Socialistische Partij afdeling Utrecht

PERSBERICHT SP gemeenteraadsfractie Utrecht
Utrecht, 6 april 2001.

SP wil alternatief voor overkluizing A2

De gemeenteraadsfractie van de Socialistische Partij wil dat burgemeester en wethouders van Utrecht een alternatief gaan uitwerken voor de verplaatsing en overkluizing van de A2. Directe aanleiding zijn de uitspraken van wethouder Lenting in het Utrechts Nieuwsblad van 4 april. Lenting vreest voor verdere vertraging doordat de Tweede Kamer op grond van veiligheidsoverwegingen nadere eisen wil stellen aan de overkluizing. Ondertussen neemt de verkeersdruk ten gevolg van de bouw van Leidsche Rijn maandelijks toe en moeten kostbare tijdelijke voorzieningen worden aangelegd. De SP is van mening dat Lenting de risico's, zowel voor de omwonenden als voor de weggebruikers, bagatelliseert. Ook wijst fractievoorzitter Paulus Jansen erop dat een snelle uitvoering van een alternatief plan honderden miljoenen goedkoper is, zodat ook de financiering van de nieuwe autowegaansluitingen op de A12 en A2, randstadspoor en het Rijnse Park wordt zekergesteld.

De SP had in juli 1996 al aan de bel getrokken over de veiligheids- en gezondheidsrisico's van de overkluizing, waarbij op relatief korte afstand van een autosnelweg met 2x5 stroken woningen worden gebouwd. Volgens het projektbureau Leidsche Rijn was er echter niets aan de hand. De SP vindt het opvallend dat vijf jaar later Rijkswaterstaat daar nog steeds anders over denkt. Pikant detail is dat in 1996 ook K.Verhoef van de lokale partij Burger en Gemeenschap uit Vleuten-De Meern in een brief aan het Vleutense college zijn bezorgdheid uitte over de gezondheids- en veiligheidsaspecten van het bouwen vlakbij de autoweg. Verhoef is inmiddels wethouder in Utrecht.

Vragen SP:

1. Kunt u aangeven op grond van welke informatie u van mening bent dat de overkapping van de A2 uit veiligheidsoverwegingen geen probleem is? Heeft u hierbij uitsluitend de veiligheid van de omwonenden op het oog, of ook de veiligheid van de weggebruikers?
2. De SP-fractie heeft op 10 juli 1996 een aantal vragen gesteld aan het projektbureau Leidsche Rijn inzake geluid-, gezondheids- en milieuaspecten van de verplaatsing en overkluizing van de A2. Staat u nog steeds achter de conclusies uit de beantwoording dd. 16 september 1996, of zijn sommige conclusies achterhaald door later onderzoek? Zo ja: welke conclusies en op basis van welk onderzoek?

3. Hebben de ministeries van VROM en V&W sinds 1996 de relevante eisen m.b.t. de overkluizing voor de aspecten veiligheid, gezondheid (emissies) en geluid aangescherpt? Zo ja: op welke punten?

4. In het artikel is sprake van een uiterste start van de verplaatsing/overkluizing in 2004. Waardoor wordt deze uiterste datum bepaald? Welke besluiten van gemeenteraad en derden (met name de rijksoverheid) liggen op het kritieke pad?
5. Kunt u een overzicht geven van de meerkosten voor tijdelijke maatregelen, het wijzigen van plannen e.d. die veroorzaakt zijn door het uitstel tot dusver en van de kosten die daar nog bijkomen als inderdaad pas op de uiterste datum gestart wordt met de verplaatsing/overkluizing? Voor wiens rekening komen deze kosten?
6. Acht u het inmiddels opportuun om, zoals de SP gesuggereerd heeft in de raadsvergadering van 22 maart jl., een alternatief uit te werken dat kan worden ingezet wanneer de overkluizingsvariant uiteindelijk onhaalbaar blijkt te zijn?

Inlichtingen:
P.F.C. Jansen, (06) 51844755.

Top