Titel: Informatie exportkredietverzekering
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA 's-Gravenhage
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
25 april 2001
EKI 2001- 265
Onderwerp
Informatie exportkredietverzekering
Tijdens het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer over de evaluatie van de exportkredietverzekering van 24 januari jl. heb ik u toegezegd informatie over het uitstaande obligo te zullen verschaffen, voor zover hiermee geen bedrijfsgeheimen van verzekerden worden prijsgegeven. Mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken deel ik u het volgende mede.
Het totale uitstaande kortlopende obligo (maximale krediettermijn 1 jaar) heeft een omvang van 6 mrd., maar het daadwerkelijke risico voor de Staat is signifant lager. Er is hier slechts sprake van een indicatief cijfer; ook voor de polissen waar de Staat slechts een deel van het risico voor haar rekening neemt, is de gehele maximum schadevergoeding meegerekend. Bovendien betreft het limieten met een revolverend karakter en niet het daadwerkelijk uitstaande obligo. Voor deze transacties is geen verdere opsplitsing gemaakt, vanwege de sinds
1 januari van dit jaar gewijzigde risicodracht. Vanuit het principe dat de Staat zich, waar mogelijk, uit de markt terugtrekt, neemt NCM deze polissen sinds die datum in principe voor eigen rekening. In combinatie met de maximale krediettermijn betekent dit dat de Staat tot uiterlijk 1 januari 2002 mogelijk schade zal moeten uitkeren met betrekking tot de polissen voor risico van de Staat. Kortlopende transacties blijven bij eventuele consolidaties in het kader van de Club van Parijs overigens buiten beschouwing.
Bijlage I en II hebben betrekking op het middellange obligo. Hier is sprake van de transacties met een langere krediettermijn (langer dan 1 jaar). Het middellange obligo is opgesplitst naar obligo per land (bijlage I) en naar sector per werelddeel (bijlage II). Verdere opsplitsing is in verband met de bedrijfsgevoeligheid achterwege gelaten, want door een verdergaande gedetailleerde weergave zou de informatie bijv. voor concurrenten te herleiden zijn tot individuele transacties van individuele bedrijven. Daarmee zou indirect informatie over bedongen prijzen bekend kunnen worden. Gegeven het uiteindelijk beperkt aantal transacties en de grote spreiding over landen en sectoren, is de nu gehanteerde aggregatie noodzakelijk om dit te vermijden. Bij de cijfers dient verder opgemerkt te worden dat het hier gaat om het gecumuleerde uitstaande obligo, waarbij tevens een onderscheid is gemaakt tussen feitelijk risico (polissen) en mogelijk risico (dekkingstoezeggingen). Daar de krediettermijn vaak enige jaren betreft, blijven de transacties ook enige jaren deel uit maken van het uitstaande obligo; het totaal op jaarbasis verzekerde bedrag is dan ook kleiner dan het totaal uitstaande obligo.
Tijdens het Algemeen Overleg over de evaluatie van de exportkredietverzekering heb ik ook toegezegd de aanbevelingen van de Rijkscommissie voor export-, import- en investeringsgaranties aan de Tweede Kamer toe te zenden. Deze aanbevelingen worden regelmatig uitgebracht. Zodra dergelijke aanbevelingen zijn uitgebracht, zullen deze, voor zover daar geen vertrouwelijke bedrijfsgegevens in staan, aan u worden toegezonden. De Rijkscommissie kan zich hier in vinden. (zie bijlage III)
In bijlage IV treft u de vigerende landenplafonds aan. Het voornemen is om deze landenplafonds voortaan ook op internet te gaan publiceren. Hier wordt nog aan gewerkt.
In haar brief van 29 december 2000 aan de Tweede Kamer is de minister voor Ontwikkelingssamenwerking (bijlage V) ingegaan op de ontwikkelingsrelevantie van de exportkredietverzekering. In combinatie met de binnenkort, mede namens mij, aan u te versturen brief van de staatssecretaris van Economische Zaken over Maatschappelijk verantwoord ondernemen en het export- en investerings-instrumentarium lijken vragen over dit onderwerp voldoende toegelicht.
Tijdens hetzelfde Algemeen Overleg heb ik tenslotte toegezegd om u
vóór de zomer te informeren over de doorlooptijden van
verzekeringsaanvragen. Bijgaand treft u hiervan een overzicht aan
(bijlage VI).
DE MINISTER VAN FINANCIËN
Bijlage I
Obligo per land
Land
Obligo 1
Dekkingsvorm
Totaal
Dekkingstoezegging
Polis
Algerije
Nominaal in NLG
185.632.465
158.906.944
344.539.409
Aangepast in NLG
185.632.465
90.490.649
276.123.114
Angola
Nominaal in NLG
55.193.000
55.193.000
Aangepast in NLG
43.472.335
43.472.335
Benin
Nominaal in NLG
480.188
480.188
Aangepast in NLG
480.188
480.188
Botswana
Nominaal in NLG
1.004.000
1.004.000
Aangepast in NLG
193.476
193.476
Kameroen
Nominaal in NLG
16.690.000
16.690.000
Aangepast in NLG
15.113.249
15.113.249
Congo Brazzaville
Nominaal in NLG
193.560.000
193.560.000
Aangepast in NLG
68.992.503
68.992.503
Egypte
Nominaal in NLG
19.088.976
332.785.498
351.874.474
Aangepast in NLG
19.088.976
234.391.574
253.480.550
Ethiopië
Nominaal in NLG
3.505.000
15.501.000
19.006.000
Aangepast in NLG
3.505.000
15.501.000
19.006.000
Gambia
Nominaal in NLG
11.309.000
11.309.000
Aangepast in NLG
2.697.765
2.697.765
Ghana
Nominaal in NLG
3.700.029
381.974.327
385.674.356
Aangepast in NLG
3.700.029
308.064.503
311.764.532
Kenia
Nominaal in NLG
129.216.000
129.216.000
Aangepast in NLG
64.286.681
64.286.681
Liberia
Nominaal in NLG
2.956.000
2.956.000
Aangepast in NLG
547.335
547.335
Libië
Nominaal in NLG
42.882.000
42.882.000
Aangepast in NLG
28.291.305
28.291.305
Marokko
Nominaal in NLG
34.712.000
34.712.000
Aangepast in NLG
3.167.748
3.167.748
Nigeria
Nominaal in NLG
8.087.000
8.087.000
Aangepast in NLG
4.894.521
4.894.521
Seychellen
Nominaal in NLG
1.386.000
1.386.000
Aangepast in NLG
1.386.000
1.386.000
Zuid-Afrika
Nominaal in NLG
9.259.804
9.259.804
Aangepast in NLG
610.241
610.241
Tunesië
Nominaal in NLG
1.860.152
65.616.868
67.477.020
Aangepast in NLG
1.860.152
65.616.868
67.477.020
Zimbabwe
Nominaal in NLG
97.510.216
97.510.216
Aangepast in NLG
65.394.375
65.394.375
Totaal Afrika
Nominaal in NLG
214.266.810
1.558.549.657
1.772.816.467
Aangepast in NLG
214.266.810
1.013.112.128
1.227.378.938
Land
Obligo
Dekkingsvorm
Totaal
Dekkingstoezegging
Polis
Argentinië
Nominaal in NLG
9.798.135
145.056.752
154.854.887
Aangepast in NLG
9.798.135
99.831.852
109.629.987
Aruba
Nominaal in NLG
90.833.000
90.833.000
Aangepast in NLG
76.367.501
76.367.501
Barbados
Nominaal in NLG
11.524.000
11.524.000
Aangepast in NLG
1.708.206
1.708.206
Brazilië
Nominaal in NLG
125.381.893
268.946.177
394.328.070
Aangepast in NLG
125.381.893
180.165.143
305.547.036
Chili
Nominaal in NLG
27.385.504
72.070.000
99.455.504
Aangepast in NLG
27.385.504
72.070.000
99.455.504
Colombia
Nominaal in NLG
47.039.292
30.921.063
77.960.355
Aangepast in NLG
47.039.292
5.619.475
52.658.767
Cuba
Nominaal in NLG
160.953.722
160.953.722
Aangepast in NLG
90.112.946
90.112.946
El Salvador
Nominaal in NLG
3.530.000
3.530.000
Aangepast in NLG
1.620.194
1.620.194
Grenada
Nominaal in NLG
5.214.998
5.214.998
Aangepast in NLG
1.146.349
1.146.349
Honduras
Nominaal in NLG
35.240.648
44.960.000
80.200.648
Aangepast in NLG
35.240.648
27.543.782
62.784.430
Mexico
Nominaal in NLG
5.347.302
296.438.704
301.786.006
Aangepast in NLG
5.347.302
162.668.138
168.015.440
Nederlandse Antillen
Nominaal in NLG
105.675.384
105.675.384
Aangepast in NLG
90.229.324
90.229.324
Panama
Nominaal in NLG
9.683.000
6.259.198
15.942.198
Aangepast in NLG
9.683.000
6.259.198
15.942.198
Peru
Nominaal in NLG
51.716.624
2.565.000
54.281.624
Aangepast in NLG
51.716.624
2.565.000
54.281.624
Sint Vincent & Grenadinen
Nominaal in NLG
2.910.000
2.910.000
Aangepast in NLG
2.509.450
2.509.450
Trinidad & Tobago
Nominaal in NLG
225.292.789
32.009.984
257.302.773
Aangepast in NLG
225.292.789
23.751.463
249.044.252
Verenigde Staten
Nominaal in NLG
17.547.922
51.902.978
69.450.900
Aangepast in NLG
17.547.922
50.117.727
67.665.649
Uruguay
Nominaal in NLG
46.074.071
46.074.071
Aangepast in NLG
45.044.042
45.044.042
Venezuela
Nominaal in NLG
93.702.950
248.149.837
341.852.787
Aangepast in NLG
93.702.950
98.096.008
191.798.958
Totaal Amerika
Nominaal in NLG
648.136.059
1.625.994.868
2.274.130.927
Aangepast in NLG
648.136.059
1.037.425.798
1.685.561.857
Land
Obligo
Dekkingsvorm
Totaal
Dekkingstoezegging
Polis
Bahrein
Nominaal in NLG
79.737.280
111.046.896
190.784.176
Aangepast in NLG
79.737.280
80.036.819
159.774.099
Bangladesh
Nominaal in NLG
122.583.013
325.658.944
448.241.957
Aangepast in NLG
122.583.013
228.757.390
351.340.403
China
Nominaal in NLG
59.470.419
815.856.624
875.327.043
Aangepast in NLG
59.470.419
608.747.949
668.218.368
India
Nominaal in NLG
60.811.598
674.250.265
735.061.863
Aangepast in NLG
60.811.598
547.378.698
608.190.296
Indonesië
Nominaal in NLG
62.713.480
2.173.112.855
2.235.826.335
Aangepast in NLG
62.713.480
1.691.687.060
1.754.400.540
Iran
Nominaal in NLG
1.095.623.158
325.769.076
1.421.392.234
Aangepast in NLG
1.095.623.158
232.748.749
1.328.371.907
Irak
Nominaal in NLG
1.681.871
112.442.614
114.124.485
Aangepast in NLG
1.681.871
69.965.034
71.646.905
Israël
Nominaal in NLG
43.666.073
43.666.073
Aangepast in NLG
43.666.073
43.666.073
Jordanië
Nominaal in NLG
1.819.163
14.224.862
16.044.025
Aangepast in NLG
1.819.163
10.042.000
11.861.163
Zuid-Korea
Nominaal in NLG
29.037.055
101.940.048
130.977.103
Aangepast in NLG
29.037.055
87.136.965
116.174.020
Koeweit
Nominaal in NLG
4.613.908
33.325.000
37.938.908
Aangepast in NLG
4.613.908
33.325.000
37.938.908
Libanon
Nominaal in NLG
39.137.548
39.137.548
Aangepast in NLG
39.137.548
39.137.548
Maleisië
Nominaal in NLG
658.028
124.055.000
124.713.028
Aangepast in NLG
658.028
61.576.494
62.234.522
Malediven
Nominaal in NLG
28.731.746
28.731.746
Aangepast in NLG
16.185.588
16.185.588
Oman
Nominaal in NLG
657.733.000
657.733.000
Aangepast in NLG
631.233.611
631.233.611
Pakistan
Nominaal in NLG
130.778.000
130.778.000
Aangepast in NLG
70.947.954
70.947.954
Filippijnen
Nominaal in NLG
4.456.000
4.456.000
Aangepast in NLG
Qatar
Nominaal in NLG
57.862.529
57.862.529
Aangepast in NLG
57.862.529
57.862.529
Saoedi Arabië
Nominaal in NLG
66.010.811
383.131.460
449.142.271
Aangepast in NLG
66.010.811
367.591.248
433.602.059
Singapore
Nominaal in NLG
213.225.000
213.225.000
Aangepast in NLG
Sri Lanka
Nominaal in NLG
36.182.714
119.139.748
155.322.462
Aangepast in NLG
36.182.714
68.366.291
104.549.005
Syrië
Nominaal in NLG
5.101.000
5.101.000
Aangepast in NLG
3.237.903
3.237.903
Taiwan
Nominaal in NLG
261.581.638
261.581.638
Aangepast in NLG
261.581.638
261.581.638
Verenigde Arabische Emiraten
Nominaal in NLG
53.383.622
53.383.622
Aangepast in NLG
46.859.055
46.859.055
Vietnam
Nominaal in NLG
228.078.483
136.970.330
365.048.813
Aangepast in NLG
228.078.483
49.556.367
277.634.850
Totaal Azië
Nominaal in NLG
1.849.020.981
6.946.579.878
8.795.600.859
Aangepast in NLG
1.849.020.981
5.307.627.963
7.156.648.944
Land
Obligo
Dekkingsvorm
Totaal
Dekkingstoezegging
Polis
Kroatië
Nominaal in NLG
20.053.394
20.053.394
Aangepast in NLG
17.561.042
17.561.042
Tsjechië
Nominaal in NLG
2.998.809
113.794.000
116.792.809
Aangepast in NLG
2.998.809
37.423.077
40.421.886
Estland
Nominaal in NLG
14.341.503
14.341.503
Aangepast in NLG
14.146.534
14.146.534
Duitsland
Nominaal in NLG
13.710.015
13.710.015
Aangepast in NLG
13.495.058
13.495.058
Griekenland
Nominaal in NLG
267.000
267.000
Aangepast in NLG
Hongarije
Nominaal in NLG
39.507.145
39.507.145
Aangepast in NLG
36.430.145
36.430.145
Ierland
Nominaal in NLG
16.134.022
16.134.022
Aangepast in NLG
16.134.022
16.134.022
Letland
Nominaal in NLG
41.637.212
41.637.212
Aangepast in NLG
41.637.212
41.637.212
Litouwen
Nominaal in NLG
9.831.852
129.909.000
139.740.852
Aangepast in NLG
9.831.852
125.563.019
135.394.871
Luxemburg
Nominaal in NLG
7.544.000
7.544.000
Aangepast in NLG
7.544.000
7.544.000
Malta
Nominaal in NLG
14.966.000
14.966.000
Aangepast in NLG
6.216.590
6.216.590
Polen
Nominaal in NLG
41.742.895
74.715.384
116.458.279
Aangepast in NLG
41.742.895
57.690.467
99.433.362
Portugal
Nominaal in NLG
22.590.000
22.590.000
Aangepast in NLG
22.590.000
22.590.000
Roemenië
Nominaal in NLG
427.971.450
427.971.450
Aangepast in NLG
299.344.890
299.344.890
Russian Federation
Nominaal in NLG
7.602.000
7.602.000
Aangepast in NLG
7.602.000
7.602.000
Slowakije
Nominaal in NLG
360.771.000
360.771.000
Aangepast in NLG
358.891.000
358.891.000
Spanje
Nominaal in NLG
5.660.000
5.660.000
Aangepast in NLG
3.407.557
3.407.557
Turkije
Nominaal in NLG
931.256.291
1.374.121.524
2.305.377.815
Aangepast in NLG
931.256.291
705.911.476
1.637.167.767
Oekraïne
Nominaal in NLG
35.340.456
35.340.456
Aangepast in NLG
35.340.456
35.340.456
Groot-Brittannië
Nominaal in NLG
108.268.164
108.268.164
Aangepast in NLG
22.198.023
22.198.023
USSR
Nominaal in NLG
228.742.000
228.742.000
Aangepast in NLG
217.943.409
217.943.409
Joegoslavië
Nominaal in NLG
514.000
514.000
Aangepast in NLG
467.033
467.033
Totaal Europa
Nominaal in NLG
1.027.467.059
3.016.522.057
4.043.989.116
Aangepast in NLG
1.027.467.059
2.005.899.798
3.033.366.857
Land
Obligo
Dekkingsvorm
Totaal
Dekkingstoezegging
Polis
Australië
Nominaal in NLG
1.704.000
1.704.000
Aangepast in NLG
Nieuw-Zeeland
Nominaal in NLG
1.314.513
1.314.513
Aangepast in NLG
1.314.513
1.314.513
Totaal Oceanië
