Samensmelting ZON en NWO Medische Wetenschappen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GZB/PCZ/2171225
Op 1 juli 1999 trad de Wet op de organisatie ZorgOnderzoek
Nederland (ZON) in werking. Daarbij werd ZON ingesteld met als
taken het stimuleren van onderzoek en vernieuwing in de
gezondheidszorg en het bevorderen dat de resultaten hiervan in de
praktijk gebruikt worden. Deze taken en de werkzaamheden van het
Gebiedsbestuur Medische Wetenschappen van de Nederlandse
organisatie voor wetenschappelijk onderzoek (NWO) liggen in
elkaars verlengde en vertonen soms zelfs enige overlap. Dit
gebiedsbestuur richt zich namelijk op het stimuleren van
kennisvermeerdering op het gebied van gezondheid, ziekte en zorg,
het bevorderen van de kwaliteit en vernieuwing van het
gezondheidsonder-zoek en het initiëren van gewenste vernieuwingen
in het gezondheidsonderzoek. Vanwege deze overlap heb ik in het
proces van totstandkoming van de Wet op de organisatie
ZorgOnderzoek Nederland reeds aangegeven dat het mijn bedoeling is
beide organisaties binnen afzienbare termijn te doen samensmelten
(Tweede Kamer, 1997-1998, 25 438, nr. 5). Omtrent de wijze waarop
deze samensmelting gestalte zal krijgen, wil ik u, mede namens
mijn ambtgenoot van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, met deze
brief informeren.
In de afgelopen periode is door de besturen van ZON, NWO en
Medische Wetenschappen gewerkt aan het concretiseren van de
beginselafspraak betreffende samenwerking. Het resultaat van deze
werkzaamheden is een samenwerkingsovereenkomst, welke ik u
voorleg. De besturen van ZON, NWO en Medische Wetenschappen hebben
mij, in een overleg dat ik op 28 maart jl. met hen had, gevraagd
uiterlijk 1 mei a.s. mijn goedkeuring aan deze overeenkomst te
hechten opdat op korte termijn tot implementatie van de
overeenkomst kan worden overgegaan. Graag wil ik aan dit verzoek
voldoen. Ik hecht grote waarde aan de totstandkoming van één
organisatie die zich richt op het gehele continuüm van
fundamenteel onderzoek tot uitvoeringsprojecten in de praktijk.
Voordat ik echter overga tot het verlenen van goedkeuring, wil ik
de Kamer in de gelegenheid stellen desgewenst ter zake haar
oordeel te geven. Daarbij stel ik voorop dat, gezien het feit dat
de samenwerkingsovereenkomst aanvullend is op de bestaande
wetgeving, aanpassing van de vigerende wettelijke kaders mijns
inziens op dit moment niet noodzakelijk is. Wel acht ik het een
goede zaak dat bij de evaluatie van de samenwerking ook de
noodzaak van aanpassing van de wetgeving terzake aan de orde zal
worden gesteld.
In verband met het bovenstaande leg ik u hierbij de
samenwerkingsovereenkomst voor die de partijen (ZON, NWO en
Medische Wetenschappen) begin mei zullen ondertekenen.
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. E. Borst-Eilers