Gemeente Breda

18-04-2001

Landhuis De Hartel voorgedragen als rijksmonument
Het college van burgemeester en wethouders heeft de gemeenteraad alsnog voorgesteld om de staatssecretaris van OCW positief te adviseren over de aanvraag om het landhuis De Hartel aan te wijzen als rijksmonument.

In 1998 is er in opdracht van de gemeente een bouwhistorisch onderzoek verricht door Kamphuis, bureau voor bouwhistorie. Dit bureau kwam tot de conclusie, dat het landhuis als rijksmonument moest worden aangewezen. Ook gezien de bijzondere en vrij zeldzame combinatie van een landhuis in cottagestijl en tuinaanleg in de Architectonische Tuinstijl is sprake van een hoge monumentale waarde.

Momenteel is het landhuis een gemeentelijk monument. Het behoort tot de groep landhuizen in Engelse cottagestijl, waarvan er in het begin van de 20e eeuw in Nederland veel zijn gebouwd. Kenmerkend voor de landhuizen in Engelse cottagestijl is de grote hal met haard en trap, met daaromheen de belangrijkste ruimten gegroepeerd. Op deze manier ontstaan de compacte, rechthoekige plattegronden die zo typerend zijn voor deze landhuizen. De Hartel is een goed voorbeeld van de cottagestijl, waarbij de plattegrondindeling belangrijker is dan de uiterlijke vormgeving.

Het landhuis De Hartel is in de jaren 1921 1922 gebouwd in opdracht van ir. J.H.H. Verloop, directeur van de scheepswerf Feyenoord in Rotterdam, naar ontwerp van architect M.E. Bruijnzeel uit Rotterdam.

Breda, 18 april 2001