Nominaal in NLG
1.314.513
1.704.000
3.018.513
Aangepast in NLG
1.314.513
1.314.513
Werelddeel
Obligo
Dekkingsvorm
Totaal
Dekkingstoezegging
Polis
Afrika
Nominaal in NLG
214.266.810
1.558.549.657
1.772.816.467
Aangepast in NLG
214.266.810
1.013.112.128
1.227.378.938
Amerika
Nominaal in NLG
648.136.059
1.625.994.868
2.274.130.927
Aangepast in NLG
648.136.059
1.037.425.798
1.685.561.857
Azië
Nominaal in NLG
1.849.020.981
6.946.579.878
8.795.600.859
Aangepast in NLG
1.849.020.981
5.307.627.963
7.156.648.944
Europa
Nominaal in NLG
1.027.467.059
3.016.522.057
4.043.989.116
Aangepast in NLG
1.027.467.059
2.005.899.798
3.033.366.857
Oceanië
Nominaal in NLG
1.314.513
1.704.000
3.018.513
Aangepast in NLG
1.314.513
1.314.513
Totaal
Nominaal in NLG
3.740.205.422
13.149.350.460
16.889.555.882
Aangepast in NLG
3.740.205.422
9.364.065.687
13.104.271.109
Bijlage II Obligo per sector per werelddeel
Metaalnijverheid
Machines/apparatuur; elektrisch
Bouw
Groothandel
Nominaal
Aangepast
Nominaal
Aangepast
Nominaal
Aangepast
Nominaal
Aangepast
Afrika
518.177.776
236.698.253
563.867.199
398.303.317
649.745.492
554.772.646
30.947.000
30.085.102
Amerika
434.344.144
323.013.690
529.382.876
422.575.923
809.185.575
674.845.032
229.308.062
146.311.913
Azië
1.687.499.252
1.295.633.056
4.297.900.605
3.436.079.174
1.795.208.143
1.572.330.392
873.506.657
760.955.889
Europa
1.106.196.229
732.554.350
1.344.594.703
843.680.924
615.398.216
598.711.448
167.819.738
127.536.476
Oceanië
991.000
Totaal
3.747.208.401
2.587.899.349
6.735.745.383
5.100.639.338
3.869.537.426
3.400.659.518
1.301.581.457
1.064.889.380
Transport
Dienstverlening
Overig
Alle sectoren
Nominaal
Aangepast
Nominaal
Aangepast
Nominaal
Aangepast
Nominaal
Aangepast
Afrika
3.544.000
984.620
6.535.000
6.535.000
1.772.816.467
1.227.378.938
Amerika
3.718.311
3.353.026
8.355.000
2.565.000
259.836.959
112.897.273
2.274.130.927
1.685.561.857
Azië
22.388.813
22.388.813
32.365.996
10.934.500
86.731.393
58.327.120
8.795.600.859
7.156.648.944
Europa
308.372.989
271.830.556
395.402.083
381.920.819
106.205.158
77.132.284
4.043.989.116
3.033.366.857
Oceanië
1.314.513
1.314.513
713.000
3.018.513
1.314.513
Totaal
334.480.113
297.572.395
440.981.592
397.719.452
460.021.510
254.891.677
16.889.555.882
13.104.271.109
De Minister van Financiën
Drs. G. Zalm
Postbus 20201Toezending bevindingen Rijkscommissie aan Tweede Kamer en transparantie over landenklassen, landenplafonds en obligo K.A. van Dijkhuizen RC/B143089B.ADZ29 maart 2001Westeinde 1
Postbus 98
1000 AB Amsterdam
Telefoon 020-524 2724
Telefax 020-524 39 17Afdeling Export- en importgaranties
2500 EE DEN HAAG
Datum
30 maart 2001
Uw kenmerk
Ons kenmerk
RC/B143089B.ADZ
Doorkiesnummer
020 524 3513
Bijlage(n)
1
Onderwerp
Toezending bevindingen Rijkscommissie aan Tweede Kamer en
transparantie over landenklassen, landenplafonds en obligo
Geachte heer Zalm,
In reactie op uw brief van 7 maart j.l. (k.m. EKI 2001-121) heb ik het
genoegen u te kunnen meedelen, dat de Rijkscommissieleden instemmen
met uw voornemen om voortaan de bevindingen van de Rijkscommissie voor
export-, import-, en investeringsgaranties, zoals vastgelegd in de
door de Rijkscommissie gepubliceerde eindrapporten, naar de Tweede
Kamer te zenden.
In reactie op uw brief van 9 maart j.l. (k.m. EKI 2001-130) doet het
me deugd u te kunnen meedelen, dat de Rijkscommissieleden instemmen
met uw voornemen om voortaan de in het kader van de
exportkredietverzekering door de Staat gehanteerde landenklassen,
landenplafonds en het actuele obligo voor publicatie beschikbaar te
stellen.
Een kopie van deze brief is eveneens toegezonden aan de
Staatssecretaris van Economische Zaken.
Hoogachtend,
Drs. H.J. Brouwer
Voorzitter van de Rijkscommissie voor
export-, import-, en investeringsgaranties
Aan de voorzitter van de Rijkscommissie voor Export-, import- en
investeringsgaranties
p/a De Nederlandsche Bank N.V.
Afdeling EXIM
Postbus 98
1000 AB AMSTERDAM
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
7 maart 2001
EKI 2001- 121
Onderwerp
Toezending van aanbevelingen van de Rijkscommissie voor export-,
import- en investeringsgaranties aan de Tweede Kamer.
Gedurende het Algemeen Overleg van minister Zalm en staatssecretaris
Ybema met de vaste kamercommissie voor Financiën en voor Economische
Zaken op 24 januari 2001 is door minister Zalm op het verzoek van de
heer Hessing, of het geen aanbeveling verdient een samenvatting van
het besprokene in de Rijkscommissie aan de Tweede Kamer te doen
toekomen, het volgende medegedeeld.
Ik heb er geen bezwaar tegen om de Kamer in kennis te stellen van de
adviezen van de Rijkscommissie aan de bewindslieden, voor zover daar
geen vertrouwelijke bedrijfsgegevens in staan. Ik ben bereid deze
adviezen, zeker als zij een wat algemeen karakter hebben, voortaan bij
de stukken te voegen. Mijns inziens staat niets eraan in de weg alsnog
het laatste advies van de Rijkscommissie, over de zes aanbevelingen
van de consultant, toe te zenden.
Ervan uitgaande, dat er bij u en bij de leden van de Rijkscommissie
hiertegen geen bezwaren bestaan, zullen in het vervolg bedoelde
stukken aan de Tweede Kamer worden toegezonden.
Mochten er toch zwaarwegende bezwaren hiertegen aan uw zijde bestaan,
dan verneem ik deze gaarne van u.
DE DIRECTEUR EXPORTKREDIETVERZEKERING
EN INVESTERINGSGARANTIES
De Minister van Financiën
Drs. G. Zalm
Postbus 20201Evaluatie van de exportkredietverzekeringsfaciliteit K.A.
van Dijkhuizen RC/B003168C.ADZ16 augustus 2000Westeinde 1
Postbus 98
1000 AB Amsterdam
Telefoon 020-524 2724
Telefax 020-524 39 17Afdeling Export- en importgaranties
2500 EE DEN HAAG
Datum
29 maart 2001
Uw kenmerk
Ons kenmerk
RC/B143089B.ADZ
Doorkiesnummer
020 524 2403
Bijlage(n)
1
Onderwerp
Toezending bevindingen Rijkscommissie aan Tweede Kamer en
transparantie over landenklassen, landenplafonds en obligo
Geachte heer Zalm,
In opdracht van het Ministerie van Financiën is vanaf het najaar van
1999 door een extern consultantsbureau een evaluatie van de
exportkredietverzekeringsfaciliteit uitgevoerd. De focus van de
evaluatie betrof de opinies van de exporteurs en financiers terzake;
een aantal van hen is door de consultant geïnterviewd. Eind mei 2000
heeft u het evaluatierapport mede namens de Staatssecretaris van
Economische Zaken aan de Rijkscommissie aangeboden. In uw begeleidende
brief van 31 mei j.l. geeft u aan welke van door de consultant gegeven
aanbevelingen u aanspreken. Voorts deelt u mee voornemens te zijn om
na afronding van overleg in de Rijkscommissie terzake de betrokken
actoren (NCM, DNB, Staat) te vragen om een plan op te stellen waarin
concrete actiepunten worden geformuleerd.
Op grond van besprekingen over het evaluatierapport door een werkgroep
van de Rijkscommisie is bijgevoegd eindrapport opgesteld, dat door de
Rijkscommissie is geaccordeerd. Blijkens dit eindrapport kan de
Rijkscommissie het beschrijvende gedeelte van het evaluatierapport
(deel I) in het algemeen onderschrijven. De door exporteurs en
financiers tijdens de gehouden interviews naar voren gebrachte, bij
het bedrijfsleven levende, kritische percepties over de faciliteit
zijn op adequate wijze in deel I van het rapport (pagina´s 46-56)
opgenomen en in de conclusies (deel II, pagina´s 3 t/m 26) nader
uitgewerkt.
Met betrekking tot de door de consultant gedane aanbevelingen (deel
II, pagina´s 27-30) vestigt met name het in de Rijkscommissie
vertegenwoordigde bedrijfsleven er de aandacht op, dat de in het
evaluatierapport vermelde conclusies niet steeds volledig zijn terug
te vinden in de door de consultant gedane aanbevelingen. Zo wijst men
op het belang na te denken over de mogelijk-heden tot een aanpassing
van de uitvoeringsstructuur. Evenals in de aan u en aan de
Staats-secretaris van Economische Zaken gerichte brief van het VNO NCW
van 5 juli 1999 wordt in dit verband gerefereerd aan de mogelijkheid
van het instellen van een kredietcomité en substantiële verhoging van
de machtiging van NCM.
De Rijkscommissie is verheugd, dat u in genoemde brief van 31 mei j.l.
te kennen heeft gegeven, dat vijf van de zes door de consultant gedane
aanbevelingen u aanspreken. Met name de het bedrijfsleven
vertegenwoordigende Rijkscommissieleden hechten er echter aan, dat de
door de consultant gedane aanbevelingen integraal door u worden
overgenomen.
Met betrekking tot de door de consultant gedane aanbevelingen is in
Rijkscommissie-verband op het volgende gewezen:
Vergroot de innovativiteit van de faciliteit, onderzoek de precieze
hedendaagse wensen van
de gebruikers
Hoewel onder innovativeit ook produktontwikkeling zou kunnen worden
verstaan, is in Rijkscommissie-verband met name gewezen op het belang
van het leveren van maatwerk door NCM. Bij meer ingewikkelde
transacties volstaat een standaardbenadering van NCM niet en is een
´tailormade´ aanpak, passend bij de met de transacties gepaard gaande
en eventueel te verzekeren risico´s, op zijn plaats.
2. Onderzoek het invoeren van een flexibele toepassing van de
voorwaarden bij individuele aanvragen in het kader van de EKV
Met name de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in de
Rijkscommissie benadrukken het belang van een flexibele houding van
bij het uitvoeringsproces van de exportkredietverzekering betrokken
actoren, die ook buitenlandse overheden in voorkomende gevallen
aannemen uit hoofde van exportbevordering. Deze leden stellen zouden
het op prijs stellen dat u onderhavige aanbeveling van de consultant
als beleidsvoornemen overneemt. Overigens is er door andere leden in
dit verband op gewezen, dat in praktijk reeds nu ook als niet aan alle
formele voorwaarden wordt voldaan bereidheid bestaat om voor een
bepaalde transactie exportkredietverzekering te overwegen, indien
daarvoor risicotechnische argumenten zijn en voorzover fundamentele
beleidsuitgangspunten geen geweld wordt aangedaan.
Verbeter de informatie-uitwisseling tussen de verschillende actoren
in het uitvoeringsproces
De Rijkscommissie acht verdere verbetering van de
informatie-uitwisseling tussen de actoren in het uitvoeringsproces
door actualisatie en stroomlijning van administratieve organisatie en
automatisering wenselijk.
Verbeter de doorlooptijden van aanvragen; onderzoek waar de precieze
oorzaken van de lange doorlooptijden liggen, hef de knelpunten op
en stel norm-doorlooptijden in
De Rijkscommissie acht een verkorting van doorlooptijden van
verzekeringsaanvragen van essentieel belang. Als concrete
mogelijkheden voor verkorting wordt gewezen op het verbeteren van
informatieverschaffing door aspirant-verzekerden aan NCM, het
vereenvoudigen van behandelingsprocedures bij NCM, het bevorderen van
vroegtijdig overleg tussen NCM en aspirant-verzekerden bij
ingewikkelder transacties, het verbeteren van informatieverschaffing
door Ambassades, het versnellen van informatie-uitwisseling tussen bij
de uitvoering betrokken actoren, invoeren van norm-doorlooptijden en
het aanpassen van de uitvoeringsstructuur.
Verbeter de ondersteuning van het MKB in het kader van de EKV
Voer (wederom) accountmanagement in bij NCM, met handhaving van het
regiomanagement
en trek conclusies ten aanzien van de door de exporteurs geuite
kenniswensen met betrekking tot NCM
De Rijkscommissie wijst in dit verband op het belang van verzekerden
bij het hebben van één aanspreekpunt bij NCM en draagt een aantal
mogelijkheden aan voor intensivering van de relatie tussen NCM en
verzekerden.
Al met al is de Rijkscommissie van mening, dat de concrete follow-up
van de gehouden evaluatie belangrijk dient bij te dragen aan
verbetering van de kwaliteit (flexibiliteit, creativiteit,
innovativiteit) van de exportkredietverzekeringsfaciliteit alsmede aan
een verkorting van doorlooptijden. De Rijkscommissie ondersteunt
gaarne uw voornemen om betrokken actoren te vragen om een plan van
aanpak te formuleren teneinde één en ander te concretiseren.
Exporteurs en financiers geven in dit verband te kennen eraan te
hechten bij de nadere concretisering te worden betrokken.
Deze brief is met bijgevoegd eindrapport tevens toegezonden aan de
Staatssecretaris van Economische Zaken.
Hoogachtend,
Drs. H.J. Brouwer
Voorzitter van de Rijkscommissie voor
export-, import-, en investeringsgaranties
Eindrapport werkgroep Exportstrategienota RCO inzake evaluatie
exportkredietverzekeringsfaciliteit K.A. van Dijkhuizen
RC/E003168A.ADZ16 augustus 2000Westeinde 1
Postbus 98
1000 AB Amsterdam
Telefoon 020-524 2724
Telefax 020-524 39 17Afdeling Export- en importgaranties
INLEIDING
Vanaf het najaar van 1999 is door een extern consultantsbureau, in
opdracht van het Ministerie van Financiën, een evaluatie van de
exportkredietverzekeringsfaciliteit uitgevoerd. Doelstelling van de
evaluatie was na te gaan ´in hoeverre de faciliteit haar doelstelling
op doeltreffende en doelmatige wijze bereikt en in hoeverre het beheer
en de uitvoering van de faciliteit op doeltreffende en doelmatige
wijze bijdragen aan de realisering van de beleidsdoelstelling´. De
focus van de evaluatie betrof de opinies van de exporteurs en
financiers terzake. Eind mei 2000 is de evaluatie afgerond en het
eindrapport uitgebracht. Het eindrapport bestaat uit twee
deelrapportages. Deel 1 bevat een beschrijving van de faciliteit
(kerngegevens, uitvoerings-proces), de resultaten van interviews met
exporteurs en banken, een vergelijking met andere instrumenten van
exportbevordering en een internationale vergelijking van de
faciliteit. Deel 2 bevat de conclusies en aanbevelingen van de
consultant.
Eind mei is het eindrapport door de Minister van Financiën mede namens
de Staatssecretaris van Economische Zaken aangeboden aan de voorzitter
van de Rijkscommissie. In een begeleidende brief geeft hij aan welke
van de aanbevelingen van de externe consultant hen aanspreken. Hij
geeft tevens aan voornemens te zijn om na afronding van overleg in de
Rijkscommissie terzake de direct betrokken actoren (NCM, DNB, Staat)
te vragen om een plan op te stellen waarin concrete actiepunten worden
geformuleerd. Het eindrapport en de begeleidende brief van de Minister
zijn na ontvangst door de voorzitter aan de Rijkscommissieleden ter
kennis gesteld en dragen vooralsnog een vertrouwelijk karakter.
