CDA over medezeggenschap onderwijs: school is meer dan bedrijf
Het CDA is net als het kabinet van mening dat de Wet Medezeggenschap
Onderwijs in de huidige vorm gebreken vertoont maar het voorstel van
minister Hermans om in het onderwijs de Wet op de Ondernemingsraden in te
voeren is niet de oplossing, vindt CDA-woordvoerder Clémence Ross. "In de
ogen van Hermans is een school niet veel meer dan een gewone onderneming met
een bestuur als werkgever, de leerkracht als werknemer en de ouder of
leerling als klant waarbij er sprake is van tegengestelde belangen: een
scheiding der geesten derhalve. Hij gaat er aan voorbij dat een school
vooral een leef- en waardengemeenschap is," zegt Clémence Ross in het debat
over de medezeggenschap in het onderwijs.
Polarisatie in het onderwijs lijkt het CDA-kamerlid niet de weg om
kwaliteitsverbetering van de medezeggenschap te krijgen. De tekortkomingen
komen voor een belangrijk deel door de bestuurlijke schaalvergroting.
Afzonderlijke scholen zijn verder van het schoolbestuur af komen te staan en
leerkrachten staan verder af van hun werkgever. De huidige Wet
Medezeggenschap Onderwijs (WMO) biedt het onderwijzend personeel zo niet het
goede overlegplatform.
Het CDA stelt als oplossing voor dat leerkrachten in een verplicht gestelde
Gezamenlijke Medezeggenschapsraad overleggen over rechtspositionele
aangelegenheden en andere zaken die hen aangaan en die niet om een oordeel
van ouders of leerlingen vragen. Op schoolniveau wil het CDA de
Medezeggenschapsraad herijken vanuit de gedachte van een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van ouders, personeel en leerlingen voor de kwaliteit
van het onderwijs en de onderwijsomgeving. In de praktijk blijkt er nog
steeds behoefte te bestaan aan gezamenlijk overleg tussen de verschillende
partijen. Ross wijst in dit verband op de universiteiten die wel voor de WOR
kozen maar daar nu van terugkomen juist vanuit de behoefte aan gezamenlijk
overleg.
Het CDA komt tot de gewenste structuur op grond van de visie dat ouders
partner van de school zijn en niet slechts consument en dat leerlingen meer
zijn dan klanten die voor output zorgen. Dit partnerschap moet vanaf het
eerste contact tussen ouder en school zichtbaar en vervolgens blijvend
aanwezig zijn in alle geledingen van de school. Tenslotte is een heldere
identiteit een uiting van kwaliteit. School gaat niet alleen om een
hoeveelheid kennisoutput maar om een helder profiel van de school. Ook dit
hoort tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, leerlingen en
bestuur, vindt Clémence Ross.