Ministerie van Economische Zaken


http://www.minez.nl

MINEZ: Verplaatsing chipproduktie door Philips

Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Persbericht
Nummer: 056
Datum: 13-04-2001

VERPLAATSING CHIPPRODUCTIE DOOR PHILIPS

Het lid van de Tweede Kamer Hindriks (PvdA) heeft aan de minister van Economische Zaken op 28 maart 2001 de volgende schriftelijke vragen gesteld.


1 Hoe benadrukt u de uitspraak van Philips-president Boonstra 1) dat de chipproductie op termijn verplaatst zal worden naar de Verenigde Staten of Azië?


2 Hoeveel Nederlandse werkgelegenheid is direct en indirect verbonden met de chipproductie? Hoe ontwikkelt deze werkgelegenheid zich? Waar is deze werkgelegenheid geconcentreerd?


3 Is het waar dat de Nederlandse vestigingsplaatscondities voor activiteiten rond chipproductie achterblijven bij de vestigingsplaatscondities elders? Waaruit bestaan deze vestigingsplaatscondities? Hoe beïnvloedt uw beleid deze condities?


4 Is er op dit moment sprake van door de overheid ondersteunde technologieontwikkeling op het gebied van chipproductie door Philips? Zo ja, welke en hoe ontwikkelt deze zich?


5 Bent u voornemens met de Philipsleiding en de betrokken vakbonden te overleggen over de ontwikkeling van het vestigingsklimaat voor high-tech productie in Nederland?


6 Hoe beoordeelt u de effectiviteit van het Nederlandse economisch en technologisch beleid in het licht van deze uitspraken van Cor Boonstra?



1) Interview in NOS-programma Buitenhof van 25 maart jl.

De minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink, heeft deze vragen als volgt beantwoord.


1 De heer Boonstra heeft in de televisie-uitzending van 'Buitenhof' zijn privé-mening gegeven over een mogelijke verplaatsing van activiteiten van Philips. Op dit moment is een nieuw hoofdkantoor voor Philips Semiconductors in aanbouw op de High Tech Campus te Eindhoven. Navraag bij Philips leerde ook dat een verplaatsing van de fabricage van halfgeleiders uit Nederland thans niet aan de orde is. Wel is het zo dat Philips ook buiten Nederland investeert in de halfgeleider productie, zoals onlangs nog bleek uit de aankondiging van Philips voor een nieuwe test- en IC-assembly fabriek in China.


2 In Nederland zijn er, volgens opgave van de betrokken bedrijven, circa 10.500 mensen, direct of indirect betrokken bij de chipproductie. Deze werkgelegenheid ontwikkelt zich voorspoedig. Zo is de directe werkgelegenheid van Philips Semiconductors te Nijmegen in 2000 toegenomen met 426 medewerkers en in Eindhoven met ruim 200 medewerkers.

ASML, producent van lithografische apparatuur die wordt gebruikt bij het produceren van halfgeleiders, groeit de laatste jaren in een hoog tempo van 1932 werknemers in Nederland in 1998 tot 3289 werknemers ultimo 2000.

De werkgelegenheid, direct en indirect gerelateerd aan de productie van semiconductors is geconcentreerd in de volgende plaatsen:
- Nijmegen; Philips Semiconductors: 4534 medewerkers
- Stadskanaal; Philips Semiconductors: 584 medewerkers
- Eindhoven: Philips Semiconductors: 967 medewerkers
- Veldhoven: ASML: circa 3300 medewerkers

- Bilthoven: ASMI: circa 520 medewerkers

- Drunen/Duiven: BE Semiconductor Industries BV: circa 590 medewerkers


3 Mij is geen signaal bekend dat de Nederlandse vestigingsplaatscondities voor activiteiten rond de fabricage van halfgeleiders achterblijven bij de vestigingsplaatscondities elders.

Ik kan u in dit verband wijzen op het feit dat Philips voornemens is, zijn activiteiten in Nijmegen sterk uit te breiden in het kader van het Philips CityCenter project. Het is in dit verband ook het vermelden waard dat de halfgeleider fabriek in Nijmegen al de grootste halfgeleider productie faciliteit van Philips ter wereld is. Tevens wordt, zoals reeds vermeld, thans een nieuw hoofdkantoor van Philips Semiconductors gebouwd, op de High Tech Campus te Eindhoven.

