Dankwoord Minister Van Boxtel bij het aanbieden van de publicatie
De burger als spin in het web
Een toespraak bij het onderwerp Actieprogramma elektronische
overheid
10 april 2001
Geachte aanwezigen,
De spin in het web: dat is precies de plaats die de burger in de
informatiemaatschappij moet innemen. Beleid begint en eindigt bij
de individuele burger. ICT maakt dat meer dan ooit mogelijk, omdat
het steeds eenvoudiger wordt om signalen uit de samenleving op te
vangen en te betrekken bij het beleid. ICT en interactieve
beleidsvorming zijn daarmee, anders dan Willem Breedveld schreef,
niet alleen maar "hulpmiddelen om enigszins in kaart te brengen
wat er onder het volk leeft". Ik ben ervan overtuigd dat er veel
meer mogelijk is. Het Expertisebureau Innovatieve Besluitvorming
gaat inventariseren en uitdragen wát dat allemaal is. Vanaf juni
zal het bureau best practises verzamelen en overheden adviseren
bij het opzetten van interactieve besluitvormings- en
raadplegingsprocessen. Bovendien zal het ICT-middelen ontwikkelen
voor de ondersteuning van deze processen.
We hebben gezien dat de hosanna-verhalen over de onbegrensde
mogelijkheden van ICT de laatste maanden niet allemaal houdbaar
blijken. Dat is een reden temeer om voorzichtig te blijven, maar
het neemt mijn optimisme niet weg. Ik heb onlangs in een interview
gezegd dat e-government de grootste verandering is sinds
Thorbecke. Wie daaraan twijfelt, wie zich blijft verliezen in de
vraag of we aan die veranderingen toe zijn, voert een
achterhoedegevecht. Staatssecretaris Van der Ploeg sprak onlangs
in de krant zijn twijfels uit over de vraag of we als overheid wel
klaar zijn voor de gevolgen van Internet. Maar uit zeer recent
onderzoek van het gerenommeerde bureau Accenture naar e-government
blijkt dat Nederland juist uitstekend scoort bij het aanbieden van
digitale overheidsdiensten en Duitsland, Frankrijk en Engeland
zelfs voorbijgestreefd is. De dienstverlening van de overheid aan
de burger is bezig aan een indrukwekkende inhaalrace. Het aantal
gemeenten met websites stijgt snel, en nog belangrijker: die sites
krijgen steeds meer inhoud. We treffen op het net steeds minder
omgevallen folderkasten aan en steeds méér volwassen websites, die
werkelijk interactief zijn. We streven naar 25% elektronische
dienstverlening in 2002 en dat gaan we halen ook. Er zijn andere
voorbeelden te over; ik denk bijvoorbeeld aan Kiezen Op Afstand en
aan de modernisering van de GBA. Het belangrijkste resultaat is
misschien wel dat ICT inmiddels tussen de oren van bestuurders en
politici zit.
Dat is geen reden om tevreden achterover te leunen. In een artikel
in Vrij Nederland van deze week kunnen we lezen dat de veiligheid
van Internet een zorg moet zijn voor de overheid. Wat doen we als
het net uitvalt of gesaboteerd wordt? Door de kwetsbaarheid van de
glasvezels enerzijds, en het diffuse karakter van Internet
anderzijds, is de beveiliging buitengewoon complex. De auteur van
het stuk, Paul Rusman, beveelt in elk geval een "kordate politiek"
van de Nederlandse overheid aan, met een sterke centrale
coördinatie.
Niemand zal nog ontkennen dat e-government het functioneren van de
overheid ingrijpend aan het veranderen is. Als coördinerend
ICT-minister zie ik uw publicatie De burger als spin in het web
als een signaal temeer dat we als kabinet gezamenlijk bezig zijn
vorm te geven aan de informatiemaatschappij.
Het boekje gaat in op een aantal maatschappelijke gevolgen van de
opmars van de ICT. De vraag wordt gesteld welke opgaven daaruit
voortvloeien voor de politiek. Dat is een interessante vraag en er
valt veel over te zeggen. Zeker is dat niet alleen de overheid,
maar ook politieke partijen moeten zoeken naar nieuwe wegen om hun
functie te behouden in het digitale tijdperk. Als we praten over
e-politics, is het openen van een website ook voor partijen niet
genoeg het is slechts een begin. Zij moeten niet alleen manieren
vinden om de burger bij het debat te betrekken, maar ook om de
meningen die, bijvoorbeeld per e-mail binnenkomen, mee te laten
tellen. De burger is zeker geïnteresseerd in politieke issues,
maar wil kunnen meepraten op een manier die past in deze tijd. De
rokerige achteraf-zaaltjes mogen voor sommigen een gevoel van
nostalgie oproepen, de 21ste-eeuwse burger wil elektronisch
meepraten.
Ik hoop dat dit boekje en het Infodrome-congres, dat morgen
begint, een bijdrage zullen leveren aan de gedachtevorming over
dit cruciale onderwerp.
Dank u wel.
Relevante links:
www.ministervanboxtel.nl
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties