DTe
Terinzagelegging aanvraag bindende aanwijzing
1. De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (DTe) heeft namens Kuwait Petroleum
Europoort B.V. te Rotterdam een aanvraag ontvangen voor het geven van een bindende aanwijzing aan
N.V. Nederlandse Gasunie op grond van artikel 13 lid 3 van de Gaswet.
2. N.V. Nederlandse Gasunie is op grond van artikel 12 van de Gaswet verplicht tot het vaststellen van
indicatieve tarieven en voorwaarden voor het verrichten van het transport van gas en daarmee
noodzakelijkerwijs verbonden diensten. Daarbij dient N.V. Nederlandse Gasunie de Richtlijnen1 als
bedoeld in artikel 13 van de Gaswet in acht te nemen.
Naar de mening van Kuwait Petroleum Europoort B.V. voldoen de door N.V. Nederlandse Gasunie
vastgestelde indicatieve tarieven en voorwaarden niet aan de eisen zoals opgenomen in de Gaswet en de
vorengenoemde Richtlijnen. Kuwait Petroleum Europoort B.V. heeft mij derhalve verzocht aan N.V.
Nederlandse Gasunie een bindende aanwijzing in de zin van artikel 13 lid 3 van de Gaswet te geven die er
toe strekt de N.V. Nederlandse Gasunie te verplichten de door haar vastgestelde indicatieve tarieven en
voorwaarden in overeenstemming te brengen met de Richtlijnen.
3. Bij de voorbereiding van het besluit over de bindende aanwijzing zal DTe de openbare voorbereidings-
procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) volgen. Op grond van
artikel 3:11 Awb ligt deze aanvraag voor een bindende aanwijzing na de datum van deze publicatie, voor
een periode van vier weken voor belanghebbenden ter inzage bij de DTe (adres: Johanna Westerdijkplein
107, Den Haag). Voor zover de stukken bedrijfsvertrouwelijke gegevens bevatten zullen deze niet ter
inzage worden gelegd. Wanneer u de ingediende aanvraag en de daarop betrekking hebbende stukken wilt
inzien, dan verzoek ik u hiervoor een afspraak te maken met mevrouw A. Veldstra, telefoon 070 330
3321. Tegen vergoeding van ten hoogste de kosten wordt - conform de werkwijze van NMa - een afschrift
van de stukken verstrekt.
4. Aangezien de behandeling van deze aanvraag consequenties kan hebben voor twee eerdere verzoeken
die DTe van de organisaties Vereniging voor Energie, Milieu en Water (VEMW), de Vereniging voor de
Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) en de Vereniging Vrije handelsorganisaties voor Elektriciteit en
Gas (VOEG) enerzijds en het Products chap Tuinbouw, de Sectorcommissie van het Productschap
Tuinbouw en de heer F.H. Hoogervorst anderzijds heeft ontvangen (Staatscourant 19 februari 2001, nr. 35
en Staatscourant 2 maart 2001, nr. 44), heeft DTe besloten ten aanzien van deze drie verzoeken één besluit
te nemen. Dit heeft tot gevolg dat DTe het te nemen besluit met betrekking tot de eerdere twee verzoeken
zal opschorten tot na afloop van deze procedure.
5. Op grond van artikel 3:13 Awb hebben belanghebbenden de mogelijkheid hun zienswijze over de
aanvraag schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. Belanghebbenden kunnen binnen de
vorengenoemde periode van deze terinzagelegging hun zienswijze schriftelijk aan mij kenbaar maken
(Postbus 16326, 2500 BH Den Haag). Indien één of meerdere belanghebbende(n) met betrekking tot de
aanvraag voor het geven van een bindende aanwijzing de zienswijze mondeling kenbaar wil(len) maken,
dan zal een openbare hoorzitting worden gehouden. Indien u als belanghebbende in de zin van artikel 1:2
Awb kunt worden aangemerkt en uw zienswijze mondeling kenbaar wilt maken, dan kunt u binnen vier
weken na de datum van deze publicatie contact opnemen met mevrouw mr. D. Haenen, telefoon 070 330
3506.
J.J. de Jong, directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie.
1 Richtlijnen voor het jaar 2001 Gaswet, Staatscourant 5 september 2000, nr. 171.