D66

Zoek in www.D66.nl _____________ zoek Jonge Democraten - Nieuwe Democraten Partijblad Democraat
Idee
Jonge Democraten

18 april 2001

Interpellatie Borst-Kok over de pil van Drion

Boris Dittrich

Op dinsdag werd de euthanasiewet door de Eerste Kamer met grote meerderheid aanvaard. De zaterdag erna verscheen het interview van minister Borst in de NRC.
Het heeft veel stof doen opwaaien.

Ik geloof niet dat we er in de Kamer over van mening verschillen dat het geen gelukkige zet was om zo vlak na aanvaarding van de Euthanasiewet, die nogal wat vragen en twijfels in het buitenland heeft opgeroepen, in te gaan op vragen van de journaliste over de pil van Drion.
Die pil heeft niets met euthanasie te maken.
In onze ogen was het beter geweest in het interview alle aandacht te geven aan een zorgvuldige toepassing van de nieuwe Euthanasiewet en de diverse reacties vanuit het buitenland. Behalve verontrusting is er ook groeiend begrip in het buitenland te zien, zoals het feit dat de minister van Volksgezondheid in Frankrijk, Kouchner, de Nederlandse euthanasiewet als voorbeeld ziet.

Het luistert nauw welke woorden je gebruikt, wanneer je praat over euthanasie. Snel raken gevoelens gekwetst. Dat is bij sommige fracties hier in de 2e Kamer het geval en in de samenleving. Zoals dat ook gold over het euthanasiedebat in de Eerste Kamer, waar vergelijkingen zijn getrokken, die op andere fracties en mensen in de samenleving kwetsend overkwamen.

Het is jammer dat sommige passages in het interview onbedoeld aanleiding geven tot verschillende interpretaties, zoals bijvoorbeeld de woorden "het is volbracht", maar in het interview zelf kan de fractie van D66 weinig nieuws ontdekken.
De pil van Drion is al aan de orde geweest in het Kamerdebat op 23 november 2000. Het CDA en de SP hebben de regering daarover toen een enkele vraag gesteld. Minister Borst heeft daar ook al geantwoord dat het gaat om mensen, die "klaar met leven" zijn, dat dit een maatschappelijk probleem is, dat daarover eerst een maatschappelijk debat gevoerd moet worden, dat dat eerder 5 a 10 jaar duurt, dat de regering absoluut niet de suggestie gewekt heeft nu even in deze kabinetsperiode dat te willen regelen.

Ook in het interview in de NRC heeft minister Borst niet gezegd voorstellen te doen om het "klaar met leven-vraagstuk" te regelen of heeft zij die suggestie gewekt. Wel heeft de fractievoorzitter van het CDA op Paaszaterdag de televisie in die zin te woord heeft gestaan. Niet de minister, maar híj heeft gezegd dat "onder leiding van mevrouw Borst" bejaarden de pil van de dood kunnen krijgen. Hij sprak over een "voorstel" van minister Borst en kwalificeerde dat als een enge en griezelige manier van denken.
MdV.
Met die reactie heeft de heer De Hoop Scheffer de ontstane discussie niet zuiver gehouden.
Het lijkt er op dat de fractievoorzitter van het CDA tijdens de Paasdagen opzettelijk de woorden van mevrouw Borst heeft verdraaid en een valse voorstelling van zaken heeft gegeven.

De pil van Drion, klaar met leven, hoe om te gaan met door artsen te verlenen stervenshulp, met wilsonbekwamen, met mensen, die zichzelf van het leven willen beroven : het zijn allemaal reële maatschappelijke problemen, die zeer gevoelig liggen en complex zijn, maar waar natuurlijk wel over gesproken moet kunnen worden. Deze onderwerpen en de gedachtevorming daarover zijn nog niet echt uitgekristalliseerd. Het debat zal vele facetten kennen. De fractie van D66 staat er open voor. Laat het maatschappelijk debat zijn werking hebben. Wij zullen goed luisteren en te gelegener tijd onze politieke verantwoordelijkheid nemen door standpunten te bepalen.

D66 zal de ingediende moties niet steunen.
De motie van de heer De Hoop Scheffer vinden we inhoudelijk onjuist, maar van de zijde van de indiener ook nog eens ongeloofwaardig.

Van de regering zou ik graag willen vernemen wanneer de euthanasiewet in werking treedt en of er nog een voorlichtingscampagne wordt gevoerd om duidelijk te maken aan het publiek wat de grenzen van de wet zijn.



Lees ook de verklaring van minister Borst op de website van het Ministerie van Volksgezonheid, Welzijn en Sport