Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=413213



Aan de Voorzitter van de Algemene Commissie voor Europese Zaken van De Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag i.a.a. De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten Generaal Directie Integratie Europa DIE/IN Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 9 april 2001 Auteur Drs. G.J.L. Tielman

Kenmerk DIE-204/01 Telefoon 070-3484861

Blad /8 Fax 070-3484086

Bijlage(n) E-mail Gjl.tielman@minbuza.nl

Betreft Verslag van de Interne Markt-, Consumenten- en Toerismeraad d.d. 12 maart jl.

C.c. PV EU

Zeer geachte Voorzitter,

Hierbij gaat u het verslag toe van de Interne Markt-, Consumenten- en Toerismeraad van 12 maart j.l.

Het Zweedse Voorzitterschap heeft tussentijds besloten om de onderwerpen voedselsupplementen en overheidsaanbestedingen van de agenda te halen. Tevens heeft het Voorzitterschap onder het agendapunt "diversen" een drietal onderwerpen aan de agenda toegevoegd, te weten: (i) voorbereiding van de consument op de invoering van de euro; (ii) aanbeveling van de Commissie betreffende voorlichting aan de consument in de pre-contractuele fase over woningkredieten en; (iii) overmatige schuldenlast van consumenten.

De Minister van Economische Zaken De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken

Verslag van de Raad van 12 maart 2001 inzake de Interne Markt, Consumentenaangelegenheden en Toerisme.

De Interne Markt-, Consumenten- en Toerismeraad (IMC&T Raad) van 12 maart jl. werd voorgezeten door de Zweedse minister van handel dhr. L. Pagrotsky; het agendapunt "verkoop op afstand van financiële diensten" door minister van consumentenzaken mw. B. Lejon. Van Nederlandse zijde namen deel minister Jorritsma van Economische Zaken en staatssecretaris Benschop van Buitenlandse Zaken. Van Commissiezijde namen deel de commissarissen Bolkestein, Byrne en Liikanen.

Interne Markt aspecten van de Europese Raad te Stockholm, 23-24 maart 2001

Onder dit agendapunt werd een viertal deelonderwerpen behandeld: conclusies van de Raad inzake het economisch hervormingsproces van Cardiff; een mededeling van de Commissie over een Interne Markt strategie voor de dienstensector; een tussentijds verslag van de Commissie aan de Raad inzake een Strategie voor Efficiënter Wetgevingsbeleid; en tenslotte een mededeling van de Commissie inzake nieuwe Europese arbeidsmarkten.

De Commissie gaf, bij monde van Commissaris Bolkestein, een toelichting op elk van de deelonderwerpen. Hierbij werd aangegeven dat de drie bovengenoemde papers cruciaal zijn om de strategische doelstelling van Lissabon te halen. Daarbij komt het in eerste instantie aan op de operationele aspecten, en niet zozeer op politieke verklaringen. In de woorden van Commissaris Bolkestein: "er is veel poezie maar niet genoeg beweging".

Ten aanzien van de dienstensector gaf de Commissie aan dat tot nu toe vooral op sectorbasis is geharmoniseerd. De nieuwe Interne Markt strategie van de Commissie heeft tot doel om de komende twee jaar de resterende belemmeringen te identificeren en op te heffen in samenwerking met de lidstaten. Met betrekking tot de integratie van de Europese arbeidsmarkten gaf de Commissie aan dat de twee belangrijkste problemen zijn: kwalitatieve tekorten in bepaalde sectoren zoals de "nieuwe economie" en een lage mobiliteitsgraad van de Europese werknemers. Deze problemen worden o.a. veroorzaakt door een tekort aan scholing en bestaande belemmeringen als erkenning van diploma's en de bestaande coordinatieproblemen tussen verschillende belasting- en sociale zekerheidsstelsels. De Commissie stelde voor een "High Level Skills en Mobility Taskforce" in te stellen, bestaande uit prominente vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en arbeidsmarktexperts, met als opdracht de problematiek in kaart te brengen. Op basis van de bevindingen van de taskforce dient een actieplan te worden opgesteld dat op de voorjaarstop van volgend jaar (Barcelona, 2002) door de Commissie gepresenteerd zal worden. Het uiteindelijke doel is om in 2005 een vergaand geïntegreerde Europese arbeidsmarkt gerealiseerd te hebben.

