Commissie wijst op discriminatoir karakter van moedertaalcriterium bij
aanwervingen (24/04/01)
Het moedertaalcriterium kan worden beschouwd als discriminatoir en
onverenigbaar met de regelgeving inzake vrij verkeer van werknemers.
Dat heeft commissaris Anna Diamantopoulou geantwoord op een vraag van
europarlementslid Bart Staes (VU&ID) over vacatures van
niet-gouvernementele organisaties, bedrijven en Europese instellingen
met English mother tongue als voorwaarde.
Eerder had ook federaal minister Laurette Onkelinx erkend dat het
beginsel van non-discriminatie en het vrij verkeer van werknemers met
voeten wordt getreden door vacatures te plaatsen voor native
English-speaker. In de weekbladen European Voice en The Bulletin
duiken regelmatig soortgelijke jobaanbiedingen op. Tijdens het
Europees Jaar voor de Talen eisen Europese organisaties en
instellingen steeds vaker onomwonden dat hun sollicitanten Engelse
moedertaalsprekers moeten zijn. Op die manier discrimineren ze
openlijk tegen anderstalige werkzoekenden. Het Engels krijgt daardoor
- ten onrechte - het statuut van dominante (cultuur)taal.
Een recent voorbeeld van discriminatie tegen niet-Engelstaligen was
een vacature bij de Raad der Europese Gemeenten en Regio's. Deze
koepelorganisatie zocht onlangs een native English-speaker als
informatieverantwoordelijke voor haar bureau in Brussel. Een korte
zoektocht op het internet toont spijtig genooeg aan dat het geen
alleenstaand geval betreft. Zelfs instellingen en programma's van de
Europese Unie, zoals Socrates en Leonardo, zoeken native
English-speakers als werknemers voor hun Brusselse zetels.
JURIDISCHE STAPPEN
In antwoord op een vraag van Staes bevestigt Onkelinx tot driemaal toe
dat het moedertaalcriterium bij de aanwerving van personeelsleden
indruist tegen het non-discriminatiebeginsel. De Vlaamse
Esperanto-bond had Staes ervoor gewaarschuwd dat niet-Engelstaligen
bij voorbaat worden uitgesloten van de selectieprocedure, zelfs indien
ze de Engelse taal meer dan behoorlijk machtig zijn. Anderstaligen
komen blijkbaar niet langer in aanmerking voor bepaalde functies, en
dat tijdens het Europees Jaar van de Talen.
Eind maart heeft europarlementslid Bart Staes minister Onkelinx
gevraagd of ze bereid is juridische stappen te zetten om een einde te
maken aan deze discriminatie bij de aanwerving van personeelsleden in
de Belgische federatie. Uit haar eerste antwoord blijkt immers dat de
vereiste van native English speaker het principe van
niet-discriminatie schendt. Zij baseert zich hiervoor op de Europese
Verklaring van de Rechten van de Mens en de Conventie betreffende
discriminatie van de Internationale Arbeidsorganisatie. Voor
aanwervingen in de Belgische federatie verwijst ze naar CAO nr. 38,
het decreet-Vandezande en het decreet van de Franse Gemeenschap inzake
sociale betrekkingen tussen werkgevers en werknemers.
1. Welke juridische stappen zal de minister zetten om een eind te
maken aan de (taal)discriminatie tegenover niet-Engelstaligen bij
aanwervingen in de Belgische federatie?
2. Zal de minister een beroep doen op de bestaande wetgeving inzake
discriminatie en racisme om een eind te maken aan de
(taal)discriminatie tegenover niet-Engelstaligen bij aanwervingen in
de Belgische federatie? Zo neen, waarom niet?
3. Zal de minister een beroep doen op het Centrum voor Gelijke Kansen
en voor Racismebestrijding om een eind te maken aan de
(taal)discriminatie tegenover niet-Engelstaligen bij aanwervingen in
de Belgische federatie? Zo neen, waarom niet?
Auteur:
VU&ID-fractie - Europees Parlement
Bart Staes - Lid van het Europees Parlement
Meer informatie:
Contactpersoon: Filip Vandenbroeke
Telefoon: 02/284.7.642.
Fax: 02/284.9.642.
E-post: fvandenbroeke@europarl.eu.int
Url: http://bartstaes.volksunie.be