Wel investeert Philips ook buiten Nederland grootschalig in de chipproductie
(o.a. Singapore, Albuquerque).

Voor de andere grote Nederlandse speler, ASML, geldt hetzelfde. Deze onderneming kent de laatste jaren een grote groei. ASML maakt zeer intensief gebruik van de diensten en producten van zowel Nederlandse als buitenlandse toeleveranciers. Op deze wijze is in de regio Veldhoven en ook daarbuiten een belangrijk netwerk van bedrijven en kennisinstellingen ontstaan.

Voor wat betreft vestigingsplaatscondities voor activiteiten rond chipproductie en mijn beleid terzake, kan ik wijzen op de steun voor technologie-ontwikkeling op het terrein van halfgeleiders. Hier wordt in vraag 4 nader op ingegaan. Verder wijkt het niet af van het reguliere vestigingsplaatsbeleid. Voor een beeld hiervan kan ik u verwijzen naar TK 2000-2001, 27-505, nr. 1 (Fiscale aspecten van het vestigingsklimaat in Nederland), alsmede naar Brief EZ00000195, d.d. 13-4-2000 (Commissariaat voor Buitenlandse investeringen in Nederland, jaarbeeld 1999).


4 Ja. Het onderzoek op het gebied van de halfgeleidertechnologie wordt momenteel ondersteund vanuit het EUREKA project MEDEA+.

MEDEA+ is een Europees onderzoeksprogramma dat gericht is op het genereren van kennis op het gebied van micro elektronica in Europa als 'enabling' technologie voor de informatiemaatschappij. Het programma betreft industrieel onderzoek en (technisch haalbaarheidsonderzoek voorafgaande aan) preconcurrentiële ontwikkeling. Het programma bestaat uit een tweetal hoofddomeinen, te weten:
1 'silicon application platforms': dat met name gericht is op de samenhang van systeem platforms, architecturen en bouwblokken in de verschillende applicatiegebieden om toe te kunnen werken naar de facto standaarden;

2 'enabling technologies': dat gericht is op de uitwerking van de internationale 'roadmap' voor halfgeleiders.

Het programma is een vervolg op de eerdere EUREKA initiatieven JESSI (1989-1996) en MEDEA (1997-2000) en loopt in principe van 2001 tot en met 2008, met een tussentijdse evaluatie in 2004. De Europese landen die in het programma participeren zijn: Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië, België (Vlaamse deelregering), Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Finland. In projecten kunnen echter ook bedrijven uit andere landen deelnemen. Het Nederlandse steunvoornemen voor MEDEA+ is op
15 februari 2001 door de Europese Commissie goedgekeurd.

In het najaar van 2000 is een eerste call for proposals afgewerkt en begin dit jaar is een tweede call geplaatst. Philips participeert in 15 projecten. Andere Nederlandse participanten in MEDEA+ zijn: ASML, ASMI, Thales Communications, Rohill, e.a.

Op 17 juli 2000 heb ik een uitgebreide brief over het MEDEA+ programma aan de Tweede Kamer gezonden (EZ00040917).


5 De heer Boonstra heeft op persoonlijke titel enkele uitspraken gedaan. Mijns inziens is het niet aan de orde, mede gelet op bovenstaande feiten, om met de Philipsleiding en de betrokken vakbonden te overleggen over de ontwikkeling van het vestigingsklimaat voor high-tech productie in Nederland. Overigens heeft mijn ministerie regulier overleg met Philips over de technologiestimulering (Philips kaderafspraak).


6 De privé-mening van de heer Boonstra, gecombineerd met bovenstaande informatie, geven mij thans onvoldoende aanleiding om de effectiviteit van het Nederlandse
economisch en technologisch beleid anders te waarderen dan voordat deze uitspraken waren gedaan.

Noot van de redactie: inlichtingen bij Maryse Ducheine, tel: (070) 379 64 64

13 apr 01 11:23