Ten aanzien van het agendapunt efficienter wetgevingsbeleid kreeg het Franse lid van de Raad van State Mandelkern de gelegenheid om de resultaten te presenteren van de naar hem vernoemde werkgroep inzake verbetering van wetgeving. De belangrijkste steekwoorden in de aanbevelingen van de Groep Mandelkern zijn: vereenvoudiging, consolidatie/codificatie van wetgeving, consultatie en impact assesment.

In het openbare debat dat via een videoverbinding door vertegenwoordigers van de pers "live" was te volgen, werd door alle lidstaten ingegaan op de bovengenoemde thema's Voor Nederland gaf Minister Jorritsma aan dat het voornaamste signaal van de IMC&T Raad aan Stockholm moest zijn dat de boodschap van Lissabon niet verwaterd mocht worden. Nederland blijft pleiten voor een duidelijk tijdpad inzake de voortgaande liberalisering: 100 procent marktopening in de Europese gas- elektriciteitsmarkt in 2004, besluitvorming in 2001 over de postsector en een "Single European Sky" in 2004. Wat de dienstenstrategie betreft, achtte Nederland de voorgestelde twee-fasen aanpak pragmatisch en doelgericht. Wel werd erop gewezen dat de voorgestelde strategie goed moet aansluiten op de reeds gestarte sectorspecifieke initiatieven, zoals het Actieplan Financiële Diensten. Nederland hecht sterk aan de vereenvoudiging van regelgeving en is blij dat de Commissie met concrete voorstellen komt. Nederland pleitte voor de instelling van het "effective impact assesment" mechanisme en een breder gebruik van zelfregulering en consultatie. Minister Jorritsma gaf ook aan het Commissie initiatief ten aanzien van het daadwerkelijk vrijmaken van de Europese arbeidsmarkten toe te juichen. Verder legde Nederland de nadruk op het belang van de thema's duurzame groei en de bescherming van de moderne consument in het werk van de IMC&T Raad voor de Lissabonstrategie. Tenslotte deed Minister Jorritsma een oproep aan de Raad om een daad te stellen door een akkoord te bereiken over hoe het gemeenschapsoctrooi voor het einde van dit jaar afgerond zou kunnen worden.

Gemeenschapsoctrooi

Ondanks voorgaande oproep van minister Jorritsma, werd tijdens de Raadsbijeenkomst nauwelijks een inhoudelijke discussie over Gemeenschapsoctrooi gevoerd. De Raad besteedde het grootste deel van zijn tijd aan discussies over een procedurebesluit inzake het Gemeenschapsoctrooi. De specifieke vraag die aan de Raad voorlag, was of een vroegtijdig signaal aan het Europese Octrooi Bureau (EOB) in München kon worden afgegeven dat de Europese Gemeenschap voornemens is partij te worden bij het Europese octrooi verdrag. Toetreding van de EG tot het EOV is volgens de Commissie, hiertoe ondersteund door de meeste lidstaten waaronder Nederland, noodzakelijk voor een snelle verwezenlijking van het toekomstige Gemeenschapsoctrooi. Met name Spanje, Portugal, Griekenland en België bleken sterk gekant tegen een dergelijk vroegtijdig signaal aan het EOB, waarbij zij zich beriepen op het argument dat de Raad op een aantal inhoudelijke punten van het Gemeenschapsoctrooi nog geen overeenstemming heeft bereikt. De meerderheid van de Lidstaten, waaronder Nederland, alsook de Commissie stelden zich echter op het standpunt dat de gesprekken met het EOB over eventuele toetreding tot het Europees Octrooiverdrag kunnen plaatsvinden zonder dat daarmee vooruit wordt gelopen op de inhoudelijke Raadsdiscussie over het gemeenschapsoctrooi. Bij monde van Minister Jorritsma wees Nederland op de verantwoordelijkheid die de Lidstaten hebben om de Lissabondoelstelling ten aanzien van het Gemeenschapsoctrooi (besluitvorming vòòr eind 2001) na te leven en om daarmee te voldoen aan de verwachtingen die het bedrijfsleven daaromtrent heeft. Na moeizame besprekingen bleek uiteindelijk dat de Raad niet in staat was hierover consensus te bereiken. Teleurgesteld concludeerde het Voorzitterschap dat het onderwerp wederom geagendeerd zou worden voor de Interne Markt Raad van 5 juni aanstaande. Tijdens de na afloop gehouden persconferentie gaven Minister Pagrotsky en Commissaris Bolkestein aan het Gemeenschapsoctrooi tijdens de Europese Raad van Stockholm aan de orde te zullen stellen om Lidstaten ertoe te bewegen de Lissabondoelstelling ten aanzien van het Gemeenschapsoctrooi te respecteren.

