LHV vraagt minister woord te houden
5 april 2001
Het bestuur van de Landelijke Huisartsen Vereniging heeft minister
Borst van VWS eind maart gevraagd vaart te zetten achter de
afhandeling van de tariefaanpassing voor de praktijkkosten van
huisartsen. De bewindsvrouwe heeft herhaalde malen onderstreept dat
een spoedige tariefaanpassing van groot belang is.
Het overheidsorgaan College Tarieven Gezondheidszorg (CTG) hanteert
automatisch een vertraagde procedure, omdat het verzoek tot
tariefaanpassing eenzijdig door de LHV is ingediend. Normaal zou zijn
dat de LHV en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) een gezamenlijk verzoek
indienen. De reden van dit eenzijdige verzoek is dat LHV en ZN niet
tot overeenstemming komen. Dit is voor de beroepsgroep een ernstige
zaak, gezien de dringende noodzaak om tot een adequate vergoeding van
praktijkkosten te komen.
De LHV heeft vorig jaar een rapport over de hoogte van noodzakelijke
praktijkkosten van huisartsen door Deloitte & Touche laten maken. Na
de productie van dit rapport heeft de LHV vanaf oktober 2000 overleg
gevraagd met ZN om tot een gemeenschappelijke aanvraag richting CTG te
komen. Pas in februari 2001 kon een hoofdlijnenakkoord met ZN worden
gesloten, waarin procedurele afspraken werden gemaakt om tot een
gezamenlijke tariefaanvraag te komen. De LHV heeft dit proces moeten
afbreken toen ZN de minister voorstelde om als eerste stap 70 miljoen
gulden in het kader van de voorjaarsnota te reserveren, een bedrag
waarover met de LHV geen enkele vorm van afstemming is geweest, laat
staan over de onderbouwing ervan. De LHV acht dit bedrag, zelfs als
eerste stap, volstrekt ontoereikend. Gezien deze ontwikkeling in
combinatie met de noodzaak om snel tot verbeteringen te komen, heeft
de LHV besloten om een eenzijdige tariefaanvraag bij het CTG in te
dienen.
Ga naar : Actie Nieuws
Volgend artikel : Patiënten ondersteunen massaal eisen huisartsen
© copyright LHV 2001 home . index . email/adres . Artsennet