De Minister van Financiën heeft de Rijkscommissie voorts verzocht spoedig te reageren, opdat één en ander kan worden betrokken bij de opstelling van de begroting voor 2001. Besloten is om de evaluatie te bespreken in de reeds bestaande werkgroep Exportstrategienota RCO. Genoemde werkgroep is op woensdag 14 juni bijeengeweest en op basis van die vergadering worden in onderhavig rapport de bevindingen inzake de evaluatie vermeld. De bevindingen zijn gegroepeerd weergegeven: na een algemene indruk wordt voor elk van de door de externe consultant opgestelde aanbevelingen de reactie van de werkgroep weergegeven. Ten slotte worden additionele bevindingen van de werkgroep vermeld.
ALGEMENE INDRUK
De werkgroep kan het beschrijvende gedeelte van het evaluatierapport
(deel I) over het algemeen onderschrijven. Sommige van de
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven in de werkgroep zijn tijdens
het evaluatietraject geïnterviewd door de externe consultant. Zij
geven aan dat de door hen tijdens de interviews naar voren gebrachte,
bij het bedrijfsleven levende, kritische percepties over de faciliteit
op adequate wijze in deel I van het rapport (pagina´s 46-56) zijn
opgenomen en in de conclusies (deel II, pagina´s 1 t/m 27) nader zijn
uitgewerkt. Op basis van de interviews met de gebruikers van de
faciliteit en de conclusies dienaangaande wordt een aantal
aanbevelingen gedaan voor verbetering van effectiviteit en
efficiëntie, welke naar de mening van het bedrijfs-leven echter de
getrokken conclusies niet steeds volledig opvolgen. In de begeleidende
brief van de Minister komt het overgrote deel van de door de
consultant opgestelde aanbevelingen terug. Evenals de Minister vindt
de werkgroep, dat één en ander nader moet worden geconcretiseerd.
Uiteindelijk zijn daarbij met name een verbetering van de kwaliteit
(flexibiliteit, creativiteit, innovativiteit) van het proces en een
verkorting van de doorlooptijden van belang. Vertegenwoordigers van
het bedrijfsleven wijzen er in dit verband op, dat over aanpassing van
de uitvoeringsstructuur nagedacht dient te worden. Het bedrijfsleven
geeft zijn wens te kennen bij de concretisering van één en ander
betrokken te worden.
Inzake de in de evaluatie opgenomen internationale vergelijking van
exportkredietverzekerings-faciliteiten is in de werkgroep de vraag
gesteld hoe tot de keuze van betrokken landen is gekomen (Duitsland,
Frankrijk, Oostenrijk en Denemarken). Geantwoord is, dat gekozen is
voor een mix van ons omringende landen, van landen die van
vergelijkbare omvang zijn als Nederland en van een land dat een andere
aanpak volgt in de zin dat exportkredietverzekering daar in sterkere
mate wordt vermengd met industriebeleid. Overigens heeft vanwege de
krappe tijdsplanning geen uitgebreid veldonderzoek plaatsgevonden.
Bovendien moet worden bedacht, dat er substantiële
definitieverschillen kunnen bestaan (bijv. bij de definiëring van
doorlooptijden) en dat buitenlandse eca´s niet altijd volledige
openheid van zaken geven.
AANBEVELING 1
Vergroot de innovativiteit van de faciliteit, onderzoek de precieze
hedendaagse wensen van de gebruikers
Hoewel onder innovativiteit ook produktontwikkeling kan worden
verstaan, vindt het bedrijfsleven dat in dit kader met name het
leveren van ´maatwerk´ specifieke aandacht behoeft. NCM kiest in
praktijk nogal eens voor een standaardbenadering. Bij de meer
ingewikkelde transacties is veelal echter een ´tailormade´ aanpak op
zijn plaats: in overleg tussen NCM en aspirant-verzekerden dient
actief naar oplossingen te worden gezocht die passen bij de met de
transactie gepaard gaande en eventueel te verzekeren risico´s (als
voorbeelden van instellingen die een dergelijke ´tailormade approach´
hanteren worden met name US Exim en Coface genoemd). Het standaard
dekkingsinstrumentarium biedt wellicht niet altijd meteen
mogelijk-heden voor het in verzekering nemen van bepaalde,
ingewikkelde transacties en in dergelijke gevallen is creativiteit en
flexibiliteit geboden. Een intensivering van betrokkenheid van
senior-NCM-medewerkers bij de behandeling van dergelijke transacties
wordt van belang geacht. De werkgroep noemt de recentelijk uitgewerkte
aanpak voor een koersrisicoverzekering op de Singapore dollar een goed
voorbeeld van een dergelijke ´aanpak op maat´.
AANBEVELING 2
Onderzoek het invoeren van een flexibele toepassing van de voorwaarden
bij individuele aanvragen in het kader van de EKV
Een aantal werkgroepleden benadrukt het belang van een flexibele
houding van bij het uitvoeringsproces van de exportkredietverzekering
betrokken actoren, die ook buitenlandse overheden in voorkomende
gevallen aannemen uit hoofde van exportbevordering en is van mening,
dat de Minister van Financiën onderhavige aanbeveling van de
consultant als beleidsvoornemen zou moeten overnemen. Op dit punt ziet
men wel duidelijk raakvlakken met de eerste aanbeveling van de
consultant (innovativiteit/leveren van maatwerk) en met de derde
aanbeveling (verbetering van doorlooptijden).
Door een aantal werkgroepleden is naar voren gebracht, dat in de
praktijk geprobeerd wordt op ´case-by-case-basis´ oplossingen te
vinden. Ook als niet aan alle formele voorwaarden wordt voldaan
bestaat bereidheid om voor een bepaalde transactie
exportkredietverzekering te overwegen, indien daarvoor
risicotechnische argumenten zijn en voorzover fundamentele
beleidsuitgangspunten geen geweld wordt aangedaan. Bedacht moet worden
dat de Staat in dit opzicht een materieel beleid voert. In
vergelijking tot sommige andere landen afficheert Nederland echter
niet de mogelijkheden tot een officieel ´case-by-case-beleid´. Dit kan
ten nadele uitpakken van de exporteurs met minder
exportkredietverzekeringservaring; de meer ervaren en grotere
exporteurs blijken in de praktijk wel de mogelijkheden te herkennen
voor hantering van ´case-by-case-oplossingen´. Zoals ook uit het
evaluatierapport blijkt, is overigens de grond-gedachte van de
Nederlandse overheid het streven naar een level playing field in
plaats van het voeren van een industriebeleid met behulp van
exportkredietverzekering.
AANBEVELING 3
Verbeter de informatie-uitwisseling tussen de verschillende actoren in
het uitvoeringsproces
De werkgroep heeft het belang van deze aanbeveling onderschreven.
Verdere verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de actoren
in het uitvoeringsproces door actualisatie en stroomlijning van
administratieve organisatie en automatisering wordt wenselijk geacht.
Een werkgroeplid benadrukt hierbij overigens de relatie met de
uitvoeringsstructuur (zie onder Aanbeveling 4). Van de zijde van NCM
is aangegeven, dat de kritische noot die door de consultant is
geplaatst ten aanzien van de automatisering van NCM (o.a. het
verkrijgen van relevante historische data c.q. managementinformatie)
deels verklaard wordt door het feit dat tien jaar geleden
informatie-eisen niet dezelfde waren als die van tegenwoordig.
Bovendien kende NCM bij introductie van MT-Busy overgangsproblemen.
Overigens wordt niet ontkend, dat verbetering van de automatisering en
managementinformatiesystemen mogelijk is.
AANBEVELING 4
Verbeter de doorlooptijden van aanvragen; onderzoek waar de precieze
oorzaken van de lange doorlooptijden liggen, hef de knelpunten op en
stel norm-doorlooptijden in
Alle werkgroepleden achten een versnelling van doorlooptijden (=
periode tussen indienen aanvraag door aspirant-verzekerden bij NCM en
datum van uitreiking dekkingstoezegging of polis) van essentieel
belang. Sommige werkgroepleden vragen zich af hoe het mogelijk is, dat
de doorlooptijden zijn toegenomen terwijl het totale volume van
verzekerde transacties is afgenomen. Ook wordt gewezen op het verschil
in doorlooptijden met de overige onderzochte eca´s.
De werkgroep heeft een aantal concrete mogelijkheden besproken om de
doorlooptijden verder te verkorten:
Verbeteren van informatieverschaffing door aspirant-verzekerden aan
NCM
Het grootste deel van de doorlooptijden bestaat uit de periode tussen
de eerste indiening van een aanvraag door aspirant-verzekerde en de
uiteindelijke voorlegging van een verzekeringsaanvraag aan de Staat
(DNB, Financiën): het informatie- en behandelingstraject bij NCM.
