Vereniging Nederlandse Gemeenten

Persberichten

Extra inspanning minister Vermeend en VNG: iedere bijstandsgerechtigde een baan of maatschappelijk actief

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid streven er naar de komende vier jaar extra inspanningen te leveren om iedere bijstandsgerechtigde aan een baan te helpen of maatschappelijk nuttige activiteiten te laten verrichten. Hierdoor zou het aantal mensen met een bijstandsuitkering met ongeveer 10 procent per jaar teruggedrongen kunnen worden. Hiervoor moet er onder meer regelmatig contact zijn tussen de bijstandgerechtigde en de sociale dienst over de activiteiten die (uiteindelijk) leiden tot werk. De naleving van de afspraken met de cliënt wordt bewaakt.

Dit blijkt uit de uitwerking van de intentieverklaring Een gezamenlijke agenda voor de toekomst die minister Vermeend van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en wethouder Bovens namens de VNG hebben ondertekend.

Minister Vermeend heeft de uitwerking van zijn afspraken met de VNG naar de Tweede Kamer gestuurd.

De VNG en minister Vermeend vinden dat maximaal geprofiteerd moet worden van de gunstige situatie op de arbeidsmarkt. De afspraken die sociale diensten met alle bijstandsgerechtigden maken over werk(ervaring), scholing of maatschappelijk nuttige activiteiten (de sluitende aanpak) worden schriftelijk vastgelegd en ondertekend door de cliënt. Dit geldt ook voor de rechten en plichten en de eventuele sancties op het niet naleven van de afspraken. Vervolgens wordt er naar gestreefd om met de bijstandsgerechtigde regelmatig gesprekken te hebben over de uitvoering van de afspraken. Dit geldt ook voor cliënten die ontheven zijn van de arbeidsverplichting.

Het ministerie van SZW zal de gemeenten geld geven om het zogeheten casemanagement te versterken. Een case manager is het vaste aanspreekpunt voor een bijstandsgerechtigde op weg naar werk of sociale activering. De vaste begeleider buigt zich ook over bijvoorbeeld inkomensaspecten en de schuldhulpverlening.

Het geld gaat naar gemeenten die over versterking van het casemanagement afspraken maken met het ministerie.

Daarnaast bevorderen het ministerie van SZW en de VNG dat de gemeenten nog dit jaar komen tot een volledig sluitende aanpak voor nieuwe bijstandsgerechtigden. Voor mensen die al langer in de bijstand zitten spannen de gemeenten zich in om voor 2002 een beeld te hebben van hun situatie om vervolgens zo snel mogelijk afspraken te maken met de cliënt. Voor mensen die geheel of gedeeltelijk zijn ontheven van de plicht tot werken moet bekeken worden op welke manier de belemmeringen op weg naar werk kunnen worden weggenomen.

Ook mensen die langdurig op een Wiw-dienstbetrekking werkzaam zijn worden benaderd via de sluitende aanpak om hen het perspectief op regulier werk te bieden. Minister Vermeend heeft met de VNG afgesproken dat gemeenten daarvoor worden ondersteund. Het gaat hier vooral om ex-banenpoolers.

Voor minister Vermeend en de VNG is fraudebestrijding een onderdeel van het uitstroom- en activeringsbeleid in de bijstand. Alle gemeenten moeten de komende jaren een fraudebeleidsplan hebben waarin onder meer is aangegeven wat zij gaan doen aan vroegtijdige opsporing van fraude. Door onregelmatigheden eerder op te sporen wordt het terug te vorderen bedrag lager. Aan het opsporen van vormen van fraude die moeilijk te ontdekken zijn, zal meer aandacht worden besteed.

De nieuwe Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD)die op 1 januari 2002 van start gaat, bestrijdt de zware vormen van fraude, de gemeenten de lichtere vormen.
Aan de begeleiding naar werk van alleenstaande ouders zal extra aandacht worden besteed. Daarbij kan worden gedacht aan werken in deeltijd, het zorgen voor kinderopvang en scholing.

Voor het verkleinen van de werkloosheid onder allochtonen wordt de gemeenten gevraagd concrete plannen op te stellen waarin kansrijke, vernieuwende projecten een plaats krijgen. Leidraad voor deze plannen is de doelstelling van het kabinet om het verschil in werkloosheid tussen allochtonen en autochtonen te halveren.

Bij het begeleiden van bijstandsgerechtigden naar werk kunnen gemeenten gebruik maken van ontwikkelingen op het gebied van internet zoals de digitale stad en het kennisnet. Het ministerie en de VNG zullen goede voorbeelden van sociale activering van bijstandsgerechtigden onder de aandacht van de gemeenten brengen.

In de nieuwe uitvoeringsorganisatie voor de arbeidsbemiddeling en de sociale zekerheid zijn de gemeenten na 1 januari 2002 behalve voor bijstandsgerechtigden ook verantwoordelijk voor de reïntegratie van niet-uitkeringsgerechtigden (herintreedsters bijvoorbeeld). Daarover is onder meer vastgesteld dat voor deze reïntegratie 120 miljoen gulden zal worden gestort in het Fonds Werk en Inkomen (FWI). Met de gemeenten worden afspraken gemaakt over de besteding van dit geld. In het FWI worden de middelen gestort die de gemeenten nodig hebben om lokaal werkgelegenheidsbeleid te kunnen voeren. Van dit geld besteden de gemeenten in 2002 en 2003 respectievelijk 50 en 25 miljoen gulden bij reïntegratiebedrijf KLIQ. In dit bedrijf zijn de reïntegratieactiviteiten van Arbeidsvoorziening ondergebracht.

In totaal wordt 410 miljoen gulden van het budget van Arbeidsvoorziening overgeheveld naar het FWI.

Wat betreft het gemeentelijk minimabeleid hebben minister Vermeend en de VNG afgesproken dat de armoedeval zoveel mogelijk moet worden voorkomen bij de uitstroom van mensen naar een baan. Aan de andere kant moet het lokale minimabeleid een steuntje in de rug zijn voor mensen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt.