Verzoek veehouder om levering vaccin mond en klauwzeer afgewezen
Bron: Rechtbank 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 13-04-2001
De president van de Rechtbank Den Haag heeft gisteren, 12 april, een
veehouder niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De veehouder
en -handelaar had een kort geding aangespannen tegen het Ministerie
van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij waarin hij eiste dat hem in
voldoende mate vaccin tegen Mond- en Klauwzeer ter beschikking zou
worden gesteld. De veehandelaar had in februari van dit jaar een brief
gestuurd naar het ministerie waarin hij vroeg om hem het vaccin ter
beschikking te stellen. Het ministerie reageerde niet op zijn brief.
De veehandelaar voerde in het geding aan dat de Europese Commissie een
tweeslachtig beleid voert en dat het gehanteerde inentingsverbod
tevens in strijd is met het Europees Verdrag voor de bescherming van
boerderijdieren. De Haagse rechter was van mening dat de veehandelaar
eerder bezwaar had moeten aantekenen bij het ministerie omdat dit geen
beslissing nam naar aanleiding van zijn schriftelijke verzoek (de
brief). Ook had de veehandelaar de president het College van Beroep
voor het bedrijfsleven (CBB) kunnen verzoeken om een voorlopige
voorziening te treffen.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB1053
Rechtbank 's-Gravenhave