Besluitenlijst
Vergadering college van b. en w. 10 april 2001
College gaat minimabeleid met gemeenteraad evalueren
Het college van b. en w. zal in juni van dit jaar met de gemeenteraad
van gedachten wisselen over de toekomst van het minimabeleid. Dat zal
gebeuren aan de hand van een evaluatie van de in 1997 door de raad
vastgestelde nota "Minima in de lift". Burgemeester en wethouders
antwoorden dit op schriftelijke vragen, gesteld door de fractie van
D66.
Het college onderschrijft in zijn antwoord de stelling van D66 dat
geld dat bedoeld is voor minimabeleid, ook voor dit doel moet worden
besteed. Maar daarbij willen b. en w. wel opmerken dat het kader van
het huidige minimabeleid al in 1997 is vastgesteld. "De afgelopen
jaren is de economische ontwikkeling in ons land voorspoedig geweest.
Een groot aantal huishoudens heeft de inkomenspositie kunnen
verbeteren, waardoor het beroep op het gemeentelijk minimabeleid
beperkt gebleven is", aldus b. en w.
Burgemeester en wethouders vinden overigens dat ze de kwijtschelding
van gemeentelijke belastingen voor minima wel degelijk mogen betrekken
bij de uitgaven voor minimabeleid. D66 had bezwaar gemaakt tegen het
feit dat het college, in antwoord op eerdere vragen aan de werkgroep
uitkeringsgerechtigden van de FNV, deze kosten had laten meewegen in
een uitgavenoverzicht. Overigens merken b. en w. op dat bij dat
uitgavenoverzicht alleen de directe kosten in beeld zijn gebracht. "Er
is nog geen rekening gehouden met de indirecte kosten, zoals kosten
van uitvoering en voorlichting", aldus het college.
Raad gevraagd perceel Everdenberg te verkopen aan
partyservicecombinatie
Burgemeester en wethouders gaan de Oosterhoutse gemeenteraad vragen
een perceel grond op bedrijventerrein Everdenberg te verkopen aan twee
Oosterhoutse partyservices. t Pauske Party Service en Prins Heerlijck
Party Service willen op een perceel van 5.000 m² één gebouw met twee
afzonderlijke units neerzetten. Voor de verkoop geldt een
vierkante-meterprijs van 155 ( 70,34). In totaal is met de verkoop een
bedrag van 774.070 ( 351.258) gemoeid.
t Pauske is momenteel gevestigd aan de Houtduifstraat en kampt daar
met ruimteproblemen. Prins Heerlijck verricht momenteel de
activiteiten vanuit de keuken van de Paulus Abdij. Deze keuken wordt
nu gehuurd, met als conditie dat Prins Heerlijck ook de
maaltijdvoorziening voor de paters voor haar rekening neemt.
Hoewel beide bedrijven in dezelfde branche opereren, verschillen hun
doelgroepen. t Pauske richt zich met name op catering voor
particulieren en instellingen, terwijl de hoofdactiviteit van Prins
Heerlijck is het produceren van maaltijden voor instellingen en
beperkte partycatering.
Geen medewerking college aan uitbreiding manege Terheijdensspoor
Het college van b. en w. wil niet meewerken aan het verzoek tot
uitbreiding van een paardenfokkerij aan het Terheijdensspoor met een
tweede bedrijfswonng en een hal van veertig bij honderd meter. Beide
gebouwen zijn gesitueerd buiten het in het bestemmingsplan opgenomen
bouwblok, waardoor er sprake is van strijdigheid met het
bestemmingsplan.
Vergroting van het bouwblok past evenmin in de door de gemeenteraad
vastgestelde visie op het buitengebied, waarin zeer terughoudend wordt
omgegaan met bouwen in gebieden met landschappelijke en
cultuurhistorische waarden. Het Terheijdensspoor is zon gebied. Ook
voor een tweede bedrijfswoning gelden in de visie strikte regels: zon
woning wordt alleen tijdelijk toegestaan in een periode dat een
bedrijf wordt overgedragen aan een nieuw bedrijfshoofd.
Het college merkt verder op dat de uitbreiding een aanzienlijke
verdere belasting van het milieu veroorzaakt. In de nieuwe hal wil de
ondernemer 175 tot 200 jonge paarden huisvesten, terwijl er nu sprake
is van 48 paarden. De uitbreiding leidt tot een ontoelaatbare toename
van de ammoniakdepositie in dit voor verzuring gevoelige gebied, aldus
b. en w.
Op grond van al deze overwegingen kan het college geen medewerking aan
de uitbreiding verlenen. Het adviseert de ondernemer om, wil hij alle
activiteiten op één locatie onderbrengen, op zoek te gaan naar een
vrijkomende agrarische locatie waar dit zowel vanuit ruimtelijke
overwegingen als milieuhygiënische overwegingen mogelijk is.
B. en w. wijzen verhuizing manege naar Houteindsestraat af
B. en w. hebben afwijzend gereageerd op het verzoek van de heer
Swagemakers om de manege De Teteringse Bossen te verhuizen van de
huidige locatie aan de Vrachelsestraat naar de Houteindsestraat te Den
Hout. De manege aan de Vrachelsestraat is in feite illegaal en moet
uiterlijk 31 mei 2001, zo heeft de rechtbank te Breda bepaald, daar
verdwijnen.
Als alternatieve locatie heeft hij nu een perceel aan de
Houteindsestraat in gedachten, waar minimaal 4.000 m² bebouwd zou
moeten worden. Volgens het bestemmingsplan, dat de Houteindsestraat
bestempelt als agrarisch gebied met landschaps- en/of
cultuurhistorische waarden, is dat echter niet mogelijk. Het huidige
bestemmingsplan biedt overigens ook zelf geen vrijstellings- of
wijzigingsmogelijkheid.
Ook met de visie op het buitengebied in de hand zien burgemeester en
wethouders geen mogelijkheid aan de plannen van Swagemakers mee te
werken. Hergebruik van agrarische panden is alleen mogelijk binnen de
bestaande bouwmassa, terwijl de manage aanzienlijk meer grond nodig
heeft. Bovendien zal er sprake zijn van verkeersaantrekkende werking,
waardoor de in het gebied aanwezige waarden eveneens zullen worden
aangetast.
Vier procent personeel gemeente behoort tot minderheidsgroep
De gemeente Oosterhout had per 31 december 2000 negentien personen in
dienst die behoren tot de minderhedendoelgroep. Dat is 3,98 procent
van het personeelsbestand. Dat blijkt uit de rapportage die de
gemeente heeft opgesteld in het kader van de Wet SAMEN (Wet
Stimulering arbeidsdeelname minderheden). Met het percentage van 3,98
blijft de gemeente onder het richtgetal voor de regio, dat
voorschrijft dat vijf procent van het aantal werknemers tot een
minderheidsgroep zou moeten behoren.
De gemeente Oosterhout heeft overwogen, gezien de cijfers, allochtonen
een voorkeursbehandeling te geven, maar heeft daarvan toch afgezien.
Belangrijkste overweging daarvoor is dat het momenteel voor gemeenten,
gezien de krappe arbeidsmarkt, buitengewoon lastig is goed personeel
te vinden. Als Oosterhout al een voorkeursbeleid zou moeten
ontwikkelen, zou zich dat eerder op jongeren moeten richten. Die zijn
in het Oosterhoutse personeelsbestand - net als bij andere gemeenten
overigens - ondervertegenwoordigd.
Het college zal de rapportage over de Wet SAMEN nog bespreken met de
Ondernemingsraad.
Oosterhout, 12 april 2001