Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV)

Aan de fractievoorzitters van CDA, VVD, PvdA,
D66, Groen Links, SP, Christen Unie en SGP

Telefoon Utrecht Ons kenmerk Uw kenmerk 030-2913628 24 april 2001 01-050/DT/mt

Betreft: Commissie Van Rijn

Geachte fractievoorzitter,

Het CNV vindt het enorme gat tussen de collectieve sector en de marktsector, één van de uitkomsten in het op 23 februari jl. aan u door minister K.G. de Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangeboden rapport van de Werkgroep Arbeidsmarktknelpunten Collectieve Sector, (Commissie Van Rijn), zeer herkenbaar.

Het CNV schrijft dit op het conto van twintig jaar doorgeschoten overheidsbeleid. De eenzijdige bezuinigingsdrift heeft geresulteerd in een zeer verschraalde collectieve sector, waarvan de gehele samenleving steeds sterker de nadelen ondervindt. De kaalslag in de collectieve sector vraagt om méér dan symptoombestrijding.

Nationaal herstelplan
Daarom pleit het CNV, ook al is er waardering voor het werk van de commissie Van Rijn, voor een nationaal herstelplan voor de gehele collectieve sector (overheid, onderwijs, zorg en welzijn en veiligheid). Dat nationaal herstelplan moet verder gaan dan alleen de arbeidsvoorwaarden. In dat nationaal herstelplan moet ook de nodige ruimte beschikbaar worden gesteld voor de realisatie van een kwalitatief hoogwaardige, doelmatige en efficiënt werkende collectieve sector. Bij de totstandkoming van het nationaal herstelplan dient ook gedachtenvorming over de meting van doelmatigheid en efficiency een plaats te krijgen. Vooraf moet duidelijk zijn dat kwaliteitsverbetering in brede zin hierbij de doelstelling is en het niet gaat om een (bedreigende) sanering of dat er sprake is van onderwaardeing voor de inzet van velen die momenteel onder soms moeilijke omstandigheden hun werkzaamheden moeten verrichten.


1





Vakcentrale CNV, Telefoon 030 - 291 39 11 Postrekening 204608 Adres Ravellaan 1, Fax 030 - 294 65 44 Bankrekening 3533 JE Utrecht E-mail CNV@CNV.NL CenE Bankiers, Utrecht Postbus 2475, w.w.w.CNV.nl Rek. nr. 69.91.12.435 3500 GL Utrecht




Ons kenmerk

Het belang van de door het CNV voorgestelde aanpak blijkt uit het draagvlak voor het CNV- voorstel: Een unaniem gedragen voorstel namens het Algemeen Bestuur van de vakcentrale CNV, dus namens vakcentrale én de besturen van de bonden uit zowel de collectieve- als de marktsector. Dit omdat het belang van de collectieve sector een nationaal belang is.

Zalmnorm
Het CNV pleit voor een aanpassing van de Zalmnorm zoals dat is voorgesteld in het SER- advies `Sociaal-economisch beleid 2000-2004'. Hierin wordt aan het kabinet geadviseerd om van een realistischer groeiscenario uit te gaan zodat meer ruimte ontstaat voor uitgaven. Tot op heden is immers het resultaat van de Zalmnorm dat noodzakelijke investeringen in de collectieve sector uitblijven. De eerste tekenen van een kerend economisch tij zijn er. Het CNV wil de Tweede Kamer waarschuwen dat deze signalen geen aanleiding mogen zijn om de remedie van generieke lastenverlichting te verkiezen boven investeringen in de collectieve sector.

De CNV-bonden hebben bij herhaling het Kabinet, de politeik en de werkgevers gewaarschuwd dat de zogeheten collectieve sector, in het belang van de werknemers en de gehele samenleving, aan een kwalitateve opwaardering toe is. Het CNV vindt dat de kwaliteit van de dienstverlening in de collectieve sector fors moet verbeteren. De collectieve sector moet diensten kunnen leveren, die de burgers daarvan mogen verwachten. De kwalitit van de dienstverlening staat onder druk. De huidige invulling van de Zalmnorm mag geen obstakel vormen voor een betere collectieve dienstverlening.

Kwaliteit vraagt om gemotiveerde werknemers
Om de kwaliteit van de dienstverlening te garanderen zal de overheid dan ook weer een aantrekkelijke werkgever moeten worden. Binnen de collectieve sector is sprake van een algemeen probleem: De arbeidsmarkpositie. De sectoren binnen de collectieve sector kunnen wat de arbeidsvoorwaarden betreft niet op tegen het bedrijfsleven. En de aantrekkelijkheid om in de collectieve sector te werken neemt voor veel werknemers af.

Investeer in secundaire arbeidsvoorwaarden en breek niet af Het CNV signaleert in het advies van de commissie Van Rijn en een aantal reacties daarop, de trend om de secundaire arbeidsvoorwaarden te versoberen en de primaire op te tuigen. Dat vindt het CNV een te eenzijdige stap. Niet alleen de primaire arbeidsvoorwaarden moeten verbeterd worden, ook de secundaire arbeidsvoorwaarden dienen verder uitgebouwd te worden. Denk bijvoorbeeld aan arbeid & zorg, employability, werkdrukbestrijding en bovenwettelijke arrangementen als de tegemoetkoming in ziektekosten.

De beste wijze om de werknemers in de collectieve sector te demotiveren is ze een sigaar uit eigen doos te geven. Een langere werkweek invoeren om daarmee een dertiende maand te financieren is bijvoorbeeld een verkeerd signaal: Wat ten koste gaat van de arbeidssatisfactie en de wervingskracht. Het verhogen van dijken doe je niet door ze ergens anders af te graven.


2




Ons kenmerk

Conclusie
Het CNV pleit voor een samenhangende, integrale aanpak van de problematiek in de collectieve sector. Het kabinet kan nu de keuze maken om onder andere geld vrij te maken om te investeren in de collectieve sector. Het CNV vindt dat niet langer krampachtig vastgehouden moet worden aan een niet realistisch groeiscenario en een eenzijdige lastenverlichting terwijl de wachtlijsten langer worden, scholen vuiler en het geweld op straat toeneemt.

Daarom vragen wij de leden van de Tweede Kamer om een stap verder te gaan dan de analyse van de commissie Van Rijn. Geef de collectieve sector écht mogelijkheden om zich te versterken en werk aan het herstel van een evenwichtige samenleving. Het CNV zal de Kamerfracties op korte termijn benaderen voor het maken van een afspraak om met een brede delegatie onze reactie op het rapport Van Rijn nader toe te lichten.

Als bijlage bij deze brief treft u, ter informatie, de reacties aan van de CNV-overheidsbonden per sector.

Met vriendelijke groet,
namens het Algemeen Bestuur van de vakcentrale CNV,

Doekle Terpstra
Voorzitter

Bijlage


3