Strategie Douane Unie

De Commissie gaf een korte presentatie over haar mededeling betreffende een strategie voor de douane unie. In deze nieuwe strategie worden ontwikkelingen aangegeven waar de douane de komende jaren mee geconfronteerd zal worden zoals: de uitbreiding van de EU, groei en veranderingen in de internationale handel en het toegenomen belang van de fraudebestrijding. De Commissie heeft daarom op de volgende vijf actiegebieden maatregelen voorgesteld:

vereenvoudiging van douane-wetgeving;

operationele maatregelen

betere dienstverlening aan het bedrijfsleven

opleidingen

internationale rol van de douane, bevorderen van de internationale samenwerking.

De Voorzitter concludeerde dat Raad met belangstelling kennis nam van deze mededeling en deelde tevens mee dat tijdens de volgende Raad in juni een Raadsresolutie over dit onderwerp zal worden behandeld.

Financiële dienstverlening op afstand

Bespreking van dit agendapunt werd voorgezeten door de Zweedse minister voor Consumentenzaken, mw. B. Lejon. Het Voorzitterschap had een compromisvoorstel voorbereid dat beoogde evenwicht te scheppen tussen maximum- en minimumharmonisatie. De compromistekst, aldus minister Lejon, biedt een hoog beschermingsniveau voor de consument, schept een "level playing field" voor aanbieders van financiële diensten en is neutraal ten aanzien van een aantal gevoelige onderwerpen zoals het toepasselijke recht en de bevoegde rechter.

Nederland stelde te kunnen instemmen met het Voorzitterschapscompromis mits daarin een aantal aanpassingen wordt aangebracht die recht doen aan de Nederlandse wens tot een duidelijk onderscheid tussen enerzijds een algemene informatieplicht die van toepassing is op alle financiële diensten, en anderzijds een produkt-specifieke informatieplicht die van toepassing is op financiële diensten zelf. Voor de eerste categorie informatievereisten dient naar Nederlandse mening maximumharmonisatie te gelden; voor de tweede minimumharmonisatie (Lidstaten kunnen daarvoor dus additionele regels opstellen). Voor Nederland bestaat er geen twijfel dat het land van oorsprongbeginsel zoals neergelegd in de richtlijn elektronische handel van toepassing is op financiële dienstverlening via het internet. Wel zij hierbij opgemerkt dat de richtlijn e-commerce niets verandert aan het reguliere internationale privaatrecht (IPR) op basis waarvan de consument, in geval van een geschil ten aanzien van een contract, in de regel bij de eigen rechter op basis van het eigen recht verhaal kan halen.

Een aantal Lidstaten gaf tijdens de discussie aan nog enige tijd nodig te hebben voordat men tot een politiek akkoord kan komen. Deze tijd is met name benodigd om op expertniveau de relatie tussen de voorliggende richtlijn en de richtlijn elektronische handel nader te kunnen bestuderen. De vraag is of de richtlijn elektronische handel, waarin wordt uitgegaan van het land van oorsprong beginsel ("country of origin"), tevens van toepassing is op financiële diensten die via het internet worden geleverd. Hier wordt in herinnering gebracht dat de richtlijn elektronische handel medio vorig jaar door het Parlement en de Raad is goedgekeurd.

De Voorzitter constateert aan het einde van de tafelronde dat er zich een duidelijke meerderheid aftekent van Lidstaten die bereid te zijn zich te committeren aan het bereiken van een politiek akkoord tijdens de Interne Markt en Consumentenraad van juni aanstaande. Dit vertegenwoordigt in haar bewoordingen "significante en onomkeerbare voortgang" op dit dossier.

