di 10-04-01 GENETISCHE DIVERSITEIT VAN AFRIKAANSE BUFFEL WIJST OP EVOLUTIONAIRE EILANDEN
tijd 16:00 uur
adres Aula, Gen. Foulkesweg 1, Wageningen
onderwerp Promotie drs. W.F. van Hooft
titel Population genetics of the african buffalo. From ecology to evolution
promotoren prof.dr. H.H.T. Prins (natuurbeheer in de tropen en ecologie van
vertebraten), prof.dr.ir. E.W. Brascamp (fokkerij en toegepaste genetica)
(co)promotor dr.ir. A.F. Groen
informatie Stafafdeling Communicatie, Gert van Maanen, tel. 0317-485003
De Afrikaanse buffel komt van origine voor in vrijwel heel
Afrika ten zuiden van de Sahara. Samen met de olifant en de
gnoe vormt hij het leeuwendeel van de biomassa aan grote
grazers in Afrika. Buffels leven in kuddes die in grootte
kunnen varieren tussen de 12 en 1600 individuen. Sinds het
eind van de 19de eeuw worden buffelpopulaties in hun
voortbestaan bedreigd door runderpestepidemieen (een
virusziekte) en fragmentatie van het leefgebied door
ingrepen van de mens. Pim van Hooft onderzocht de
populatiegenetica van de Afrikaanse buffel, met een accent
op de Kaapse buffel. Een betere kennis van de
populatiegenetica is wenselijk voor een effectief beheer en
bescherming van de soort, gericht op de lange termijn.
De analyses bevestigen de verschillende genetische opmaak van kuddes, die samenhangt met het feit dat vrouwelijke buffels hun hele leven in een kudde blijven. Buffels uit centraal (Kameroen en Gabon) en zuidwestelijk Afrika (Angola en Namibie) vormen een aparte genetische lijn. Het is opvallend dat de buffels uit zuidwestelijk Afrika niet nauwer verwant zijn aan de Kaapse buffels uit zuidelijk Afrika (Botswana, Zimbabwe en Zuid-Afrika). Wellicht zijn de gebieden in het verleden gescheiden geweest door een droogte-corridor die tijdens ijstijden liep van Namibie naar Tanzania. De hoge genetische diversiteit van de buffels kan worden verklaard doordat in het evolutionaire verleden dit deel van Afrika gekarakteriseerd werd door lange perioden van droogte, wat resulteerde in natte 'leefgebied'-eilanden.