Persbericht drs Wim van Velzen
Het vrije verkeer van personen in het kader van de uitbreiding
Brussel, 24 april 2001
In de huidige EU-lidstaten is de afgelopen tijd veel gediscussieerd
over de vrijheid van personen in de kandidaat-lidstaten en hoe dit -
na de uitbreiding - de arbeidsmarkt van de lidstaten zal beïnvloeden.
De regeringen van bepaalde lidstaten zijn bang dat ze overspoeld
zullen worden met goedkope arbeidskrachten uit Midden- en Oost-Europa.
Met name Duitsland en Oostenrijk als voornaamste buurlanden van de
kandidaatlanden willen een overgangsperiode van 7 jaar waarin ze hun
arbeidsmarkt nog kunnen afschermen. De Europese Commissie heeft een
ontwerp Gemeenschappelijk Standpunt hierover ingenomen, waarin de
volgende hoofdpunten zijn opgenomen:
* Een algemene overgangsperiode van 5 jaar zal gelden voor alle
kandidaat-lidstaten, uitgezonderd Cyprus en Malta. Dit betekent
dat de huidige lidstaten gedurende die tijd hun nationale
wetgeving op het gebied van het verkeer van personen mogen blijven
toepassen. Zij mogen echter ook hiervan afwijken en bijvoorbeeld
hun nationale wetgeving alleen toepassen op bepaalde grensregio´s.
* Na 2 jaar wordt een evaluatierapport gemaakt door de Commissie,
naar aanleiding waarvan kan worden besloten tot verkorting of
afschaffing van de overgangsperiode. Hiervoor is een unaniem
besluit van de 15 lidstaten nodig.
* Tijdens de 5 jaar durende overgangsperiode kunnen de huidige en
kandidaat-lidstaten een verzoek indienen tot vermindering van de
restricties. Ook hiervoor is een unaniem besluit nodig.
* Na verloop van de 5 jaar kunnen de lidstaten om een verlenging van
2 jaar vragen als er sprake is van een ernstige verstoring van één
of meer arbeidsmarkten. Hoe ernstig die verstoring is moet worden
beoordeeld door de Commissie, die weer terugrapporteert aan de
Raad.