RAI VERENIGING

RAI: Caravanmarkt naar recordhoogte

De verkoop van caravans is vorig jaar bijna tot recordhoogte gestegen. In totaal kregen ruim 31.000 mobiele kampeermiddelen in 2000 een nieuwe eigenaar (+9%). Stuwende kracht achter de bloeiende vraag naar mobiele vakantiewoningen is de toercaravan. Sinds 1995 vertoont de afzet van toercaravans een opgaande lijn die vorig jaar eindigde op het zeer hoge niveau van 23.504 eenheden (+10,6%). Een en ander blijkt uit het nieuwe jaarverslag van de RAI Vereniging.

Volgens het verslag is de kampeerdrift niet te stuiten. Een recent onderzoek geeft zelfs aan dat bijna vier op de tien Nederlanders van plan is de komende jaren een kampeervakantie te ondernemen. Het gaat daarbij om ruim 5,5 miljoen personen. Een opmerkelijk gegeven is dat kamperen vooral in trek is bij de hogere sociale klassen. De afgelopen vijf jaar is het aantal kampeervakanties met 5 procent gegroeid tot 10,2 miljoen. Vier op de tien lange binnenlandse vakanties werd vorig jaar in een tent of caravan doorgebracht. Bij de buitenlandse vakanties ligt dit percentage op 24. Dertien procent van alle Nederlanders vertrekt in de zomer met een caravan naar een buitenlandse vakantiebestemming, 9 procent geeft de voorkeur aan een tent en 2 procent prefereert het comfort van een camper. Ter vergelijking: gemiddeld 8 procent van de Europeanen brengt de vakantie op een camping door.

Fietsen populair
Uit het RAI jaarverslag valt verder af te lezen dat het goed gaat met de Nederlandse fietsindustrie. Vorig jaar gingen 1,52 miljoen nieuwe fietsen over de toonbank, 5 procent meer dan in 1999. Dit volume is vergelijkbaar met de afzet in een land als Italië, dat echter drie maal zoveel inwoners heeft. Bijna vier op de tien fietsen wordt hoofdzakelijk voor woon-werkverkeer of school gebruikt.

Autobelastingen verdubbeld
Tenslotte verschaft het RAI rapport interessante informatie over de belastingheffing op autos. In een periode van minder dan tien jaar zijn de rijksinkomsten aan verkeersbelastingen in ons land meer dan verdubbeld van 12,6 miljard in 1990 tot 28,6 miljard gulden vorig jaar. De prijs die de gemiddelde consument voor zijn felbegeerde bezit moet betalen is dan ook hoog. Een huishouden geeft, afhankelijk van het salaris, ongeveer 15 procent van het besteedbaar inkomen uit aan verkeer en vervoer. Bij een nieuwe auto vormt de afschrijving gedurende de eerste vijf jaar de grootste kostenpost (39%), gevolgd door de brandstofkosten (22%). De rest gaat op aan verzekeringen, rente, motorrijtuigenbelasting en onderhoud en reparatie.

Einde persbericht