CENTRAAL PLANBUREAU
Onderwerp: persbericht
Nummer:9
Datum: 10 april 2001
Inlichtingen bij: Frans Suijker (tel: 070-3383390), of bij Jacqueline
Timmerhuis (tel: 070-3383477).
Groei ICT-sector vertraagt, maar blijft hoog
Onder invloed van de minder gunstige internationale conjunctuur
vertraagt de volumegroei van de productie van bedrijven naar
verwachting van 4,4% in 2000 tot 3,25% dit jaar. Het Centraal
Planbureau (CPB) raamt dat de groei in 2002 verder afzwakt tot 2,75%.
Deze conjuncturele vertraging wordt vooral zichtbaar in de industrie,
de bouwnijverheid, de handel en de zakelijke dienstverlening.
Ook in de ICT-sector neemt de groei af, van 13,3% in 2000 tot 10% in
2001 en 7% in 2002. Dit blijft wel hoog vergeleken met andere
bedrijfstakken.
Dit schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen
Centraal Economisch Plan 2001 (CEP). Op 27 maart heeft het CPB al het
eerste samenvattende hoofdstuk van het CEP gepubliceerd, nog zonder
bedrijfstakkenbeeld. Zie hiervoor CPB persbericht 2001/5.
In het CEP gaat het CPB jaarlijks in op de ontwikkelingen in
afzonderlijke bedrijfstakken. Dit is een belangrijk verschil tussen
het CEP, dat elk jaar rond begin april verschijnt, en de Macro
Economische Verkenning (MEV), die op Prinsjesdag wordt gepubliceerd.
Rond het CEP zijn vandaag naast dit persbericht nog twee
CPB-persberichten verschenen. Deze zijn gewijd aan de speciale
onderwerpen van het CEP 2001, te weten 'Marktwerking in het onderwijs'
en 'Struikelblokken bij klimaatbeleid'.
Tegelijk met het CEP publiceert het CPB vandaag op zijn website
(www.cpb.nl) een aantal 'CEP's op maat' voor de volgende
bedrijfstakken:
* ICT-sector
* chemische industrie
* metalektro-industrie.
De geraamde groeivertraging zal vooral zichtbaar zijn in de
bedrijfstakken die sterk afhankelijk zijn van de export of van de
afzet van kapitaalgoederen, zoals de industrie, de groothandel en de
bouwnijverheid. Ook branches die diensten verlenen aan deze
bedrijfstakken, zoals de zakelijke dienstverlening, het transport en
het bank- en verzekeringswezen zullen de nadelige gevolgen van de
groeivertraging ondervinden.
In sectoren die profiteren van de aanhoudend voorspoedige ontwikkeling
van de particuliere bestedingen blijft de productiegroei daarentegen
op peil. Dit geldt onder meer voor de detailhandel, de horeca en de
persoonlijke dienstverlening.
Industrie
De industrie ondervindt sterk de gevolgen van de zwakkere
internationale conjunctuur: de groei van de uitvoer vermindert
aanzienlijk in 2001. In een aantal basisindustrieën, bijvoorbeeld
staal en aluminium, wordt bovendien een daling van de afzetprijzen
verwacht. Afnemers kunnen hierop anticiperen door tijdelijk in te
teren op hun voorraden. Dit heeft naar verwachting een additioneel
neerwaarts effect op de ontwikkeling van de afzet van de
basisindustrie. Daarnaast beïnvloedt de vertraging in de investeringen
de productie-ontwikkeling in de metaalnijverheid negatief.
In 2002 blijft de groei van de industriële productie in de raming
stabiel. De verdere afvlakking van de investeringsgroei leidt in de
metaalindustrie tot een geringere productiestijging, ondanks de
gunstiger ontwikkeling van de uitvoer.
De chemie profiteert van een iets sterkere stijging van de export. De
productie van de chemische industrie groeit naar verwachting met 2,5%
in 2001 en met 2,75% in 2002. Voor volgend jaar valt voor de chemie
een prijsdaling te verwachten in verband met de ontwikkeling van
olieprijs en dollarkoers.
Voor de voedings- en genotmiddelenindustrie geldt dat op belangrijke
markten min of meer sprake is van vraagverzadiging. Lage
inkomenselasticiteiten en een nauwelijks groeiende Europese bevolking
bieden weinig ruimte voor een forse expansie. Aan de aanbodkant vormt
bovendien de hoeveelheid Nederlandse grondstoffen (melk en levende
dieren) een groeibelemmering. BSE-perikelen en de MKZ-epidemie hebben
voorts een drukkend effect op de groei van de voedingsmiddelensector.
Het CEP besteedt ruim aandacht aan de gevolgen van BSE. De recente
MKZ-epidemie kon niet meer in de ramingen worden meegenomen. In het
persbericht van 27 maart is wel aangegeven wat de gevolgen kunnen
zijn.
