graag uit zijn opvatting hierover uiteen te zetten.

De constitutionele monarchie is - vanuit de historie gegroeid - vast verankerd in de Grondwet. Maar op alleen formele gronden kan geen instelling gedijen. Elke nieuwe tijd brengt haar nieuwe vragen met zich mee over de aanpassing van gevestigde machten en symbolen aan veranderende verhoudingen en opvattingen in de samenleving. Steeds opnieuw zijn daarom inzet, overtuigingskracht en inlevingsvermogen nodig om een breed draagvlak in stand te houden dat voorwaarde is voor blijvende acceptatie en steun.

De Partij van de Arbeid constateert met instemming dat de regering met de nu gekozen opstelling voor de komende periode deze voorwaarde zeker heeft gesteld en dat daarom behandeling van de Toestemmingwet met vertrouwen tegemoet kan worden gezien.