Europese Voedselautoriteit

Raadsbehandeling van het agendapunt "Europese Voedselautoriteit" (EVA) was beperkt vanwege het tijdsbeslag van de besprekingen over het gemeenschapsoctrooi. Commissaris Byrne, verantwoordelijk voor voedselveiligheid, bedankte het Voorzitterschap voor de prioriteit die het toekende aan het voorstel voor de Europese Levensmiddelenwet ("European Food Law"), waarvan de EVA onderdeel uitmaakt. Tevens sprak hij de hoop uit dat de Raad in juni van dit jaar hierover een politiek akkoord zal kunnen bereiken. De Europese Voedselautoriteit zou dan begin 2002 operationeel kunnen worden. Hiertoe hebben de regeringsleiders zich tijdens de Europese Raad van Nice vastgelegd. Het Raadsdebat beperkte zich tot interventies van Duitsland, Italië, Frankrijk, Finland en Spanje. Delegaties van deze landen gingen daarbij onder meer in op de reikwijdte van de taakstelling van de EVA en het functioneren van het Rapid Alert System, waarbij de laatstgenoemde vier lidstaten tevens van de gelegenheid gebruik maakten de officiële kandidatuur van respectievelijk Parma, Lille, Helsinki en Barcelona als vestigingsplaats voor de EVA, nogmaals onder de aandacht van de andere aanwezige Lidstaten te brengen.

Labeling en traceerbaarheid van genetisch gemodificeerde organismen

De Raad nam kennis van een presentatie van Commissaris Byrne waarin deze een overzicht gaf van de werkzaamheden van de Commissie ter voorbereiding van nieuwe voorstellen over de labeling en traceerbaarheid van genetisch gemodificeerde organismen (GGO's). Een ontwerp-richtlijn over dit onderwerp zal naar verwachting begin april aanstaande in het College van Commissarissen worden behandeld. Geen enkele Lidstaat intervenieert op dit punt en de Voorzitter concludeert dat de Raad nota neemt van het situatieverslag en spreekt de hoop uit dat de Commissie spoedigst met voorstellen zal komen.

Hier wordt in herinnering gebracht dat het (toekomstig) voorstel voor communautaire wetgeving op het gebied van labeling en traceerbaarheid van GGO's complementair is aan een richtlijn inzake de introductie van GGO's in het milieu waarover Europees Parlement en Raad in februari van dit jaar overeenstemming hebben bereikt.

Integratie Milieubescherming en Duurzame Ontwikkeling in het Interne Markt beleid

De integratie van milieubescherming en duurzame ontwikkeling in het interne markt beleid vormt voor het Zweedse Voorzitterschap een hoge prioriteit, zoals bleek uit de informatie die door het Voorzitterschap over dit onderwerp werd verstrekt. Op dit moment wordt in Raadskader gesproken over de vormgeving van een strategie met als doel om de komende IMC&T Raad in juni een ontwerp strategie te kunnen voorleggen. Het Voorzitterschap en de Commissie spraken de hoop uit dat de strategie diezelfde maand tijdens de Europese Raad van Gotenburg zal kunnen worden aangenomen.

Groenboek Geïntegreerd Productbeleid

De Voorzitter leidde de Raadsbehandeling van dit onderwerp in met de opmerking dat het Groenboek Geïntegreerd Productbeleid (Integrated Product Policy, hierna IPP) tevens door de Commissie is gepresenteerd in de Milieuraad van 8 maart jl. Bespreking ervan in verschillende Raadssamenstellingen is ingegeven door het streven van de Raad om milieuaspecten en duurzame ontwikkeling te integreren in alle facetten van het EU-beleid. Commissaris Liikanen (ondernemingenbeleid), die Commissaris Wallström (milieu) bij deze gelegenheid vervangt, licht vervolgens de hoofdelementen van het Groenboek toe.

Centrale gedachte van het Groenboek is dat milieu overwegingen geïntegreerd dienen te worden gedurende de gehele levenscyclus van producten. (Potentiële) milieuproblemen dienen geïdentificeerd en geadresseerd te worden voordat zij zich daadwerkelijk voordoen en een gevaar voor milieu en gezondheid vormen. De Commissie acht het van belang dat een markt voor "groene" producten wordt ontwikkeld. Het Groenboek identificeert hiervoor een drietal strategische doelstellingen. Allereerst dient de consumentenvraag naar groene producten gestimuleerd te worden. Laagdrempelige en transparante informatieverstrekking aan de consument zijn hierbij van belang, waarbij onder meer eco-labels en overheidsinformatiecampagnes een rol kunnen spelen. Ten tweede dient de aanbodzijde gestimuleerd te worden; het bedrijfsleven dient te worden aangemoedigd het voortouw te nemen bij het leveren van groene producten. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van "eco design-richtlijnen" en integratie van milieuaspecten bij productstandaardisatie. Ten derde kan via gerichte prijsprikkels een bijdrage geleverd worden aan de ontwikkeling van een markt voor groene producten. Gedacht kan worden aan gedifferentieerde belastingheffing (lagere BTW op eco-produkten) alsmede gedoseerde en gerichte aanwending van staatsteun (op basis van de Nieuwe Richtlijnen voor Staatsteun tbv. Milieubescherming).