Uitzendbureaus
Het uitzendwezen is een conjunctuurgevoelige bedrijfstak. Op drie
jaren van krimp van 1991 tot en met 1993 volgde een periode van
onstuimige groei. In de jaren 1994-1998 nam het productievolume zelfs
toe met gemiddeld 14,5%, met 1995 en 1996 als absolute toppers (22,5%
respectievelijk 21,7%). De afgelopen jaren was de groei gedaald tot
onder het gemiddelde in de marktsector. De groei in de uitzendbranche
valt dit jaar naar verwachting terug tot 0,5% en volgend jaar tot
0,75%. Voor het traditionele uitzendwerk voorziet het CPB zelfs een
daling van het aantal uitzenduren. Dit is een gecombineerd effect van
de conjuncturele vertraging en de krapte op de arbeidsmarkt. Aan de
vraagkant zijn bedrijven eerder geneigd om medewerkers in vaste dienst
aan te nemen. Aan de aanbodkant zijn minder potentiële arbeidskrachten
beschikbaar.
Het eveneens vandaag verschenen CPB Report 2001/1, het Engelstalige
kwartaalmagazine van het CPB, bevat een artikel dat nader ingaat op de
structurele ontwikkelingen in de uitzendbranche.
ICT
In de ICT-sector blijft de groei van de telecomsector weliswaar hoog,
maar de productiestijging zal minder sterk zijn dan in het recente
verleden. Deze sterke groei in de laatste jaren valt vrijwel volledig
te verklaren door de sterke opkomst van de mobiele telefonie en
internetgebruik. Zo had begin 1997 minder dan één op de zestien mensen
in Nederland een mobiele telefoon, terwijl eind 2000 ongeveer twee op
de drie Nederlanders over een 'mobieltje' beschikten. Ook het aantal
mensen met toegang tot internet kende soortgelijke groeicijfers.
Verdere groei is zeker nog mogelijk de komende jaren. Enkele Scandinavische landen laten immers nog hogere penetratieniveaus voor mobiele telefoons en internet zien. Maar het is niet waarschijnlijk dat de groei zich in het zelfde tempo zal voordoen als in het recente verleden. In de tweede helft van 2000 is de groei in de mobiele telefonie voor het eerst licht afgenomen. Voor het aantal internetaansluitingen wordt het omslagpunt in de loop van 2001 verwacht, zodat ook hier de groei op korte termijn zal gaan afnemen.
Naast de penetratiegraad is ook het verwachte verbruik per aansluiting
van belang voor de verdere groei van de ICT-sector. Voor mobiele
telefonie mag worden uitgegaan van een lichte daling van het aantal
belminuten per gebruiker voor de komende jaren. Het overgrote deel van
de nieuwe klanten kiest momenteel voor een zogeheten pre-paid
aansluiting. Deze groep blijkt gemiddeld minder te bellen dan klanten
met een vast abonnement. Bij het internetgebruik ligt een afname van
het gemiddelde verbruik minder voor de hand.
Bij de ICT-diensten kan het expansietempo van de
computerservicebedrijven wel hoog blijven ondanks enige conjuncturele
tegenwind. In 2000 kende deze bedrijfstak de zogeheten millenniumdip,
omdat het bedrijfsleven vòòr de ingang van het nieuwe millennium op
grote schaal zijn software had laten vernieuwen. De sector zet zich
dit jaar naar verwachting over de millenniumdip heen. Bovendien
stimuleren de komende euroconversie, e-business-projecten en
investeringen in de telecomsector (UMTS-net, uitbreiding
datatransmissiecapaciteit) de productie van de sector.
Al met al neemt de productiegroei in de ICT-sector af, van 13,3% in
2000 tot 10% in 2001 en 7% in 2002. Dit blijft wel hoog vergeleken met
andere bedrijfstakken.
Energie
De energiesector is de enige bedrijfstak waarvan de productie dit jaar
naar verwachting aanzienlijk sterker toeneemt dan in 2000. De
temperatuur heeft een grote invloed op het gasverbruik voor
verwarming. Het jaar 2000 was relatief warm, terwijl voor de jaren
2001 en 2002 normale temperaturen worden verondersteld. Hierdoor
stijgt het voor 2001 geraamde energieverbruik ten opzichte van 2000.
Wel drukken de hoge energieprijzen en de liberalisering van de
energiemarkten naar verwachting de productiestijging van de
energiesector. Grote ondernemingen mogen tegenwoordig bijvoorbeeld in
het buitenland gas kopen. Hierdoor is de afzet van Nederlands gas de
afgelopen jaren gedaald. In 2000 was ongeveer een kwart van de
binnenlandse gasmarkt in buitenlandse handen. In 2000 en 2001 zal de
afzet van Nederlands gas ongeveer stabiliseren. Wel verliest het in de
projectie toch nog enig marktaandeel, omdat enkele afnemers na het
aflopen van contracten eveneens de weg naar goedkopere buitenlandse
aanbieders vinden.
Het Centraal Economisch Plan 2001 (ISBN 90-5833-066-4) is te
verkrijgen bij:
Sdu Servicecentrum uitgeverijen
Postbus 20014
2500 EA Den Haag
Telefoon: (070) 3789880
Telefax: (070) 3789783
Prijs: f 74,50
Tevens is het volledige Centraal Economisch Plan (gratis) beschikbaar
als PDF-file.
| Top | Home | Search | Sitemap |