Geconstateerd is, dat de door exporteurs aangeleverde informatie bij
eerste indiening van een aanvraag soms onvoldoende is om deze aanvraag
verzekeringstechnisch door NCM te kunnen laten afhandelen. Soms is de
benodigde informatie nog niet beschikbaar, maar veelal en dat geldt
met name voor het midden- en kleinbedrijf hebben aspirant-verzekerden
onvoldoende ervaring met het aanvraagformulier van NCM om adequate
informatie te kunnen aanleveren of is de communicatie met
(commerciële) medewerkers in het veld onvoldoende. Het
aanvraagformulier is voor onervaren aspirant-verzekerden feitelijk te
beknopt. Met name bij aspirant-verzekerden die minder bekend zijn met
exportkredietverzekering is het aan te bevelen, dat indieners van
aanvragen deze doen vergezellen van een executive summary van de
transactie en deze laten screenen en ondertekenen door een hoger
echelon in de organisatie.
Duidelijke communicatie van informatie-eisen door NCM aan
aspirant-verzekerden
Volgens sommige werkgroepleden komt het nogal eens voor, dat NCM haar
wens tot nadere informatie van aspirant-verzekerden nodig voor het
verzekeringstechnisch kunnen afhandelen van aanvragen pas na verloop
van tijd of in fasen kenbaar maakt, waardoor kostbare tijd verloren
gaat. Bij aspirant-verzekerden bestaat behoefte om in een vroegtijdig
stadium op de hoogte te worden gesteld van dergelijke
informatiewensen, opdat zij zo snel mogelijk kunnen trachten deze
informatie te genereren. Zij zouden het op prijs stellen, indien het
afhandelingstraject van de aanvragen in sterkere mate dan nu het geval
is wordt begeleid door senior-medewerkers van NCM (zie ook aanbeveling
1). Hiermee kan voorkomen worden dat er aan het begin van de
aanvraagprocedure inschattingsfouten worden gemaakt en daarmee dat na
verloop van tijd opnieuw informatie moet worden opgevraagd bij
aspirant-verzekerden. Overigens kunnen informatie-eisen ook wijzigen,
omdat de onderliggende exporttransactie aan verandering onderhevig is
(het betreft een ´levend proces´ van informatie-uitwisseling).
Vereenvoudigen van behandelingsprocedure NCM
In de werkgroep is de mogelijkheid geopperd om de
behandelingsprocedure bij NCM (conform ´stappenplan´ beschreven in
deel I, pagina 40) te vereenvoudigen. Door een werkgroeplid is de wens
geuit na te denken over mogelijkheden om tijdens het
behandelingstraject vaker te werken met vereenvoudigde vormen van
verzekeringsdocumenten. Nagegaan zou moeten worden of hantering van
een bondige letter of intent met ´term sheet´, zoals die in het
bankwezen wel wordt gebruikt bij het optuigen van leningen, bruikbaar
zou kunnen zijn. Het voordeel daarvan is dat deze op grond van
gewijzigde gegevens snel aanpasbaar is. Daarbij is overigens een
professionele technische uitwerking door de verzekeraar een
voorwaarde.
Van de zijde van NCM is aangegeven, dat momenteel het proces
geëvalueerd wordt, hetgeen op zich al tot reductie van doorlooptijden
heeft geleid. In overleg met de Staat is bovendien met positief
resultaat gesproken over stroomlijning van de voorleggingen door NCM.
Bevorderen van vroegtijdig overleg tussen NCM en aspirant-verzekerden
bij ingewikkelder transacties
Met name indien het vrij ingewikkelde (niet-standaard)transacties
betreft, stelt het bedrijfsleven het op prijs dat er vaker technisch
overleg wordt geëntameerd tussen NCM en aspirant-verzekerden. In
dergelijke gevallen voldoet de standaardprocedure (verzekerde dient
aanvraagformulier in, NCM vraagt eventueel additioneel informatie en
vervolgens begint de afhandeling) niet. In geval van ingewikkelder
transacties zou een goed geëquipeerd NCM-team (met relevante kennis,
ook over schade-aspecten) transacties kunnen doorspreken met (een
delegatie van) betrokken aspirant-verzekerde, waarmee NCM en
aspirant-verzekerde beiden snel een helder beeld krijgen van de
betrokken transactie en de verzekeringstechnische eisen. Dergelijk
overleg kan leiden tot het reduceren van de kans dat achteraf
aanvullende informatie moet worden opgevraagd en zou derhalve de
tijdsduur van het informatieverzamelingstraject kunnen terugbrengen.
Bij projectfinancieringszaken zijn reeds goede ervaringen opgedaan met
dergelijke vormen van vroegtijdig overleg. Tevens zou het laten
deelnemen van NCM-medewerkers aan zakenreizen van aspirant-verzekerden
tot verkorting van de informatie-verzamelingsfase kunnen leiden en de
kwaliteit van de aanvraag kunnen bevorderen. In het geval participatie
van NCM in dergelijk overleg of aan dergelijke zakenreizen tot hogere
kosten leidt, zien werkgroepleden mogelijkheden om de tarieven voor
dekkingstoezeggingen gedifferentieerd te verhogen.
Verbeteren van informatieverschaffing door Ambassades
Met name als het gaat om de beoordeling van debiteurenrisico´s wordt bij Nederlandse Ambassades in debiteurenlanden informatie opgevraagd. Een aantal werkgroepleden is van mening, dat de ondersteuning door Ambassades structureel verbeterd zou moeten worden, onder meer door de reactiesnelheid op informatieverzoeken te verhogen.
Versnellen van informatie-uitwisseling tussen bij uitvoering betrokken
actoren
Een aantal vertegenwoordigers van de bij de uitvoering van de
exportkredietverzekering betrokken partijen wijst erop, dat
doorlooptijden bij hen al langer in de aandacht staan. Volgens NCM
zijn de doorlooptijden voor zowel transacties die binnen als buiten
haar machtiging worden afgewikkeld inmiddels al afgenomen door een
aantal maatregelen te treffen. Tussen de uitvoerders vindt continu
overleg plaats over mogelijkheden om doorlooptijden verder terug te
dringen. Behalve de genomen/te nemen maatregelen gericht op het
verkorten van doorlooptijden in het behandelingstraject, is inmiddels
afgesproken het gebruik van e-mail en fax te intensiveren, omdat uit
de evaluatie naar voren is gekomen dat het posttraject tussen de
betrokken actoren tot vertraging leidt.
Invoeren van norm-doorlooptijden
De externe consultant beveelt aan om norm-doorlooptijden in te voeren.
Op het eerste gezicht (zonder nader onderzoek) lijkt volgens de
consultant een norm van zes weken voor aanvragen binnen de machtiging
van NCM en acht weken voor een aanvraag buiten de machtiging van NCM
haalbaar. Volgens een vertegenwoordiger van de werkgroep is een
verkorting van de door de consultant voorgestelde norm-doorlooptijden
wenselijk, daarbij wijzend op ervaringen in het bankwezen. Dit geldt
met name indien op een bepaald land voldoende obligoruimte beschikbaar
is en de debiteur een overheidsinstelling of een bank betreft. Door
NCM wordt in dit kader opgemerkt, dat de meting van doorlooptijden
vertekend wordt door een aantal transacties waarvan
aspirant-verzekerden naderhand te kennen geven dat deze aanvragen
´voorlopig door NCM in de ijskast kunnen worden gezet´ totdat de
relevante informatie over de transactie nodig voor de uitwerking van
verzekeringsaanvragen is aangeleverd. Door andere werkgroepleden is
opgemerkt, dat een vergelijking met doorlooptijden in het bankwezen
niet geheel opgaat, aangezien het bij de exportkredietverzekering in
beginsel om niet-marktbare transacties gaat. Ook zijn bijvoorbeeld
aanvragen voor koersrisicoverzekeringen, welke een minimale
doorlooptijd kennen, niet meegenomen.
