Rat en slang geven inzicht vaccin nekkramp
NWO-onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben met behulp van
ratten en slangengif een nieuwe groep vaccins bestudeerd. Bijzonder
aan deze vaccins is dat ze kinderen onder de twee jaar kunnen
beschermen tegen nekkramp. Orthodoxe vaccins werken pas vanaf twee
jaar.
De belangrijkste bacteriën die hersenvliesontsteking, oorontsteking en
longontsteking veroorzaken, pneumococcen, bezitten een kapsel van
suiker dat hen beschermt tegen aanvallen van het afweersysteem.
Vaccins zijn gebaseerd op dit suikeromhulsel en werken alleen als de
milt goed ontwikkeld is. Bij mensen is dat het geval vanaf de leeftijd
van 18 à 24 maanden.
NWO-onderzoeker Mijke Breukels bestudeerde zogenaamde conjugaatvaccins
die wel werken bij kinderen onder de twee jaar. Deze vaccins
onderscheiden zich van orthodoxe vaccins doordat ze suiker bevatten
gekoppeld aan eiwit.
De immunologen gebruikten ratten en slangengif om de vaccins te
onderzoeken. Slangengif legt het complementsysteem van de rat plat.
Het complementsysteem zorgt dat delen van het suikeromhulsel van de
bacterie in de milt terechtkomen alwaar de afweerreactie verder wordt
gestimuleerd. Zonder complement werken orthodoxe vaccins niet. De
eiwitsuiker-vaccins bleken wel te werken.
Vervolgens besloten de onderzoekers bij ratten de milt uit te
schakelen. Zelfs zonder milt bleek het eiwitsuiker-vaccin actief. Op
basis van deze resultaten denken de onderzoekers dat gekoppelde
vaccins niet alleen kinderen onder de twee jaar kunnen beschermen,
maar ook mensen zonder milt.
Pneumococcen zijn een van de belangrijkste verwekkers van bacteriële
hersenvliesontsteking in Nederland. Sinds februari 2001 is het
eiwitsuikervaccin goedgekeurd voor de Nederlandse markt dat beschermt
tegen ongeveer zestig procent van de pneumococcen-bacteriën. Het
vaccin biedt jonge kinderen bescherming na vier injecties en wordt nog
niet standaard toegediend aan babys.
Het pneumococcenvaccin beschermt niet alleen tegen
hersenvliesontsteking. Het vaccin vermindert ook de circulatie van de
bacterie en daarmee de verspreiding van pneumococcen die resistent
zijn tegen antibiotica. In Nederland is resistentie nog geen groot
probleem, maar bijvoorbeeld in de Verenigde Staten en IJsland wel. Die
landen hebben dan ook plannen om het vaccin in te zetten ter
bestrijding van resistentie.
Nadere informatie bij:
* drs. Mijke Breukels (arts-assistent kindergeneeskunde, Wilhelmina Kinderziekenhuis, UMC Utrecht, Afd. Pediatrische Immunologie)
* tel. (030) 2504001 (werk) of (0182) 580468 (privé), fax (030) 2505311
* e-mail m.breukels@wkz.azu.nl
* Promotie 9 april