Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Brief aan de Tweede Kamer over inzet van politie in verband met MKZ-problematiek

Een parlementair stuk bij het onderwerp Politie 24 april 2001
Door middel van deze brief wordt de Tweede Kamer geïnformeerd over de inzet van politie en krijgsmacht tijdens de mond- en klauwzeercrisis. Aan het overheidsbeleid dat is ingezet in verband met de bestrijding van mond- en klauwzeer, zijn belangrijke handhavingsaspecten verbonden. De inzet van politie kan daarbij niet ontbreken. Binnen de gebieden rond Oene, Kootwijkerbroek en Ee en aan de grenzen van die gebieden oefent de politie haar reguliere taak uit ter handhaving van de rechtsorde en hulpverlening. Daarbij komt ook de controle van het verkeer op de toegangswegen op de aanwezigheid van levende have en dierlijke producten. De politie wordt daarbij geassisteerd door militairen van de krijgsmacht. De controlerende en handhavende taken leggen een groot beslag op de totale politiecapaciteit. Met het oog daarop is de bijstand die door de marechaussee en andere militairen van de krijgsmacht wordt verleend, van grote waarde. Een doelmatige inzet van de politie, de Koninklijke marechaussee en andere militairen van de krijgsmacht, maakt het mogelijk de reguliere veiligheidszorg in de regios op peil te houden. De politie levert op dit moment een inspanning van formaat. Bij de planning van de bijstandsinzet is aanvankelijk gerekend tot 1 mei aanstaande. Inmiddels is duidelijk geworden dat nog tot zeker 1 juni aanstaande inzet van politie, Koninklijke marechaussee en krijgsmacht nodig zal zijn voor de (afronding van de) werkzaamheden in de toezichtsgebieden.
De ontwikkelingen in het beslag dat wordt gelegd op handhavingscapaciteit hangen sterk af van de ontwikkelingen in de toezichtsgebieden en onverhoopte nieuwe uitbraken van mond- en klauwzeer op andere plaatsen in het land, en eventueel daarmee gepaard gaande ordeverstoringen. Daarbij is en blijft de inzet van politie noodzakelijk. Onverhoopte nieuwe uitbraken en eventueel daarmee gepaard gaande ordeverstoringen ter plaatse, hebben gevolgen hebben voor de planning van de inzet van de politie, alsmede voor de prioriteitstelling van de desbetreffende korpsen. De inspanningen van het ministerie van BZK zijn en blijven erop gericht de inzet van politie zo beperkt mogelijk te houden, opdat in elk geval de reguliere veiligheidszorg in de regios blijvend is verzekerd.


***Zie het originele bericht voor downloaden in PDF-formaat***