Aanpassen uitvoeringsstructuur
Door werkgroepleden zijn verschillende mogelijkheden geopperd tot
aanpassing van de uitvoeringsstructuur. Zo is bijvoorbeeld door een
werkgroeplid de mogelijkheid genoemd om een op afstand van het
Ministerie van Financiën opererend agentschap op te richten, waarin de
kennis van de momenteel bij de uitvoering van de
exportkredietverzekering betrokken instanties (NCM/MTB, DNB, Staat)
kan worden gebundeld. NCM/MTB zou dan als het ware uit de NCM gelicht
worden en met de overige betrokken instanties fuseren tot één nieuw op
te richten agentschap. De werkgroepleden uit het bedrijfsleven
bepleiten refererend aan het evaluatie-rapport - de instelling van een
externe kredietcommissie voor complexe transacties, waarin
vertegenwoordigers van NCM, DNB, Financiën en EZ (evenals bij de
Commissie Advisering Landenbeleid) periodiek bijeenkomen. Deze
vertegenwoordigers zouden op basis van grondig door NCM voorbereide
verzekeringstechnische documenten kunnen trachten gezamenlijk een
besluit te nemen over voorgelegde aanvragen. Instelling van een
dergelijke externe krediet-commissie kan volgens hen bijdragen aan een
verkorting van doorlooptijden en aan de kwaliteit van de
besluitvorming (nl. een evenwichtiger afweging van diverse belangen
die bij individuele transacties een rol spelen). De werkgroep acht het
niet juist, dat het bedrijfsleven zelf deel zou uitmaken van een
dergelijk kredietcomité. Tevens is gewezen op de mogelijkheid om de
machtiging van NCM uit te breiden, bijvoorbeeld een verhoging van NLG
10 mln. tot NLG 25 mln. of wellicht tot NLG 50 mln.
Een aantal werkgroepleden (met name de overheidsvertegenwoordigers)
beschouwt de uitvoeringsstructuur overigens als een politieke kwestie
voor de langere termijn en wijst erop, dat het er nu om gaat om binnen
de huidige uitvoeringsstructuur aan verbetering van efficiëntie en
effectiviteit te werken. Andere werkgroepleden (met name uit het
bedrijfsleven) vinden echter, dat nu reeds over aanpassing van de
uitvoeringsstructuur (en met name over de instelling van een
kredietcommissie en de verhoging van de machtiging van NCM) dient te
worden nagedacht.
AANBEVELING 5
Verbeter de ondersteuning van het MKB in het kader van de EKV
Een aantal werkgroepleden brengt de aanbeveling van de consultant, dat
nadere ondersteuning van het MKB in het kader van de EKV door NCM
nodig is, onder de aandacht. Zie verder het gestelde over het midden-
en kleinbedrijf sub Aanbeveling 4.
AANBEVELING 6
Voer (wederom) accountmanagement in bij NCM, met handhaving van
regiomanagement en trek conclusies ten aanzien van de door de
exporteurs geuite kenniswensen met betrekking tot de NCM
Door werkgroepleden wordt erop gewezen, dat de klanten van NCM (die
relatief veel transacties voor verzekering aanbieden) gebaat zijn bij
herinvoering van accountmanagement. Dergelijke verzekerden prefereren
één aanspreekpunt bij NCM. Intensivering van de relatie tussen NCM en
dergelijke verzekerden kan gerealiseerd worden door vaker een
NCM-delegatie af te vaardigen naar betrokken verzekerden. Deze
delegatie kan overleg voeren met vertegenwoordigers van verschillende
relevante disciplines binnen het betrokken bedrijf. NCM zou in dit
kader tevens vaker kunnen participeren in zakenreizen van dergelijke
bedrijven en handelsmissies. Op deze wijze kan een vergroting van
kennis van NCM met het betrokken bedrijf en diens produkten bevorderd
worden, zonder dat de onafhankelijkheid van NCM in twijfel hoeft te
worden getrokken. Inschakeling van senior-medewerkers wordt in dit
kader (naast het hierover reeds gestelde ten aanzien van het leveren
van maatwerk en het communiceren van informatie-eisen door NCM aan
verzekerden) tevens van belang geacht. Ook kan worden gedacht aan het
deelnemen aan door verzekerden gegeven ´in house cursussen´ door
NCM-medewerkers en door overige medewerkers uit het
exportkredietverzekeringscircuit.
OVERIGE GESPREKSPUNTEN
Toelichting bedrijfsleven bij relevante transacties
Een aantal vertegenwoordigers van het bedrijfsleven pleit voor het vaker hanteren van de mogelijkheid om in bepaalde gevallen relevante aspecten van transacties (die in eerste instantie niet voor verzekering in aanmerking lijken te komen) bij de Nederlandse overheid op voldoende hoog niveau te kunnen toelichten, waarbij alle betrokken uitvoerders van de faciliteit aanwezig zijn. Het bedrijfsleven moet zich veelal behoorlijke inspanningen getroosten om orders te verwerven en heeft er belang bij om vroegtijdig te kunnen inventariseren of er eventueel kredietverzekeringsmogelijkheden zijn. Door vroegtijdig een gemeenschappelijk overleg tussen alle betrokken actoren te organiseren kan bovendien een behoorlijke tijdswinst worden geboekt, omdat informatie op deze wijze eenvoudig gedeeld kan worden. Overigens staat deze mogelijkheid in de praktijk open, zoals in het verleden is gebleken, hoewel hiervan in beperkte mate gebruik wordt gemaakt.
Kosten-baten-analyse
Een aantal werkgroepleden is van mening, dat het uitvoeren van een
kosten-baten-analyse in de evaluatie een sterker gewicht had mogen
krijgen en spreekt de wens uit tot nader (internationaal vergelijkend)
onderzoek hierover. Indien de arbeidskosten van de bij de
exportkredietverzekering betrokken instanties bekeken worden, worden
er in totaal 92 ´full time equivalents´ (fte´s) ingeschakeld (NCM 60,
DNB/Exim 16, Fin/EKI 12,5 en EZ/DMA/EF 4). De totale
uitvoerings-kosten bedroegen in 1999 ongeveer NLG 30 mln. (waarvan
circa NLG 26 mln. aan kosten-vergoeding voor NCM), hetgeen ten
opzichte van de bruto premie-opbrengsten (1999: NLG 72,3 mln.,
derhalve 42%) vrij hoog lijkt. In internationaal verband wordt wel een
verhouding tussen premie-opbrengsten en beheerkosten van 20%
gehanteerd, hoewel zoals in het evaluatierapport wordt opgemerkt niet
bekend is of andere eca´s daaraan voldoen.
De Nederlandsche Credietverzekering
Maatschappij N.V.
Postbus 473
1000 AL AMSTERDAM
Datum
Uw brief (Kenmerk)
Ons kenmerk
4 april 2001
EKI 2001-99999
Onderwerp
Landenplafonds 2001
Tijdens de verschillende vergaderingen van de werkgroep landenplafonds
is gesproken over de berekening van de maximum landenplafonds met
ingang van 2001. Deze werkgroep heeft terzake een unaniem advies
uitgebracht.
Overeenkomstig dit advies besluit ik, in overeenstemming met de
Staatssecretaris van Economische Zaken, de landenplafonds met ingang
van
1 april 2001 vast te stellen conform de uitkomsten in bijlage 1. Deze
landenplafonds zullen van kracht blijven tot 1 juli 2002.
DE MINISTER VAN FINANCIEN,
namens deze,
DE DIRECTEUR EXPORTKREDIETVERZEKERING
EN INVESTERINGSGARANTIES
BIJLAGE 1 UITKOMSTEN LANDENPLAFONDS APRIL 2001 JULI 2002
IN MILJOENEN EUROS.
Algerije
334
Argentinië
374
Aruba
68
Bahama´s
84
Bahrein
241
Bangladesh
100
Barbados
24
Belize
5
Bhutan
5
Botswana
133
Brazilië
763
Brunei
407
Bulgarije
97
Chili
1049
China
1200
Colombia
249
Costa Rica
167
Cuba
47
Cyprus
136
Djibouti
5
Dom. Rep.
