Persberichten / Dossier MKZ
Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en
klauwzeer 2001 II
dd.13-04-2001 17:30 uur
13 april 2001
Toelichting
Onderhavige regeling omvat een gewijzigde, integrale tekst van de
Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en
klauwzeer 2001. Uit oogpunt van duidelijkheid van de geldende
regelgeving is ervoor gekozen de voornoemde regeling in te trekken en
deze te vervangen door de onderhavige Regeling uitvoerverbod vee en
bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer 2001 II.
Aangezien sommige categorieën behandelde producten van dierlijke oorsprong geen risico´s op verspreiding van het mond- en klauwzeer virus opleveren is in onderhavige regeling in bepaalde gevallen de handel in dergelijke producten mogelijk gemaakt op voorwaarde dat de verzending van deze producten uit Nederland gecertificeerd wordt, als opgenomen in Beschikking 2001/223/EG. Het certificeren geschiedt door de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees.
* Producten van evenhoevigen mogen slechts worden verzonden vanuit
gebieden gelegen in bijlage I bij Beschikking 2001/223/EG van de
Commissie van de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot
vaststelling van beschermende maatregelen in verband met mond- en
klauwzeer in Nederland naar andere EG- lidstaten indien voldaan
wordt aan de voorwaarden die in de beschikking staan genoemd.
* Met betrekking tot het verzenden van producten van evenhoevige
dieren naar landen, niet zijnde EG-lidstaten, zijn op basis van
artikel 80 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren,
eveneens de voorwaarden als beschreven in Beschikking 2001/223/EG
van toepassing.
* Sperma, eicellen en embryo´s van runderen, schapen, geiten,
varkens of andere evenhoevige dieren mogen niet buiten de gebieden
in bijlage I en bijlage II gebracht worden, tenzij voldaan wordt
aan de voorwaarden genoemd in de Beschikking 2001/223/EG.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-Generaal, ir. J. F. de Leeuw
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Gelet op Beschikking 2001/223/EG van de commissie van de Europese
Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van beschermende
maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in Nederland (PbEG L
82);
Gelet op de artikelen 30, eerste en vierde lid, 31 en 80 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
Beschikking 2001/223/EG: Beschikking 2001/223/EG van de Commissie van
de Europese Gemeenschappen van 21 maart 2001 tot vaststelling van
beschermende maatregelen in verband met mond- en klauwzeer in
Nederland (PbEG L 82).
Artikel 2
1. Het buiten Nederland brengen van vee is verboden.
2. Het brengen van producten van evenhoevigen buiten het gebied,
bedoeld in bijlage I van Beschikking 2001/223/EG, is verboden.
3. Het brengen van sperma, eicellen en embryo´s van runderen,
schapen, geiten, varkens of andere evenhoevige dieren buiten het
gebied, bedoeld in bijlage II van Beschikking 2001/223/EG, is
verboden.
4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet ten aanzien van
paardachtigen, bedoeld in artikel 12 van Beschikking 2001/223/EG,
indien wordt voldaan aan de in artikel 12 van Beschikking
2001/223/EG gestelde voorwaarden.
5. De in het tweede en derde lid bedoelde verboden gelden niet ten
aanzien van de in de artikelen 2 tot en met 8 van Beschikking
2001/223/EG bedoelde producten, indien, voorzover van toepassing,
wordt voldaan aan de in de artikelen 2 tot en met 11 van die
beschikking gestelde voorwaarden.
Artikel 3
De Regeling uitvoerverbod vee en bepaalde dierlijke producten mond- en
klauwzeer 2001 wordt ingetrokken.
Artikel 4
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoerverbod vee en
bepaalde dierlijke producten mond- en klauwzeer 2001 II.
Artikel 5
De regeling wordt op 13 april 2001 om 17:30 bekendgemaakt aan de media
en treedt onmiddellijk in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER
EN VISSERIJ,
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit,
Directeur-Generaal, ir. J. F. de Leeuw