Hanja Maij-Weggen: Blij met Europese Wet openbaar bestuur
De Raad van Ministers en het Europees Parlement hebben overeenstemming bereikt over de Europese wet openbaarheid van bestuur (Euro-wob). Zowel de vertegenwoordigers van de lidstaten als de parlementscommissie voor de rechten van de burger hebben op woensdag 25 april ingestemd met de betreffende Europese verordening. Met de nieuwe Europese wet krijgen burgers een wettelijk recht op inzage van documenten van de Europese Unie.
CDA-Europarlementariër Hanja Maij-Weggen heeft samen met de Britse socialist Michael Cashman namens het Europees Parlement de onderhandelingen gevoerd met de Raad van Ministers. Zij is tevreden met het resultaat.
Maij-Weggen: "Ondanks het feit dat de lidstaten in het Verdrag van Amsterdam hebben afgesproken dat er een Euro-Wob moest komen bleek bij de invulling daarvan een groot aantal lidstaten dwars te liggen. Al op 11 november 2000 heeft het Europees Parlement het voorstel flink aangescherpt. Bij de behandeling bleek echter dat zowel de Commissie als een groot aantal lidstaten bezwaren hadden tegen de amendementen van het Europees Parlement. Zo wilde men de uitzonderingen op de openbaarheid steeds groter maken. We hebben echter toch een beperking van de uitzonderingen bereikt en een "tenzij" laten opnemen zodat ook hier getoetst moet worden of een doorslaggevend belang voor de burgers openbaarmaking toch rechtvaardigt. Het recht op inzage geldt overigens ook voor een deel van de documenten binnen de dienst van de heer Solana en voor wetsvoorbereidende documenten binnen de Raad. Tot op de dag van vandaag vergadert de Raad van Ministers nog steeds in het geheim over wetgevingsvoorstellen van de Europese Commissie. Via deze Euro-Wob kan deze geheimhouding nu gedeeltelijk worden doorbroken."
In de verordening staat verder dat verplicht een register moet worden
aangelegd, zodat van alle documenten het bestaan bekend is. Ook is
vastgelegd dat bestaande ruimere wetgeving in individuele lidstaten niet
door deze Euro-Wob wordt ingeperkt. Vier landen, waar onder Zweden en
Nederland, kennen een zeer goede nationale wetgeving op dit gebied, maar de
meeste Europese lidstaten hebben nog helemaal geen wetgeving. Verder zal
ieder jaar een verslag van de werking van de verordening worden opgesteld
met een evaluatie in 2004.