Het Groenboek vormt de basis voor een brede discussie die de Commissie in de eerste helft van 2001 wil aangaan met de verschillende betrokken belangengroepen. Met het oog op de uitbreiding is de Commissie tevens voornemens de kandidaat-lidstaten nauw bij alle activiteiten te betrekken.

De Voorzitter concludeerde dat de Raad kennis had genomen van de Commissiepresentatie over het Groenboek IPP.

Actieplan e-Europe

Het Voorzitterschap meldde dat naast een mondeling verslag van de Commissie over de stand van zaken, de Raad verzocht werd een aanvullende lijst van benchmark-indicatoren voor het Actieplan e-Europe, goed te keuren. De Commissie informeerde de Raad dat de voortgangsrapportage ten behoeve van de ER-Stockholm, waarin enerzijds een prioriteitenlijst en anderzijds benchmarking-indicatoren zijn opgenomen, op 13 maart gereed zou komen. De Stockholm rapportage bevat de volgende acht prioriteiten:

Juridisch raamwerk met betrekking tot elektronische communicatie

Hoge snelheid van communicatie infrastructuur

Onderwijs, training en vaardigheden (m.n. e-learning initiatief)

E-commerce (o.a. snelle implementatie van richtlijn e-handtekening en e-commerce, snelle ontwikkeling van gedragscodes webhandel en on-line geschillenbeslechting)

Dichten van de digitale kloof

E-governement

Veilige netwerken; computercriminaliteit etc.

Mobiele telecommunicatie

Nederland had liever gezien dat ook "e-content, e-health, en e-transport" als prioriteit zouden zijn aangemerkt. Tevens vroeg Nederland aan de Commissie om waar mogelijk ook de rol van de industrie te specificeren bij de uitvoering van de acties in de genoemde sleuteldomeinen. Wat de benchmarking betreft herhaalde Nederland de boodschap die ook tijdens de vorige Raad in november vorig jaar is gebracht, namelijk dat niet alleen aandacht moet worden gegeven aan het benchmarken tussen de lidstaten onderling, maar ook tussen de EU en andere toonaangevende ICT-landen zoals bijvoorbeeld de VS, Canada en Japan.

Witboek Chemische Stoffen

Het Witboek onderzoekt hoe het bestaande chemische stoffenbeleid kan worden herzien. Het identificeert daartoe een zestal hoofddoelstellingen: (i) het handhaven van een hoog beschermingsniveau voor mens en milieu; (ii) een effectief functioneren van de interne markt; (iii) het verbeteren van de mogelijkheden van de industrie tot innovatie en het versterken van de concurrentiepositie; (iv) verbetering dierenwelzijn waarbij zo veel mogelijk gestreefd wordt naar alternatieve testen; (v) transparantie: toegang van consumenten tot informatie over chemische stoffen en transparantie voor bedrijven omtrent besluitvormingsprocessen (vi) internationale dimensie: de veiligheid van chemische stoffen is gezien het mondiale karakter van de chemicaliën industrie een belangrijke internationale kwestie.

Om deze doelstellingen te bereiken, worden in het Witboek de volgende voorstellen gedaan: (i) één dekkende regelgeving volgens een nieuw systeem van registratie van alle nieuwe en bestaande stoffen waarvan meer dan 1 ton per jaar op de EU markt wordt gebracht; (ii) beoordeling van geregistreerde stoffen wanneer meer dan 100 ton per jaar op de markt wordt gebracht en; (iii) een op maat gesneden autorisatie-procedure voor de meest gevaarlijke stoffen waarvoor stringente controle op de toepassing noodzakelijk is.

