CDA

CDA-leider De Hoop Scheffer: geen vertrouwen meer in minister van Defensie

(27 Apr 2001)

Als je aan het eind van zon debat een oordeel moet geven over het vertrouwen dat er al dan niet is in het functioneren van de bewindslieden, heb je het over het verleden, het heden en de toekomst. De fracties moeten dan tot een oordeel komen. Ik wil de Kamer niet verhelen dat wij daar in de CDA-fractie een behoorlijke worsteling over hebben doorgemaakt. Zeker in zon debat moet je vanuit de oppositie niet lichtvaardig tot forse politieke oordelen komen, zei CDA-leider Jaap de Hoop Scheffer aan het einde van het debat over de vuurwerkramp in Enschede, 26 april jl.

Fouten van diverse ministers
Als ik kijk naar de minister van VROM zie ik dat er grove fouten zijn gemaakt. Hij heeft dat ook toegegeven. Er is veel veranderd en er is veel gedaan.
De minister van VROM nam gisteren haastig de vlucht naar voren. Dat gevoel werd bij mijn fractie een beetje versterkt, doordat hij zo nadrukkelijk vroeg om vertrouwen. Ministers hoeven niet om vertrouwen te vragen. Dat is er, tot het tegendeel blijkt. De minister van Binnenlandse Zaken hield een sterk betoog over de ministeriële verantwoordelijkheid, dat mijn fractie kan onderschrijven. Ik maar daar een aantekening bij. Je kunt als minister, ook als je verantwoording hebt afgelegd in een debat, zelf concluderen dat je zo niet verder kunt of wilt. De verantwoordelijkheid was bij het ministerie van Defensie het meest ingewikkeld en voor ons een punt van discussie. Zelf vond hij wat op zijn departement is gebeurd, namelijk het tekortschieten in de wettelijke adviesplicht aan gemeenten - en dat in relatie tot de kernzin in het rapport van de commissie Oosting - wel verwijtbaar, maar niet in politieke zin.

Ik knip dat woord op, zei hij. Wij niet, voorzitter. Je kunt de stelling hanteren dat de hele keten zwak was. Dat is waar, de hele keten was zwak, maar één schakel was te zwak en dat was de wettelijke adviseringsplicht aan gemeenten, die niet werd waargemaakt."

Motie van afkeuring: logische conclusie
"Als je omkijkt, en dat hebben wij gedaan in de fractie, naar eerdere debatten en naar eerdere rampen - de andere ramp kwam even aan de orde; een ramp die ons overrkwam, het vliegtuig dat neerstortte - blijkt dat deze Enschedese ramp toch een andere is, want die ramp had voorkomen kunnen worden. Tegen die conclusie hebben wij het gedrag en de houding van de minister van Defensie voor en in het debat afgezet. Met dat in het achterhoofd komt mijn fractie tot de afweging dat zij bij zo'n oordeel niet tegelijkertijd kan uitspreken dat zij het vertrouwen in de minister houdt."

Om de bovengenoemde redenen diende De Hoop Scheffer, mede namens Paul Rosenmöller (GroenLinks) en Arie Slob (ChristenUnie) een motie van afkeuring in. Deze werd, ondanks steun van SGP en SP, verworpen.

De hele tekst van Jaap de Hoop Scheffer en de tekst van motie kunt u downloaden.