Gemeente Breda

25-04-2001

Subsidie voor snelle uitbreiding kinderopvang
De gemeente Breda wil zo snel mogelijk nog 340 plaatsen voor kinderopvang en buitenschoolse opvang realiseren. De plaatsen maken onderdeel uit van de uitbreiding van totaal 736 plaatsen die tot eind 2002 gepland staat. Een eenmalige subsidie via de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang van het Ministerie van VWS maakt het mogelijk om het aantal plaatsen versneld uit te breiden. Voor ouders kunnen hiermee de wachtlijsten voor kinderopvang aanzienlijk worden ingekort. Het college van burgemeester en wethouders legt het voorstel met de bijbehorende subsidieregeling eind mei voor aan de gemeenteraad.

Met deze rijkssubsidie stimuleert de gemeente eenmalig zowel bestaande als nieuwe aanbieders van kinderopvang om het aantal opvangplaatsen uit te breiden. Dit betekent een breder marktaanbod van kindercentra, waardoor sneller wordt ingespeeld op de vraag van ouders naar kinderopvang. Als de gemeenteraad instemt met het voorstel worden de aanbieders van kinderopvang via een informatiebijeenkomst en een informatiepakket verder op de hoogte gesteld. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, moeten aanbieders voldoen aan de algemene kwaliteitscriteria zoals betrouwbaarheid, bekwaamheid en draagkracht. Naast deze subsidie is ook nog een extra bonus beschikbaar gesteld voor aanbieders van nieuwe opvangplaatsen, die in de periode 1 april 2001 tot 31 december 2001 worden gerealiseerd.

De versnelde uitbreiding van kinderopvang is een van de projecten die onderdeel uitmaken van het masterplan 2001 'Uitbreiding kinderopvang'. Jaarlijks stelt het college een projectplan en een masterplan vast. Nieuw in het projectplan 2001 is de taakgroep 'kwaliteitstoezicht'. Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sociale Zaken besloot extra geld toe te voegen voor het kwaliteitstoezicht op kinderopvang door de GGD. In de loop van dit jaar komt de gemeente in overleg met de GGD met concrete voorstellen. Een ander onderdeel van het projectplan heet 'contractrelatie'. Dat wil zeggen het werken naar een meer zakelijke verhouding tussen gemeente en aanbieders waar het gaat om gemeentelijke subsidieplaatsen kinderopvang. Een eerste resultaat daarvan is in de subsidiebeschikking 2001 met het COKB al bereikt. Met die zakelijke basis heeft de gemeente bovendien ook nog het aantal plaatsen kunnen uitbreiden ten opzichte van vorig jaren: van 122 plaatsen dagopvang naar 172 plaatsen dagopvang en van120 plaatsen buitenschoolse opvang naar 194 plaatsen buitenschoolse opvang.

Breda, 25 april 2001