68
Egypte
486
El Salvador
77
Estland
137
Fiji Eilanden
18
Filipijnen
998
Gambia
5
Ghana
72
Grenada
5
Guatemala
47
Hong Kong
1200
Hongarije
1200
India
1200
Indonesië
885
Iran
493
Israël
1200
Ivoorkust
39
Joegoslavië
23
Jordanië
62
Kazachstan
93
Kiribati
5
Koeweit
550
Kroatië
184
Letland
87
Libanon
81
Litouwen
87
Malediven
7
Maleisië
1200
Malta
129
Marokko
330
Marshall Eilanden
5
Mauritius
65
Mexico
1200
Micronesië
5
Mongolië
5
Namibië
32
Ned. Antillen
182
Nepal
16
Nigeria
173
Oekraïne
172
Oman
211
Pakistan
158
Panama
78
Papoea NG
27
Paraguay
38
Peru
131
Polen
1200
Qatar
146
Roemenië
205
Rusland
1200
Salomons Eilanden
5
Saoedi Arabië
1200
Singapore
1200
Slovenië
553
Slowakije
480
Sri Lanka
89
St. Lucia
7
Swaziland
14
Taiwan
1200
Thailand
1200
Tonga Eilanden
5
Trinidad en Tobago
152
Tsjechië
1200
Tunesië
328
Turkije
1200
Uruguay
117
Vanuatu
5
Venezuela
410
Ver. Arab. Emiraten
1200
Vietnam
176
Zimbabwe
35
Zuid-Afrika
1058
Zuid-Korea
1200
~
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
DGIS/DOB Bezuidenhoutsewe. 67 2594 AC Den Haag
Datum 29 december 2000
Kenmerk DOB 00-1358
Blad 112
Bijlage(n) --
Betreft Exportkredietverzekering en Ontwikkelingssamenwerking
CC Minister van Financiën
Minister van Economische Zaken
Zeer geachte Voorzitter,
A uteur Hans Ramaker
Telefoon +31.70.')486024
FXC +31.70.3486726
,E-mail hans.ramaker@minbuza.nl
U vroe- mij* naar mijn opvatting over het instrument
exportkredietverzekerin- in
0 0 0
relatie met ontwikkelingssamenwerking, ten behoeve van het algemeen
overleg dat
de vaste commissies voor Financiën en voor Economische Zaken zullen
voeren op 24 januari.
De Staat biedt de mogelijkheid tot herverzekering van de politieke en
commerciële risico's verbonden aan exporttransacties. Als zodanig
dient dit ter bevorderina van de Nederlandse exporten, niet meer en
niet minder. Hoewel de politieke en commerciële risico's van
transacties met ontwikkelingslanden wellicht groter zijn dan met
andere landen, is het afdekken van die risico's geen zaak van
Ontwikkelingssamenwerking Daarvoor is de doelstelling en systematiek
van dit instrument te verschillend van de instrumenten van
Ontwikkelinassamenwerking. Slechts bij een instrument van OS - het
ORET/Miliev-programma - is exportbevorderina doelstelling voorzover
dat bijdraagt aan het opbouwen van private sector activiteiten in
ontwikkelingslanden. Daar kom ik straks op terug.
Het verzekeren van de politieke en commerciële
risico's dient op verzekeringstechnische gronden te gebeuren. Het ligt
dan ook niet op de weg van Ontwikkelingssamenwerkina OM in het
algemeen de politieke risico's van de Nederlandse export naar
ontwikkelingslanden over te nemen. Wel kan Ontwikkelingssamenwerking
er aan bijdragen om de risico verhogende factoren in
ontwikkelinaSlanden weg te nemen, door steun te bieden aan het tot
stand brengen van goed bestuur, een gezond macro-economisch beleid en
het verlagen van
~
Ministerie van
Buitenlandse Zaken
excessieve schuld. Dergelijke steun biedt Ontwikkelingssamenwerking
aan een beperkt aantal landen dat zich voor deze zaken inzet, zoals is
aanaeaeven in de brieven aan uw Kamer over het landenbeleid. Het
belang van het verbeteren van de "enabling environment" in
ontwikkelingslanden is in de recent door het kabinet uitgebrachte
notitie Ondernemen tegen Armoede nog eens onderstreept.
Het ontbreken van exportkredietverzekering kan er bij het ORET/Miliev
programma toe leiden dat een schenkina (35%, in MOLs 50%) niet kan
worden gecombineerd met een bancaire lening vanuit Nederland. Nu EZ in
1997 middels de oprichting van de Garantiefaciliteit Opkomende Markten
(GOM) de mogelijkheid tot verzekering biedt op elk ORET/Miliev land,
komt dit alleen nog voor als de vereiste zekerheden ontbreken of als
de transactie groter is dan de - recent tot NLG 20 miljoen verhoogde -
GOM-limiet.
Een OR.ET/Miliev schenking wordt uitsluitend toegekend als de
voorgedragen transactie van voldoende belang lijkt te zijn voor de
economie van het ontwikkelingsland en voor de afnemer - financieel,
organisatorisch en qua technisch niveau - volhoudbaar is. In gevallen
dat geen kredietverzekering kan worden verstrekt, kan het
ontwikkelingsland, mits het ook van het belang van de transactie
overtuigd is, proberen de financiering anders dan via een bancair
krediet sluitend te krij.gen. Wanneer het daar niet toe in staat is,
wordt aangenomen dat het project geen prioriteit heeft. Het heeft voor
zo'n project geen zin de facto de schenking te verhogen door de
risico's van een commerciële financierina over te nemen. De tweede
doelstelling van het programma, naast ontwikkelingssamenwerking
handelsbevordering, is niet gediend met het doorzetten van een
transactie die kennelijk geen duurzaam effect heeft.
Indien ontwikkelingslanden hun verplichtingen ten aanzien van commerciële leningen die bij de Staat zijn herverzekerd niet nakomen, scheppen zij een schuld aan de Staat der Nederlanden. Kwijtschelding van deze schuld in het kader van de Club van Parijs wordt, conform de OESO-definitie van ODA, toegerekend aan het ODA- plafond. Deze systematiek is beschreven in de notitie over de herijking van het buitenlands beleid die in 1995 aan de Kamer werd gezonden.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Eveline Herfkens
Kenmerk Blad
DOBOO-1358 212
E
ok,
Bijlage VI
Doorlooptijd aanvragen exportkredietverzekering in het jaar 2000
Een belangrijk aandachtspunt met betrekking tot de uitvoering van de
exportkredietverzekering faciliteit is de doorlooptijd van aanvragen.
NCM, DNB en Financiën hebben een analyse gemaakt van de doorlooptijden
over 2000. Als gevolg van de implementatie van nieuwe geautomatiseerde
systemen is deze lijst pas nu opgeleverd.
In de analyse zijn 113 voorgelegde verzekeringsaanvragen betrokken die
niet onder de machtiging van NCM vallen. Daarbij zijn de aanvragen
voor koersrisicodekking buiten beschouwing gelaten. Ook de aanvragen
voor investeringsverzekering zijn, gezien hun andersoortige karakter,
niet in het onderzoek opgenomen.
Voor verzekerde is de totale doorlooptijd van belang, d.w.z. het
aantal dagen tussen datum indiening van de verzekeringsaanvraag bij
NCM en de datum van uitreiking van de verzekeringsdocumenten.
Vervolgens kan deze totale doorlooptijd dader uitgesplitst worden naar
de betrokken instanties.
Geconcludeerd kan worden dat de doorlooptijden in 2000 aanzienlijk
zijn teruggebracht tot gemiddeld 83 kalenderdagen. In 1998 (begin
meetmethode) bedroeg de gemiddelde doorlooptijd nog 126 kalenderdagen.
Het jaar 1999 (172) is niet representatief als gevolg van
automatiseringsperikelen bij NCM. Momenteel wordt de gehele
berekeningsmethodiek nader onder de loep genomen om te bekijken of
verbeteringen mogelijk zijn, waarbij het de bedoeling is om met een
vaste regelmaat de doorlooptijden te kunnen monitoren.
De resultaten, weergegeven in hele kalenderdagen zijn als volgt:
1998
1999
2000
Totale doorlooptijd
126
172
83
Waarvan
- aanwezigheidsperiode NCM
76
139
60
- aanwezigheidsperiode DNB
23
9
7
- aanwezigheidsperiode EKI
6
3
3
afhandeling NCM (opstellen verzekeringsdocument)
11
11
8
- restpost
10
10
5
Aantal zaken
102
110
113
De restpost wordt met name verklaard door posttrajecten. De teruggang
in 2000 (van 10 naar 5) is het gevolg van een toenemend gebruik van de
fax. In de gevallen dat aanvragen bij Financiën of DNB een kortere
looptijd dan een dag noteerden, door de verzending per fax, is een
doorlooptijd van een dag gehanteerd.
Gemiddelde behandelduur van zaken die vallen binnen de machtiging van
NCM
De gemiddelde behandelduur van verzekeringsaanvragen die NCM onder
haar machtiging heeft afgewikkeld bedroeg in 1998 45 dagen (114
zaken), in de eerste helft van 1999 71 dagen (50 zaken) en in 2000 45
dagen (83 zaken). Er zijn geen cijfers beschikbaar over zaken binnen
de NCM- machtiging betreffende de tweede helft van 1999.
-0-