Ministerie van Defensie



Brieven aan de Kamer


Versterken Nederlands Sfor-bataljon

25-04-2001

Zoals in de media is bericht heeft op 3 maart jl. het Kroatisch Nationaal Congres vergaderd. Tijdens die bijeenkomst kondigde het Bosnisch-Kroatische lid van het Presidentschap, Jelavic, aan dat de HDZ zich met onmiddellijke ingang zou terugtrekken uit alle regeringsstructuren en functies op het niveau van de staat en de Moslim-Kroatische Federatie. Verder werd aangegeven dat de toen juist doorgevoerde wijzigingen in de voorlopige kieswet de Bosnische Kroaten benadeelden en dat daarom de verkiezingsresultaten van de parlementsverkiezingen niet werden erkend. De internationale gemeenschap kreeg twee weken de tijd deze beslissing terug te draaien. Gebeurde dit niet, dan was er grote kans dat een Kroatische entiteit zou worden uitgeroepen.

Naar aanleiding van deze gebeurtenissen werd Jelavic ontslagen door Hoge Vertegenwoordiger Petritsch, hetgeen heeft geleid tot onrust in de Bosnisch-Kroatische gebieden in Bosnië-Herzegovina. De actie van de HV tegen de Herzegovacka Bank, de huisbankier van de Bosnische Kroaten, op 6 april leidde tot onlusten op grote schaal. Bovendien hebben aanzienlijke aantallen Bosnisch-Kroatische militairen van het federale leger gehoor gegeven aan de oproep om zich terug trekken uit het leger van de Moslim-Kroatische Federatie.

Waarschijnlijk zal het voorlopig onrustig blijven. Recente demonstraties van Bosnisch-Kroatische veteranenorganisaties versterken deze verwachting. Ook de Militaire Inlichtingendienst (MID) bevestigt deze analyse. Op uw verzoek informeren mijn collega´s van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking en ik uw Kamer op korte termijn schriftelijk nader over de situatie in Bosnië. Niettemin breng ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, al op dit moment op de hoogte van het besluit het Nederlandse bataljon terug te brengen naar de oorspronkelijke omvang en sterkte.

In het Nederlandse gebied van verantwoordelijkheid bevindt zich een aantal gebieden waarin Bosnische Kroaten een meerderheid vormen, onder meer rondom Busovaca en Vitez. In een reactie op de gebeurtenissen heeft het Nederlandse bataljon de patrouillegang geïntensiveerd teneinde het vertrouwen van de bevolking in Sfor te behouden. Ook observeert het bataljon de Bosnisch-Kroatische kazernes en wapenopslagplaatsen. Enkele opslagplaatsen, die niet langer door Bosnische Kroaten werden bewaakt, zijn door Sfor ontmanteld. Naar verwachting zal door al deze extra inzet een groter beroep op het bataljon worden gedaan.

De mogelijkheid bestaat dat de uitingen van ongenoegen de openbare orde bedreigen en er is een risico dat in de toekomst ook de internationale gemeenschap en Sfor het doelwit worden. In die situatie kan het voorkomen dat de lokale politie tekortschiet in haar verantwoordelijkheid voor het handhaven van de openbare orde. Voor dat geval beschikken zowel de commandant van Sfor als de commandant van de Multinationale Divisie South West (MND SW) over eenheden die specifiek zijn opgeleid om op te treden bij ordeverstoringen (Crowd and Riot Control, CRC-eenheden).

Om voorbereid te zijn op alle omstandigheden en om in zijn optreden over maximale flexibiliteit te kunnen beschikken heeft de Nederlandse bataljonscommandant de commandant van MND(SW) verzocht om een CRC-eenheid. De commandant van de MND (SW) kon vooraf geen garantie gegeven dat in een noodgeval werkelijk een CRC-eenheid voor het Nederlandse bataljon beschikbaar is. De Nederlandse bataljonscommandant heeft daarop verzocht zijn eenheid weer op de oorspronkelijke samenstelling en grootte te brengen. Hierdoor krijgt het bataljon tevens meer menskracht, die kan worden ingezet in een toenemend aantal bewakingstaken.

Om het bataljon weer op haar organieke sterkte te brengen wordt de sinds februari 2000 in Nederland op twintig dagen gereedstaande CRC-eenheid opnieuw uitgezonden naar het missiegebied. Deze eenheid omvat vijftig militairen van de Koninklijke landmacht, opgeleid voor CRC-taken. Het optreden van deze eenheid zal in het inzetgebied beperkt blijven tot het Nederlandse vak van verantwoordelijkheid.

Voorts verzocht de bataljonscommandant het mortierpeloton opnieuw in de bataljonsstructuur op te nemen. In 1999 werd dit vuursteunelement vanwege de rustige veiligheidssituatie om doelmatigheidsredenen teruggehaald naar Nederland. Sindsdien werd het mortierpeloton als tactische reserve aangemerkt en stond het gereed op zeven dagen. Het mortierpeloton bestaat uit zesentwintig militairen van de Koninklijke landmacht, die zijn uitgerust met mortieren en wielvoertuigen.

Voor het hernieuwd uitzenden van deze eenheden gelden de bestaande Rules of Engagement (RoE) van Sfor. De eenheden komen in de loop van deze week aan in het uitzendgebied. De uitzending wordt beperkt tot zes weken. Als de veiligheidssituatie daartoe aanleiding geeft zullen de eenheden na die periode worden afgelost.

De additionele uitgaven voor de uitzending van deze eenheden komen ten laste van de HGIS. De hoogte van de uitgave van de CRC-eenheid voor een uitzendperiode van zes weken is begroot op 750.000 gulden. De financiering van de inzet van het mortierpeloton voor de duur van zes weken kost volgens de eerste indicatie 525.000 gulden.

DE MINISTER VAN DEFENSIE,

mr. F.H.G. de Grave