Beantwoorde kamervragen over het opslaan van stamcellen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2169438
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen, gesteld door het lid
van uw Kamer Ross-Van Dorp (CDA) over het opslaan van stamcellen
door Cryo-Cell (2000108700).
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. E. Borst-Eilers
Antwoorden op kamervragen van Ross-Van Dorp over het opslaan van
stamcellen door Cryo-Cell. (2000108700)
1.
Herinnert u zich uw antwoorden op vragen van het lid Kant over het
opslaan van stamcellen door Cryo-cell , en bent u nog steeds van
mening dat de folder die door Cryo-cell is uitgegeven, en waaraan
mevrouw Kant in haar eerste en tweede vraag refereert, misleidend
is?
1.
Ja, ik vind een en ander misleidend omdat er wordt ingespeeld op
emoties.
2.
Is er inmiddels contact geweest tussen uw ministerie en Cryo-cell,
en hebt u het bedrijf op de misleidende informatie in de folder
gewezen? Zo ja, met welk resultaat? Zo nee, waarom niet?
2.
Bij de beantwoording van de kamervragen van mevrouw Kant over het
opslaan van stamcellen door Cryo-Cell (Aanhangsel van de
Handelingen 865) d.d. 14 maart 2001 heb ik toegezegd dat het
bedrijf Cryo-Cell zal worden uitgenodigd voor een gesprek.
Inmiddels heb ik het bedrijf een schriftelijke uitnodiging voor
een overleg toegezonden. Dit overleg zal zo spoedig mogelijk
plaatsvinden.
3.
Deelt u de mening dat een reclame, wanneer zij misleidend is, niet
meer behoort te worden verspreid? Zo ja, bent u derhalve van zins
verdere verspreiding van deze folder te verhinderen? Zo nee,
waarom niet?
3.
Ja. Dit punt zal aan de orde komen in het overleg met het
betreffende bedrijf. Er zal worden gewezen op de bezwaren die de
verspreiding van de huidige folder met zich meebrengt.
4.
Acht u het voor de hand liggend om de bedoelde folder ter
beoordeling aan de Reclame Code Commissie voor te leggen? Kunt u
uw antwoord motiveren?
4.
Vooralsnog wacht ik de uitkomsten van het overleg met Cryo-Cell
af.
5.
Welke maatregelen bent u anderszins van plan te nemen, om te
bewerkstelligen dat jonge ouders niet misleidend worden
voorgelicht?
5.
Ik ben van oordeel dat de gynaecologen en verloskundigen de
belangrijke taak hebben om juiste voorlichting te geven en
(aanvullende) informatie te verstrekken aan aanstaande ouders met
betrekking tot het verkrijgen, bewaren en gebruiken van stamcellen
uit navelstrengbloed. Zoals ik in de antwoorden op de eerdere
vragen van mevrouw Kant heb aangekondigd zal ik daaromtrent een
brief schrijven aan de betreffende koepelorganisaties.