Het Witboek legt de verantwoordelijkheid voor registratie, het genereren van een vastgesteld pakket aan gegevens en het beoordelen van de risico's bij de industrie. Daarvoor is een tijdschema opgesteld waarbij de deadlines voor stoffen die reeds op de markt zijn gebracht, afhankelijk zijn van het jaarlijkse productievolume. Het Witboek beoogt meer innovatie en concurrentie mogelijk te maken met inachtneming van een hoog beschermingsniveau door de stoffen met gering productievolume te ontzien. Ook voorziet het Witboek in oprichting van een centrale eenheid voor coördinatie van technisch administratieve werkzaamheden met ondersteuning vanuit de lidstaten, waarbij de laatste overigens hun bestaande bevoegdheden inzake toetsing van risicobeoordelingen en voorbereiding van aanbevelingen voor risicoreducerende maatregelen behouden.

Nederland merkt in zijn interventie op constructief kritisch te staan ten opzichte van een

vernieuwd Europees stoffenbeleid en verwelkomt het Witboek als een eerste stap. Hoewel Nederland de analyse van de Commissie grotendeels onderschrijft vindt Nederland tegelijkertijd dat de voorgestelde oplossingen uit het Witboek de kern van het probleem niet raken. Ook Nederland beschouwt stimulering van innovatie en verbetering van het concurrentievermogen als belangrijke randvoorwaarden van een Europees stoffenbeleid. Kwaliteitsverbetering op bedrijfsniveau en ketenverantwoordelijkheid dragen hieraan bij. Echter, het Witboek beperkt zich ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor de industrie per stof tot het aanleveren van gegevens en tot risicobeoordeling. Nederland is van mening dat die verantwoordelijkheid zich ook moet

uitstrekken tot het zelfstandig nemen van risicobeperkende maatregelen op basis van de kennis waarover de industrie beschikt. Deze vorm van verantwoordelijkheid moet expliciet worden vastgesteld.

De Voorzitter concludeerde dat de Raad nota heeft genomen van de presentatie

en de gedachtewisseling en dat de Raad er op later tijdstip op zal terug

komen.

Diversen

Voorbereiding van de consument op de invoering van de euro

Commissaris Byrne informeerde de Raad dat het nog slechts 9 maanden duurt totdat 300 mln. burgers in 12 landen in euro's gaan denken, rekenen en betalen. Dit is een nieuwe mijlpaal in de Europese integratie. Een soepele overgang waarbij voor de consument volledige transparantie van de prijsvorming een belangrijke voorwaarde is, is echter niet eenvoudig. Burgers zijn geen computers die eenvoudig kunnen worden geherprogrammeerd. Het zal dus aankomen op de praktijk waarbij overigens de Commissie en de Lidstaten de helpende hand kunnen bieden middels het 'Euro easy program' (een didactisch hulpprogramma) dat in diverse Lidstaten al van start is gegaan en via de promotie van het niet-contant betalen (elektronisch). De heer Liikanen doet een beroep op de consumenten-ministers om het nodige in te zetten om de overgang goed te laten verlopen.

Aanbeveling van de EC betreffende voorlichting aan de consument in de pre-contractuele fase over woningkredieten

Commissaris Byrne vestigt de aandacht van de Raad op de genoemde aanbeveling, deelt mede e.e.a. op de voet te zullen blijven volgen en is bereid tot het beantwoorden van vragen t.z.t..

Overmatige schuldenlast van consumenten

Portugal die dit punt heeft aangemeld doet desgevraagd een beroep op de Commissie dit probleem van overmatige schuldenlast in de diverse Lidstaten aan een onderzoek te onderwerpen. België steunt deze oproep van harte omdat ook in België hiervoor grote belangstelling bestaat.

De Voorzitter concludeerde dat de Raad nota heeft genomen van voorgaande punten.

Lunchonderwerpen

De lunch werd grotendeels gewijd aan de discussies over een compromistekst aangaande de Raadsconclusies voor het Gemeenschapsoctrooi. Het onderwerp "uitputting merkenrecht", dat wel stond geagendeerd, is in het geheel niet besproken. Ten aanzien van het onderwerp "octrooieerbaarheid van computerprogramma's" had het Voorzitterschap een tweetal vragen geformuleerd, te weten: (i) staan de Lidstaten positief ten opzichte van het totstandkomen van een richtlijnvoorstel ter harmonisatie van nationale wetgeving voor octrooieerbaarheid van soft ware, en; (ii) zijn de Lidstaten van mening dat middels harmonisatie de bestaande jurisprudentie van het Europees Octrooibureau ten aanzien van patentering van soft ware moet worden gecodificeerd. Bijna alle delegaties beantwoorden beide vragen met "ja".

Kenmerk
Blad /1

===