Rijksuniversiteit Groningen

17 apr 2001

Nummer 46 Dit is een gezamenlijk persbericht van de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen

17 april 2001

Groningen doet mee aan Europees onderzoek naar energieconsumptie huishoudens

Groningen doet mee aan Europees onderzoek naar energieconsumptie huishoudens
Samenwerking
Energiecampagne
Profielen
Vergelijking in Europa
Milieubeleid
Andere steden
Noot voor de pers:

Het Centrum voor Energie en Milieukunde (IVEM) van de Rijksuniversiteit Groningen en de gemeente Groningen gaan samenwerken in een groot driejarig onderzoeksproject naar de milieugevolgen van huishoudelijke consumptie in de stad. Het project wordt uitgevoerd in het kader van het Duurzame Steden Programma van de Europese Unie. Groningen is één van de vijf steden in Europa die daaraan meedoen. Dinsdag 17 april 2001 ondertekenden wethouder mr. drs. F.J. Paas van de gemeente en dr. H.C. Moll van het IVEM de samenwerkingsovereenkomst.

Het onderzoek richt zich op huishoudelijk energiegebruik en de wijze waarop dat kan worden teruggebracht. Nieuw is dat niet alleen zal worden gekeken naar het gas en elektriciteitsverbruik (het directe energiegebruik), maar ook naar de energie die nodig is om de producten die de huishoudens kopen te produceren (het indirecte energiegebruik). Het gaat daarbij om producten als voedsel, witgoed en andere gebruiksvoorwerpen die de huishoudens aanschaffen. Uit eerder onderzoek van het IVEM is gebleken dat het indirecte energiegebruik meer dan de helft van het totale energiegebruik van een huishouden omvat.

Samenwerking

Gemeente en RUG werken samen aan een door de EU gefinancierd project: 'The involvement of steakholders to develop and implement tools for sustainable households in the city of tomorrow'. Kortweg ToolSust genaamd. Het project loopt van 1 december 2000 tot 1 december 2003. Doel is om een algemeen toepasbare methode te ontwikkelen waarmee steden kunnen werken aan het vergroten van hun duurzaamheid.

Energiecampagne

De samenwerking tussen de RUG en de gemeente heeft voor beide partijen voordelen. De RUG kan gegevensbronnen en expertise van de gemeente gebruiken. De gemeente krijgt de beschikking over de resultaten van de onderzoeken door de RUG en van die in de andere Europese steden. Die resultaten kan de gemeente gebruiken om energieverbruik in de Groningse huishoudens terug te dringen en om het gebruik van duurzame energie te bevorderen. Dit voornemen is ook opgenomen in het Milieubeleidsplan 'Lokaal Gewogen' dat de gemeenteraad dit voorjaar vaststelde. Uitvoering van dat beleid houdt ook in dat de gemeente in november een energiecampagne start. De ondertekening van dit convenant is de opmaat voor die campagne.

Profielen

Het onderzoek wordt gestart met een telefonische enquête onder zeshonderd Groningse huishoudens. De onderzoekers hopen dat ze met deze enquête meer inzicht zullen krijgen in het milieubesef en het winkelgedrag van consumenten. Daarnaast worden zogenaamde energieprofielen van huishoudens gemaakt. Die geven een beeld van het directe en indirecte energiegebruik. Ook willen de onderzoekers meer weten over de manier waarop Groningers zich verplaatsen.

Naast dit alles gaan ze een overzicht opstellen van het bestaande en toekomstige milieubeleid van de stad. Om het beeld compleet te maken zullen ze gesprekken voeren met politici, bestuurders, vertegenwoordigers van milieuorganisaties en maatschappelijke belangenverenigingen.

Vergelijking in Europa

Om meer inzicht te krijgen in de manier waarop het huishoudelijk energiegebruik kan worden gereduceerd, zal in het onderzoek worden gekeken naar de rol die winkeliers, consumentenorganisaties en overheden hierbij kunnen en willen spelen. Lopende het onderzoek worden de resultaten regelmatig gepresenteerd. De bevindingen van het Groningse onderzoek worden op gezette tijden vergeleken met de resultaten van de andere Europese steden. Zo willen de onderzoekers een beeld krijgen over hoe Groningen scoort in vergelijking met de andere steden in Europa.

Milieubeleid

Voor het gemeentelijk milieubeleid van Groningen is de vraag belangrijk hoe het indirecte energiegebruik van huishoudens kan worden verminderd. Verandering van koopgedrag zou daar bijvoorbeeld aan kunnen bijdragen. Het indirecte energiegebruik stijgt op het ogenblik nog steeds als gevolg van hogere inkomens en veranderingen in bestedingspatronen. In het onderzoek worden niet alleen korte termijn opties onderzocht, maar zullen ook scenario's worden ontwikkeld voor de langere termijn.

Andere steden

Naast Groningen zijn steden in Noorwegen (Fredriksstad), Zweden (Stockholm), Engeland (Guilford) en Italie (Padova) betrokken bij het onderzoek. De Europese Unie steekt ruim één miljoen euro in het project. Ongeveer twintig procent hiervan gaat naar het Groningse onderzoek.

Noot voor de pers:

Meer informatie:

* dr. K.J. Noorman, tel. (050)574 57 77 of (050)363 46 13/363 46 09, e-mail: k.j.noorman@fwn.rug.nl

* dr. H.C. Moll, tel. (050)363 46 07/363 46 09, e-mail: h.c.moll@fwn.rug.nl

* afdeling Voorlichting gemeente Groningen, Niko Beets tel. (050)367 76 54, e-mail: niko.beets@bsd.groningen.nl

Begin pagina