Actueel
Rechtbank Zutphen verklaart Stichting Boer en Vee niet-ontvankelijk in
kort geding
Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 26-04-2001
Persbericht
Op 26 april 2001 heeft de president van de rechtbank Zutphen, mr G.
Vrieze, uitspraak gedaan in het door de Stichting Boer en Vee
aangespannen kort geding tegen de Staat der Nederlanden en meer in het
bijzonder de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Inzet was een verbod om de waardevolle, in prijzen grossierende,
roodbonte Fries-Holsteiner koe Sabina 17 en drie van haar ook veel
voor het fokken in te zetten nakomelingen, te doden in verband met de
MKZ epidemie. Zij bevinden zich op een boerenbedrijf te Terwolde
(binnen de driehoek Zwolle-Amersfoort-Deventer, waarvoor de minister
noodvaccinatie, gevolgd door ruiming heeft voorgeschreven).
Dit verbod was niet gevorderd door de eigenaren, want die kunnen
uiteindelijk alleen terecht bij het College van Beroep voor het
Bedrijfsleven en zijn president. Eiseres was de begin april speciaal
voor de hulp aan huisdieren die het slachtoffer konden worden van het
sinds de uitbraak van mond- en klauwzeer gevolgde ruimingsbeleid,
opgerichte Stichting Boer en Vee te Apeldoorn.
Het door de minister gevoerde en door de Europese Unie goedgekeurde
ruimingsbeleid was al geregeld door betrokken eigenaren voorgelegd aan
de president van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB).
Deze had tot nu toe geoordeeld dat dit de beleid de marginale toets
aan toepasselijke wet- en regelgeving en aan de redelijkheid van de
toegepaste belangenafweging kon doorstaan.
In zijn vonnis constateert de Zutphense president dat het CBB en zijn
president in de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren - die in het
doden van van MKZ besmetting verdachte dieren voorziet - als enige tot
oordelen bevoegd zijn verklaard en dat het onwenselijk is, dat men nu
alsnog zijn heil zoekt bij de (maximaal 19) rechtbank-presidenten in
de tot nu toe gelukkig nog maar twee gebieden, waar tot ruiming wordt
overgegaan. Hij wijst erop dat belanghebbenden als de Stichting Boer
en Vee zich ook tot het CBB en zijn president kunnen wenden. Die
procedure acht hij zowel voor de Stichting als voor de eigenaren van
het verdachte en met de dood bedreigde vee voldoende. De president
acht het bovendien wenselijk, dat wie de boeren willen bijvallen, naar
de zelfde rechter kunnen als de eigenaren. Daarom verklaart hij de
Stichting Boer en Vee op voorstel van de Staat niet-ontvankelijk en
gaat hij niet op de merites van hun vorderingen in.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB1316
(Zie het originele bericht)