Den Haag, 24 april 2001
VRAGEN VAN DE LEDEN VAN DER HOEK (PVDA), VAN VLIET (D66) EN PASSTOORS (VVD)
AAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
1. Hebt u kennis genomen van de uitspraak van GGZ-Nederland en Zorgverzekeraars Nederland dat de uitgetrokken middelen in de GGZ onvoldoende zijn voor de aanpak van wachtlijsten? (1)
2. Herinnert u zich uw uitspraak gedaan tijdens het notaoverleg over de
Zorgnota 2001 dat ook in de GGZ sprake kan zijn van een geclausuleerde
openeinderegeling voor de wachtlijstaanpak zodra er voldaan wordt aan de
regels van een geprotocolleerde indicatiestelling en een transparant
wachtlijstbeheer? Zo ja, is hieraan voldaan conform uw uitspraak dat hieraan
per 1 april 2001 voldaan zou zijn?
3. Bent u van mening dat, mede gelet op de alarmerende cijfers in de
landelijke inventarisatie wachtlijsten GGZ en gelet op de concrete plannen
die gemaakt zijn door zorgaanbieders en zorgverzekeraars voor de aanpak van
de wachtlijsten, thans het systeem kan worden ingevoerd van een
geclausuleerde openeinderegeling? Zo nee, kunt u uiteenzetten waarom niet en
wat de gevolgen hiervan zullen zijn voor de wachtlijsten in de GGZ?
(1) De Volkskrant, 19 april 2001